Menu Opmaak

Kies Opmaak - Alinea - Initialen tabblad.

Kies Beeld - Opmaakprofielen - open het contextmenu Nieuw/Opmaakprofiel bewerken - Initialen (tabblad).

Kies Opmaak - Alinea - Tekstverloop tabblad.

Kies Beeld - Opmaakprofielen - open het contextmenu Nieuw/Opmaakprofiel bewerken - Tekstverloop (tabblad).

Kies Bewerken - Zoeken en vervangen - Opmaak, tabblad Tekstverloop.

Klik met rechts op het alinea-opmaakprofiel Tekstblok. Kies Alinea - Aanpassen - Voorwaarde (tabblad).

Kies Beeld - Opmaakprofielen (). Klik met rechts op een willekeurige alinea-opmaakprofiel. Kies het tabblad Nieuw - Voorwaarde.

Kies Opmaakprofielen - Opmaakprofielen laden

Klik in het venster Opmaakprofielen op het pictogram Acties voor opmaakprofielen rechtsboven. Kies Opmaakprofielen laden in het submenu.

Verschillende manieren om het venster Opmaakprofielen te openen:

Op de Menubalk:

Kies Opmaak - Pagina-opmaakprofiel.

In het contextmenu:

Kies Pagina-opmaakprofiel.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het tabblad Lay-out, kies Paginamarges of Paginagrootte of Paginakolommen en klik op Meer opties.

In het menu Lay-out van het tabblad Lay-out, kies Pagina-opmaakprofiel.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Pagina-opmaakprofiel

Pagina-opmaakprofiel

Vanaf het toetsenbord:

+Shift+P

Vanuit de Statusbalk:

Klik in het gebied Pagina-opmaakprofiel.

Op de Zijbalk:

Kies Beeld - Opmaakprofielen () - kies Pagina-opmaakprofielen - open het contextmenu voor het geselecteerde opmaakprofiel - Nieuw/Opmaakprofiel bewerken.

Op de Menubalk:

Kies menu Opmaak - Titelpagina.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Invoegen - Titelpagina.

Kies Lay-out - Titelpagina.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Titelpagina

Titelpagina

Kies Opmaak - Alinea - Overzicht en lijst (tabblad).

Klik met rechts op een alinea, kies het tabblad Alinea - Alinea - Overzicht en nummering.

Klik met rechts op een alinea, kies het tabblad Alinea - Opmaakprofiel bewerken - Overzicht en nummering.

Kies tabblad Opmaakprofielen- Opmaakprofiel bewerken - Overzicht en nummering (Alinea-opmaakprofielen).

Kies Beeld - Opmaakprofielen - open het contextmenu Nieuw/Opmaakprofiel bewerken - Overzicht en lijst (tabblad) (Alinea-opmaakprofielen).

Kies de knop Opmaak - Secties - Opties.

Op de Menubalk:

Kies Opmaak - Kolommen.

Kies Opmaak - Titelpagina, selecteer het pagina-opmaakprofiel, klik op Bewerken.

Kies de tab Opmaak - Pagina-opmaakprofiel - Kolommen.

Kies tabbladInvoegen - Frame, tabblad Kolommen.

Kies Beeld - Opmaakprofielen - Pagina-opmaakprofielen - open het contextmenu voor het geselecteerde opmaakprofiel - Nieuw/Opmaakprofiel bewerken - Kolommen (tabblad).

Kies Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen, tabblad Kolommen.

Kies het tabblad Invoegen - Sectie - Kolommen.

Kies het tabblad Opmaak - Sectie - Opties (knop) - Kolommen (tabblad).

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Lay-out - Paginakolommen - Meer opties - Kolommen (tabblad).

In het menu Lay-out en het tabblad Lay-out, kies Paginakolommen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Paginakolommen

Paginakolommen

Kies de tab Opmaak - Pagina-opmaakprofiel - Voetnota.

