LibreOffice 25.8 Help
U kunt sneltoetsen gebruiken om snel veelvoorkomende taken in LibreOffice uit te voeren. In deze sectie worden de standaardsneltoetsen voor LibreOffice Writer beschreven.
U kunt ook de algemene sneltoetsen voor LibreOffice gebruiken.
| Sneltoetsen | Effect | 
|---|---|
| F2 | Formulebalk | 
| CommandoCtrl+F2 | Velden invoegen | 
| F3 | AutoTekst invullen | 
| CommandoCtrl+F3 | AutoTekst bewerken | 
| Shift+F4 | Volgend frame selecteren | 
| Ctrl+Shift+F4 | Gegevensbronweergave openen | 
| F5 | Navigator aan/uit | 
| Shift+F5 | Verplaatst de cursor naar de positie waar die stond toen het document de laatste keer is opgeslagen. | 
| CommandoCtrl+Shift+F5 | Navigator aan, ga naar paginanummer | 
| F7 | Spelling | 
| CommandoCtrl+F7 | Thesaurus | 
| F8 | Modus Extensie | 
| CommandoCtrl+F8 | Veldmarkeringen aan/uit | 
| Shift+F8 | Extra selectiemodus | 
| Ctrl+Shift+F8 | Blokselectiemodus | 
| F9 | Velden bijwerken | 
| CommandoCtrl+F9 | Veldnamen weergeven | 
| Shift+F9 | Tabel berekenen | 
| CommandoCtrl+Shift+F9 | Invoervelden en invoerlijsten bijwerken | 
| OpdrachtCtrl+F10 | Niet-afdrukbare tekens aan/uit | 
| Command+TF11 | Venster Stijlen en opmaak aan/uit | 
| Shift+F11 | Opmaakprofiel maken | 
| OpdrachtCtrl+F11 | Stelt focus in op het vak Opmaakprofiel toepassen | 
| OpdrachtCtrl+Shift+F11 | Opmaakprofiel bijwerken | 
| F12 | Geordende lijst aan/uit | 
| OpdrachtCtrl+F12 | Tabel invoegen of bewerken | 
| Shift+F12 | Ongeordende lijst aan/uit | 
| OpdrachtCtrl+Shift+F12 | Geordende/Ongeordende lijst uit | 
| Sneltoetsen | Effect | 
|---|---|
| OpdrachtCtrl+A | Alles selecteren | 
| OpdrachtCtrl+J | Uitvullen | 
| CommandoCtrl+D | Dubbel onderstrepen | 
| OpdrachtCtrl+E | Gecentreerd | 
| CommandoCtrl+H | Zoeken en vervangen | 
| OpdrachtCtrl+Shift+P | Superscript | 
| OpdrachtCtrl+L | Links uitlijnen | 
| CommandoCtrl+R | Rechts uitlijnen | 
| OpdrachtCtrl+Shift+B | Subscript | 
| Commando+Shift+ZCtrl+Y | Laatste bewerking herhalen | 
| OpdrachtCtrl+0 (nul) | Alinea-opmaakprofiel Tekstblok toepassen | 
| OpdrachtCtrl+1 | Alinea-opmaakprofiel Kop 1 toepassen | 
| OpdrachtCtrl+2 | Alinea-opmaakprofiel Kop 2 toepassen | 
| OpdrachtCtrl+3 | Alinea-opmaakprofiel Kop 3 toepassen | 
| OpdrachtCtrl+4 | Alinea-opmaakprofiel Kop 4 toepassen | 
| OpdrachtCtrl+5 | Alinea-opmaakprofiel Kop 5 toepassen | 
| CommandoCtrl + toets Plus (+) | Berekent de geselecteerde tekst en kopieert het resultaat naar het klembord. | 
| OpdrachtCtrl+afbreekstreepje(-) | Zachte afbreekstreepjes; woordafbreking door u ingesteld. | 
| OpdrachtCtrl+Shift+minteken (-) | Hard koppelteken (wordt niet gebruikt voor woordafbreking) | 
| OpdrachtCtrl+vermenigvuldigingsteken * (alleen op numeriek toetsenblok) | Macroveld uitvoeren | 
| OpdrachtCtrl+Shift+Spatiebalk | Vaste spaties. Vaste spaties worden niet gebruikt voor woordafbreking en worden niet uitgebreid als de tekst uitgevuld wordt. | 
| Shift+Enter | Regeleinde zonder een nieuwe alinea te beginnen | 
| CommandoCtrl+Enter | Handmatig einde | 
| OpdrachtCtrl+Shift+Enter | Kolomeinde in teksten met meerdere kolommen | 
| OptieAlt+Enter | Invoegen van een nieuwe alinea, zonder nummering, in een lijst . Dit werkt niet als de cursor aan het einde van de lijst staat. | 
| OptieAlt+Enter | Voeg een nieuwe alinea in, direct voor of na een sectie of tabel. Voor secties moet de cursor op het eerste of laatste teken worden geplaatst. Voor tabellen moet de cursor op het eerste teken van de eerste cel of het laatste teken van de laatste cel worden geplaatst. | 
| Pijl naar links | Cursor naar links | 
| Shift+pijl naar links | Selectie met cursor naar links uitbreiden | 
| OptieCtrl+Pijl naar links | Naar begin van woord | 
