LibreOffice 24.8 Help
Kies een functie in het onderste deel van het deelvenster Elementen. Deze functies worden ook vermeld in het contextmenu van het Opdrachten-venster. Alle functies die niet in het deelvenster Elementen staan, moeten handmatig worden getypt in het venster Opdrachten.
Hieronder volgt een lijst van alle functies die verschijnen in het venster Elementen. Het pictogram naast de functie geeft aan dat die bereikbaar is via het paneel Elementen (menu Beeld - Elementen) of via het context-menu van het venster Opdrachten.
Natuurlijk exponentieel functie
Voegt een natuurlijk exponentieel functie in. U kunt ook func e^<?> rechtstreeks in het venster Opdrachten invoeren.
Natuurlijk logaritme
Voegt een natuurlijk logaritme (basis e) met één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook ln(<?>) in het venster Commands invoeren.
Exponentieel
Voegt een exponentiële functie en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook exp(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Logaritme
Voegt een logaritme (grondtal 10) en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook log(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Macht
Voegt een X in de Y macht in. U kunt ook <?>^{<?>} in het venster Opdrachten invoeren. U kunt het teken ^ vervangen met rsup or sup.
Sinus
Voegt een sinusfunctie en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook sin(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Cosinus
Voegt een cosinusfunctie en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook cos(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Tangens
Voegt een tangensfunctie en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook tan(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Cotangens
Voegt een cotangensfunctie en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook cot(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Hyperbolische sinus
Voegt een hyperbolische sinus en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook sinh(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Vierkantswortel
Voegt een vierkantswortel-teken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook sqrt(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Hyperbolische cosinus
Voegt een hyperbolisch cosinus-teken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook cosh(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Hyperbolische tangens
Voegt het teken voor hyperbolische tangens, en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook tanh(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Hyperbolische cotangens
Voegt het teken voor hyperbolische cotangens, en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook coth(<?>) rechtstreeks in het venster Opdrachten invoeren.
n-de wortel
Voegt het teken voor n -de wortel, en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook nroot n x in het venster Opdrachten invoeren.
Boogsinus
Voegt een boogsinus-teken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook arcsin(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Boogcosinus
Voegt een boogcosinus-teken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook arccos(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Boogtangens
Voegt een boogtangens-teken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook arctan(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Boogcotangens
Voegt een boogcotangens-teken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook arccot(<?>) rechtstreeks in het venster Opdrachten invoeren.
Absolute waarde
Voegt het teken voor absolute waarde, en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook abs(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Inverse hyperbolische sinus
Voegt het teken voor inverse hyperbolische sinus, en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook arsinh(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Inverse hyperbolische cosinus
Voegt het teken voor inverse hyperbolische cosinus, en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook arcosh(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Inverse hyperbolische tangens
Voegt het teken voor inverse hyperbolische tangens, en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook artanh(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Inverse hyperbolische cotangens
Voegt het teken voor inverse hyperbolische cotangens, en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook arcoth(<?>) in het venster Opdrachten invoeren.
Faculteit
Voegt het faculteit-teken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook fact <?> rechtstreeks in het venster Opdrachten invoeren.
U kunt ook een index of een exponent aan een functie toewijzen. Wanneer u bijvoorbeeld sin^2x invoert, resulteert dit in de functie: sinus tot de macht 2x.
Bij het handmatig invoeren van informatie in het venster Opdrachten dient u er op te letten dat voor een aantal functies spaties zijn vereist (bijvoorbeeld: abs 5=5 ; abs -3=3).