Nummering

Specificeert de getalopmaak voor kopnummering in het huidige document.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Kies Extra - Kopnummering - Nummering (tabblad)


Niveau

Klik op het overzichtsniveau dat u wilt wijzigen en geef vervolgens de nummeringsopties voor het niveau op. Om de nummeringsopties, behalve alinea-opmaakprofiel, toe te passen op alle niveaus, klikt u op "1-10".

Nummering

Specificeer de opmaak voor het geselecteerde overzichtsniveau.

Nummer

Selecteer het nummeringsschema dat u op het geselecteerde overzichtsniveau wilt toepassen.

Selectie

Beschrijving

1, 2, 3, ...

Arabische cijfers

A, B, C, ...

Alfabetische nummering met hoofdletters A-Z
Na item 26 gaat de nummering verder AA, AB, AC, ...

a, b, c, ...

Alfabetische nummering met kleine letters a–z
Na item 26 gaat de nummering verder aa, ab, ac, ...

I, II, III, ...

Romeinse cijfers (hoofdletters)

i, ii, iii, ...

Romeinse cijfers (kleine letters)

A,... AA,... AAA,...

Alfabetische nummering met hoofdletters A-Z
Na item 26 gaat de nummering verder AA, BB, CC, ...

a,... aa,... aaa,...

Alfabetische nummering met kleine letters a–z
Na item 26 gaat de nummering verder aa, bb, cc, ...

Geen

Geen nummering. Alleen het teken of symbool dat in de velden voor Scheidingsteken gedefinieerd is, verschijnt aan het begin van de genummerde regel.


Begin met

Voer het nummer in waarop u de kopnummering voor het geselecteerde niveau wilt laten beginnen.

Alinea-opmaakprofiel

Selecteer het alinea-opmaakprofiel die u aan het geselecteerde overzichtsniveau wilt toewijzen. Als u op "Geen" klikt, wordt het geselecteerde overzichtsniveau niet gedefinieerd.

Tekenopmaakprofiel

Selecteer de tekenstijl van het nummeringsteken.

Volledig

Selecteer het aantal overzichtsniveaus dat u wilt opnemen in de kopnummering. Selecteer 1 om alleen het nummer voor het huidige overzichtsniveau weer te geven. Selecteer bijvoorbeeld 3 om het huidige niveau en de twee vorige niveaus weer te geven in het kopnummer.

Scheidingsteken

Geef een optionele tekst op die altijd voor of na het kopnummer moet verschijnen.

Voor

Voer de tekst in die u voor het kopnummer wilt weergeven. Typ bijvoorbeeld "Hoofdstuk " om altijd "Hoofdstuk " voor het kopnummer te laten verschijnen.

Na

Voer de tekst in die u na het kopnummer wilt weergeven. Typ bijvoorbeeld . om het kopnummer altijd met een punt te laten eindigen.

Help ons, alstublieft!