| OptieCtrl+Shift+Pijl naar links | Woord voor woord naar links selecteren | 
| Pijl naar rechts | Cursor naar rechts | 
| Shift+pijl naar rechts | Selectie met cursor naar rechts uitbreiden | 
| OptieCtrl+Pijl naar rechts | Ga naar begin van het volgende woord | 
| OptieCtrl+Shift+Pijl naar rechts | Woord voor woord naar rechts selecteren | 
| Pijl omhoog | Verplaats de cursor één regel naar boven | 
| Shift+pijl omhoog | Regels naar boven selecteren | 
| Ctrl+Pijl omhoog | Verplaats de cursor naar het begin van de alinea. Volgende toetsaanslag verplaatst cursor naar het begin van de vorige alinea | 
| OptieCtrlShift+Pijl omhoog | Selecteer tot aan het begin van de alinea. De volgende toetsaanslag breidt de selectie uit tot aan het begin van de voorafgaande alinea | 
| Pijl omlaag | Cursor één regel naar beneden | 
| Shift+omlaag | Regels selecteren naar beneden | 
| OptieCtrl+Pijl omlaag | Verplaats de cursor naar het begin van de volgende alinea | 
| OptieCtrlShift+Pijl omlaag | Selecteer tot aan het einde van de alinea. De volgende toetsaanslag breidt de selectie uit tot aan het einde van de volgende alinea | 
| Command+Pijl naar linksHome | Naar begin van regel | 
| Command+Shift+Pijl naar linksShift+Start | Selecteer tot het begin van een regel | 
| Command+Pijl naar rechtsEnd | Naar einde van regel | 
| Command+Shift+Pijl naar rechtsShift+Einde | Selecteren tot einde van regel | 
| Command+Pijl omhoogCtrl+Home | Naar begin van document | 
| Command+Shift+Pijl omhoogCtrl+Shift+Start | Selecteer tekst tot het begin van het document | 
| Command+Pijl omlaagCtrl+End | Naar einde van document | 
| Command+Shift+Pijl omlaagCtrl+Shift+Einde | Selecteer tekst tot het einde van het document | 
| OpdrachtCtrl+PageUp | Schakelt de cursor tussen tekst en koptekst | 
| OpdrachtCtrl+PageDown | Schakelt de cursor tussen tekst en voettekst | 
| Invoegen | Invoegmodus aan/uit | 
| PageUp | Scherm naar boven | 
| Shift+PageUp | Selectie per schermpagina naar boven uitbreiden | 
| PageDown | Scherm naar beneden | 
| Shift+PageDown | Selectie per schermpagina naar beneden uitbreiden | 
| Optie+Fn+BackspaceCtrl+Del | Tekst tot einde van woord verwijderen | 
| OptieCtrl+Backspace | Verwijder tekst tot begin van woord In een lijst: verwijder een lege alinea vóór de huidige alinea | 
| Command+Shift+Fn+BackspaceCtrl+Shift+Delete | Verwijder tekst tot einde van zin | 
| OpdrachtCtrl+Shift+Backspace | Tekst tot begin van zin verwijderen | 
| OpdrachtCtrl+Tab | Volgende suggestie met Automatische woordinvulling | 
| OpdrachtCtrl+Shift+Tab | Gebruik de vorige suggestie van Automatische woordinvulling | 
| OpdrachtCtrl+Shift+V | Plakt de inhoud van het klembord als niet opgemaakte tekst. | 
| CommandoCtrl + dubbelklik of CommandoCtrl + Shift + F10 | Gebruik deze combinatie om de Navigator, het venster Stijlen en opmaak of andere vensters snel vast te zetten of te ontkoppelen | 
| Sneltoetsen | Effect | 
|---|---|
| Esc | De cursor bevindt zich binnen een frame en geen tekst werd geselecteerd: de toets Esc selecteert de frame. Frame werd geselecteerd: de toets Esc verwijdert de cursor uit de frame. | 
| F2 of Enter of een andere toets die een teken op het scherm produceert | Als een frame geselecteerd is: plaatst de cursor aan het einden van de tekst in het frame. Als u op eender welke toets drukt, die een teken toont, en het document is in bewerkingsmodus, wordt het teken aan de tekst toegevoegd. | 
| OptieAlt+Pijltoetsen | Verplaats object. | 
| Optie+OpdrachtAlt+Ctrl+Pijltoetsen | Wijzigt de grootte door de rechterbenedenhoek te verplaatsen. | 
| Optie+OpdrachtAlt+Ctrl+Shift+Pijltoetsen | Wijzigt de grootte door de linkerbovenhoek te verplaatsen. | 
| OpdrachtCtrl+Tab | Selecteert het anker van een object (in de modus Punten bewerken). |