Kies Beeld - Opmaakprofielen - open het contextmenu Nieuw/Opmaakprofiel bewerken - Voetnoot (tabblad).

Kies Invoegen - Sectie, tabblad Voetnoot/Eindnoot.

Kies Opmaak - Secties - Opties, tabblad Voetnoten/Eindnoten.

Kies Beeld - Opmaakprofielen - open het contextmenu Nieuw/Opmaakprofiel bewerken (voor alinea-opmaakprofielen).

  1. Kies Beeld - Opmaakprofielen of Opmaakprofielen - Opmaakprofielen beheren () om het paneel Opmaakprofielen te openen.

  2. Klik op het pictogram Tekenopmaakprofielen bovenaan het paneel en selecteer een tekenopmaakprofiel.

  3. Klik met rechts om het contextmenu te openen en kies Nieuw/Opmaakprofiel bewerken.

Pictogram Tekenopmaakprofiel

Pictogram Tekenopmaakprofiel

Kies Beeld - Opmaakprofielen - open het contextmenu Nieuw/Opmaakprofiel bewerken (voor frame-opmaakprofielen).

Kies Beeld - Opmaakprofielen () - open het contextmenu Nieuw/Opmaakprofiel bewerken (voor lijstopmaakprofielen).

Kies Extra - AutoCorrectie - Tijdens invoer.

Kies Extra - AutoCorrectie.

Kies Extra - AutoCorrectie - Toepassen.

Kies Extra - AutoCorrectie - Wijzigingen toepassen en bewerken.

Kies Tabel - AutoOpmaak (met cursor in een tabel).

Kies het tabblad Opmaak - Afbeeldingen - Eigenschappen - Vlak.

Op de werkbalk Afbeelding (wanneer er afbeeldingen geselecteerd zijn), klikt u op

Pictogram Graphische eigenschappen

Eigenschappen van afbeeldingen

Op de Menubalk:

Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen - tabblad Positie en grootte.

Kies Opmaak - Frame en object - Eigenschappen - tabblad Positie en grootte.

Kies Beeld - Opmaakprofielen - Frame-opmaakprofielen - open het contextmenu Nieuw/Opmaakprofiel bewerken - Beheren (tabblad).

Kies Invoegen - Frame - Frame - tabblad Positie en grootte.

In het contextmenu:

Kies Eigenschappen - Positie en grootte (tabblad).

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Afbeelding van het tabblad Afbeelding, kies Eigenschappen - Positie en grootte (tabblad).

In het menu Object van het tabblad Object, kies Eigenschappen- Positie en grootte (tabblad).

Vanaf het toetsenbord:

F4, then Position and Size tab.

Vanuit de Statusbalk:

Klik in het gebied Geselecteerde objectgrootte, Positie en grootte (tabblad).

Op de Menubalk:

Kies Opmaak - Omloop.

Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Omloop.

Kies tabblad Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen, tabblad Omloop.

Kies tabblad Invoegen - Frame - Frame, tabblad Omloop.

Kies Opmaak - Frame en OLE-object, tabblad Omloop.

In het contextmenu:

Kies Omloop.

Kies Omloop - Bewerken - Omloop (tabblad).

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Afbeelding - Omloop (tabblad).

Op de Zijbalk:

Op het paneel Eigenschappen, kies het gedeelte Omloop.

Kies Opmaak - Omloop - Contour bewerken.

Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Hyperlink.

Kies tabblad Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen, tabblad Hyperlink.

Kies tabbladInvoegen - Frame - Frame, tabblad Hyperlink.

Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Opties.

Kies tabblad Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen, tabblad Opties.

Kies Beeld - Opmaakprofiel - open het contextmenu voor geselecteerd Frame-opmaakprofiel - Nieuw/Opmaakprofiel bewerken - Opties (tabblad).

Kies tabbladInvoegen - Frame - Frame, tabblad Opties.

