LibreOffice 24.8 Help
>Opent een dialoogvenster waarin u de eigenschappen van een veld kunt bewerken. Klik vóór een veld en kies dan deze opdracht. U kunt in het dialoogvenster de pijltoetsen gebruiken om naar het vorige of volgende veld te gaan.
U kunt ook dubbelklikken op een veld in uw document om het voor bewerking te openen.
Wilt u de weergave wijzigen tussen veldnamen en veldinhoud in uw document, dan kiest u Beeld - Veldnamen.
Als u een DDE-koppeling in uw document selecteert en dan kiest, wordt het dialoogvenster Koppelingen bewerken geopend.
Als u vóór een "afzender"veld klikt en dan Gebruikersgegevens geopend.
kiest, wordt het dialoogvensterToont het type van het veld dat u bewerkt.
De volgende elementen in het dialoogvenster zijn alleen zichtbaar wanneer het overeenkomstige veldtype is geselecteerd.
Toont de veldopties, bijvoorbeeld "vast". Als u wilt, kunt u een andere optie kiezen voor het geselecteerde veldtype.
Selecteer de opmaak voor de inhoud van het veld. Voor tijd- en datumvelden, alsook gebruikergedefinieerde velden kunt u ook op "Andere notaties" klikken en een andere notatie kiezen. De beschikbare notaties zijn afhankelijk van het type veld dat u bewerkt.
De gespecificeerde correctiewaarde wordt getoond voor het geselecteerde veldtype, bijvoorbeeld voor "Volgende pagina," "Paginanummers" of "Vorige pagina". U kunt een nieuwe correctiewaarde invoeren die wordt opgeteld bij het weergegeven paginanummer.
Als u niet het weergegeven nummer maar het feitelijke paginanummer wilt wijzigen, gebruik dan niet de waarde Verschuiving. Lees de instructies van Paginanummers voor uitleg over het wijzigen van paginanummers.
Selecteert de kop die moet worden weergegeven volgens het opgegeven formaat. De eerste kop voor het veld waarvan het overzichtsniveau gelijk is aan of lager is dan het opgegeven overzichtsniveau, wordt geselecteerd. Deze optie is alleen beschikbaar voor veldtypen
(document) en (variabel).Geeft de huidige naam van de veldvariabele weer. Als u wilt kunt u een nieuwe naam intypen.
Wijzigt de huidige waarde van de veldinhoud. Als u wilt, kunt u een nieuwe waarde invoeren.
Toont de voorwaarde waaraan voldaan moet worden om het veld te activeren. U kunt desgewenst een nieuwe voorwaarde invoeren.
Hier kunt u de inhoud veranderen afhankelijk van de voorwaarde voor veldopdrachten die zijn gekoppeld aan een voorwaarde.
Voeg de verwijzingstekst voor het geselecteerde veldtype in of wijzig deze.
Geeft de naam van de macro weer die aan het geselecteerde veld is gekoppeld.
Geeft de tekst van de tijdelijke aanduiding weer voor het geselecteerde veld.
Geeft de tekst weer die aan een voorwaarde is gekoppeld.
Geeft de formule weer van een formuleveld.
Selecteer een geregistreerde database vanwaaruit u het geselecteerde veld wilt invoegen. U kunt ook de tabel of query wijzigen waarnaar het geselecteerde veld verwijst.
Toont het recordnummer in de database dat wordt ingevoegd wanneer wordt voldaan aan de voorwaarde die in het veldtype "Willekeurige record" gespecificeerd is.
Springt naar het vorige veld van hetzelfde type in het document. Deze knop is alleen actief als een document meerdere velden van hetzelfde type bevat.
Vorig veld
Springt naar het volgende veld van hetzelfde type in het document. Deze knop is alleen actief als een document meerdere velden van hetzelfde type bevat.
Volgend veld