LibreOffice 24.8 Help
Stelt de eigenschappen van een sectie in.
Voer een naam voor de nieuwe sectie in. LibreOffice gebruikt standaard de naam "SectieX", voor nieuwe secties, waar X een opeenvolgend getal is.
Voegt de inhoud van een ander document of sectie uit een ander document in de huidige sectie in.
Maakt een DDE koppeling. Selecteer dit keuzevakje en voer de DDE opdracht in, dat u wilt gebruiken. De optie DDE is alleen beschikbaar als het keuzevakje Koppeling geselecteerd is.
De algemene syntaxis voor een DDE-opdracht is: "<Toepassing> <Onderwerp> <Item>". Toepassing is de DDE-naam van de toepassing waar de gegevens zijn opgeslagen. Onderwerp verwijst naar de locatie van het item (meestal de bestandsnaam) en Item staat voor het eigenlijke object.
U kunt bijvoorbeeld de opdracht "soffice x:\abc.odt Sectie1" gebruiken om een sectie genaamd "Sectie1" uit het LibreOffice-tekstdocument abc.odt als een DDE-koppeling in te voegen. Gebruik de opdracht "excel x:\[abc.xls]Sheet1 z1s1" om de inhoud van de eerste cel uit een Microsoft Excel-werkbladbestand genaamd "abc.xls" in te voegen. U kunt ook de elementen, die u als een DDE-koppeling wilt invoegen, kopiëren en vervolgens Bewerken - Plakken Speciaal gebruiken. U kunt vervolgens de DDE-opdracht voor de koppeling bekijken door de inhoud te selecteren en Bewerken - Velden te selecteren.
Voer het pad en de bestandsnaam in van het bestand dat u wilt invoegen of klik op de knop Bladeren om het bestand op te zoeken.Als het keuzevakje DDE geselecteerd is, voer dan de DDE-opdracht in, dat u wilt gebruiken.
Zoek het bestand, dat u als koppeling wilt invoegen, op en klik dan op Invoegen.
Selecteer het gedeelte van het bestand dat u als koppeling wilt invoegen.
Wanneer u een document opent dat gekoppelde secties bevat, wordt u gevraagd of u de koppelingen wilt bijwerken.
Voorkomt dat het geselecteerde gedeelte kan worden bewerkt.
Beveiligd het geselecteerde gedeelte met een wachtwoord. Het wachtwoord moet minstens 5 tekens lang zijn.
Opent een dialoogvenster waar u het huidige wachtwoord kunt wijzigen.
Verbergt de geselecteerde sectie en voorkomt dat die afgedrukt wordt. De componenten van een verborgen sectie worden in de Navigator grijs weergegeven. De Help-tip "verborgen" wordt weergegeven, als u de muisaanwijzer in de Navigator op een verborgen component laat rusten.
U kunt een sectie niet verbergen als deze de enige inhoud op een pagina is, of in een koptekst, voettekst, voetnoot, frame of tabelcel.
Voer de voorwaarde in, waaraan voldaan moet worden om de sectie te verbergen. Een voorwaarde is een logische expressie, zoals 'AANHEF EQ Dhr.'. Als u bijvoorbeeld de functie voor standaardbrief gebruikt om een databaseveld genaamd 'Aanhef' te definiëren dat 'Dhr.', 'Mw.' of 'Dhr./Mw.' bevat, dan kunt u specificeren dat een sectie alleen afgedrukt moet worden als de aanhef 'Dhr.' is.
U zou ook de veldvariabele "x" kunnen maken en de waarde ervan op 1 instellen. Specificeer daarna een voorwaarde, gebaseerd op deze variabele, voor het verbergen van een sectie, zoals: "x eq 1". Als u de sectie wilt weergeven, stelt u de waarde van de variabele "x" in op "0".
U ziet dit gedeelte van het dialoogvenster wanneer het huidige document een XForms-document is.
Selecteer deze optie om bewerking van de sectie-inhoud mogelijk te maken, zelfs als het document in alleen-lezen modus geopend is.