Klik met rechts op het geselecteerde object, kies het tabblad Eigenschappen - Opties.

Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Afbeelding.

Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Macro.

Kies tabblad Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen, tabblad Macro.

Kies Extra - AutoTekst - knop AutoTekst, Macro.

Kies Extra - ImageMap - open het contextmenu Macro.

Kies Opmaak - Teken, tabblad Hyperlink, knop Gebeurtenissen.

Kies tabbladTabel - Eigenschappen, tabblad Tabel.

Kies tabbladTabel - Eigenschappen, tabblad Kolommen.

Kies tabbladTabel - Eigenschappen, tabblad Tekstverloop.

Klik met rechts in een tabel en kies Cel.

Kies Tabel - Cellen samenvoegen.

Op de werkbalk Tabel klikt u op

Pictogram Cellen samenvoegen

Cellen samenvoegen

Kies Tabel - Cellen splitsen.

Op de werkbalk Tabel klikt u op

Pictogram Cellen splitsen

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Cellen beveiligen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Tabel van het tabblad Tabel, kie sCellen beveiligen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Cellen beveiligen

Cellen beveiligen

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Celbeveiliging opheffen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Tabel van het tabblad Tabel, kies Celbeveiliging opheffen.

Pictogram Celbeveiliging opheffen

Celbeveiliging opheffen

Kies Rij in het contextmenu van een cel.

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Grootte - Rijhoogte.

In het contextmenu:

Kies Grootte - Rijhoogte.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Tabel van het tabblad Tabel, kies Rijhoogte.

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Grootte - Kolombreedte.

In het contextmenu:

Kies Grootte - Kolombreedte.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Tabel van het tabblad Tabel, kies Kolombreedte.

Kies Tabel - Selecteren - Rijen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Rijen verwijderen

Rijen verwijderen

Kies Kolom in het contextmenu van een cel.

Kies Grootte - Kolombreedte in het contextmenu van een cel.

Kies Tabel - Selecteren - Kolom.

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Invoegen - Kolommen.

Kies Tabel - Invoegen - Rijen.

In het contextmenu:

Kies Invoegen - Rijen.

Kies Invoegen - Kolommen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Tabel van het tabblad Tabel, kies Rijen invoegen.

In het menu Tabel van het tabblad Tabel, kies Kolommen invoegen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Kolommen verwijderen

Kolom verwijderen

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Selecteren - Cel.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Tabel - Cel selecteren.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Cel selecteren

Cel selecteren

Op de Zijbalk:

Kies Eigenschappen - Tabel - Cel.

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Selecteren - Kolom.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Tabel - Kolom.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Kolom selecteren

Kolom selecteren

Op de Zijbalk:

Kies Eigenschappen - Tabel - Kolom.

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Selecteren - Rij.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Tabel - Rij.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Rij selecteren

Rij selecteren

Op de Zijbalk:

Kies Eigenschappen - Tabel - Rij.

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Selecteren - Tabel.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Tabel - Tabel selecteren.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Tabel selecteren

Tabel selecteren

Op de Zijbalk:

Kies Eigenschappen - Tabel - Tabel.

Kies Opmaak - Frame en OLE-object - Eigenschappen.

Pictogram Objecteigenschappen

Objecteigenschappen

Pictogram Frame-eigenschappen

Frame-eigenschappen

Kies menu Opmaak - Pagina-opmaakprofiel - tab Tekstraster, als Aziatische talen ondersteuning is geactiveerd

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Verwijderen - Tabel.

In het contextmenu:

Kies Verwijderen - Tabel.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Tabel verwijderen

Tabel verwijderen

Op de Zijbalk:

Kies Eigenschappen - Tabel - Tabel verwijderen.

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Verwijderen.

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Selecteren.

Op de Menubalk:

Kies Tabel - Grootte.

In het contextmenu:

Kies Grootte.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Tabelgrootte

Tabelgrootte

Help ons, alstublieft!