LibreOffice 25.2 Help
U kunt verschillende unaire en binaire operatoren kiezen om uw $ [officename] Math-formule te bouwen. Unair verwijst naar operators die van invloed zijn op één tijdelijke aanduiding. Binair verwijst naar operators die twee tijdelijke aanduidingen verbinden. In het onderste gedeelte van het deelvenster Elementen worden de afzonderlijke operators weergegeven. Het contextmenu van het venster Opdrachten bevat ook een lijst van deze operators, evenals extra operators. Als u een operator nodig hebt die niet in het deelvenster Elementen staat, gebruikt u het contextmenu of typt u deze rechtstreeks in het venster Opdrachten.
Hieronder volgt een complete lijst van de unaire en binaire operatoren. Het symbool naast de operator geeft aan dat die bereikbaar is via het paneel Elementen (kies Beeld - Elementen) of via het contextmenu van het venster Opdrachten.
Plusteken
Voegt een plusteken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook + <?> in het venster Opdrachten invoeren.
Minteken
Voegt een minteken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook -<?> in het venster Opdrachten invoeren.
Plusminusteken
Voegt een plusminusteken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook +-<?> in het venster Opdrachten invoeren.
Minusplusteken
Voegt een minusplusteken en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook -+<?> in het venster Opdrachten invoeren.
optelling (plus)
Voegt een plusteken en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook <?>+<?> in het venster Opdrachten invoeren.
vermenigvuldiging (dot)
Voegt een punt-operator en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook <?>cdot<?> in het venster Opdrachten invoeren.
vermenigvuldiging (x)
Voegt een 'x' vermenigvuldigingsteken en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook <?>times<?> in het venster Opdrachten invoeren.
vermenigvuldiging (*)
Voegt een *-vermenigvuldigingsteken en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook <?>*<?> in het venster Opdrachten invoeren.
aftrekking
Voegt een minteken en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook <?>-<?> in het venster Opdrachten invoeren.
deling (breuk)
Voegt een breukstreep en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook <?>over<?> in het venster Opdrachten invoeren.
deling
Voegt een deelteken en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook <?>div<?> in het venster Opdrachten invoeren.
deling (/)
Voegt een '/'-deelteken en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook <?>/<?> in het venster Opdrachten invoeren.
Booleaans NIET
Voegt een Booleaans NIET en één tijdelijke aanduiding in. U kunt ook neg<?> in het venster Opdracht invoeren.
Booleaans EN
Voegt een Booleaans EN en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook <?>and<?> in het venster Opdrachten invoeren.
Booleaans OF
Voegt een Booleaans OF in met twee tijdelijke aanduidingen. U kunt ook <?>or<?> in het venster Opdrachten invoeren.
samenvoeging
Voegt een samenvoegingsteken en twee tijdelijke aanduidingen in. U kunt ook circ in het venster Opdrachten invoeren.
U kunt ook gebruikergedefinieerde unaire operatoren invoegen door uoper in het venster Opdrachten in te voeren, gevolgd door de syntaxis voor het teken. Deze functie is handig voor het invoegen van speciale tekens in een formule. De opdracht uoper %theta x geeft bijvoorbeeld een kleine Griekse letter theta (een component van deLibreOffice Math-tekenset). U kunt ook tekens invoegen die niet voorkomen in de LibreOffice-tekenset door Extra - Symbolen - Catalogus - Bewerken te kiezen.
U kunt ook gebruikergedefinieerde binaire operatoren invoegen door boper in het venster Opdrachten in te voeren. De opdracht y boper %theta xgeeft bijvoorbeeld een kleine Griekse letter theta, voorafgegaan door een y en gevolgd door een x. U kunt ook tekens invoegen die niet voorkomen in de LibreOffice-tekenset door Extra - Symbolen - Catalogus - Bewerken te kiezen.
Wanneer u <?>oplus<?> in het venster Opdrachten typt, voegt u een omcirkeld plusteken in uw document in.
Voer <?>ominus<?> in het venster Opdrachten in om een omcirkeld minteken in te voegen.
Voer <?>odot<?> in het venster Opdrachten in om een omcirkeld punt in de formule in te voegen.
Voer <?>odivide<?> in het venster Opdrachten in om een omcirkelde schuine streep in de formule in te voegen.
Wanneer u a wideslash b in het venster Opdrachten typt, krijgt u twee tekens met een schuine streep (van linksonder naar rechtsboven) er tussen. De tekens zijn zo ingesteld dat alles links van de streep boven staat en alles aan de rechterkant onder. Deze opdracht is ook beschikbaar in het contextmenu van het venster Opdrachten.
Wanneer u a widebslash b in het venster Opdrachten typt, krijgt u twee tekens met een schuine streep (van linksboven naar rechtsonder) er tussen. De tekens zijn zo ingesteld dat alles links van de streep onder staat en alles aan de rechterkant staat boven. Deze opdracht is ook beschikbaar in het contextmenu van het venster Opdrachten.
Wanneer u sub of sup in het venster Opdrachten typt, voegt u index- en machtgetallen toe aan de tekens in uw formule. Bijvoorbeeld a sub 2.
Als u een dubbelepunt ':' als deelteken wilt gebruiken, kiest u Extra - Symbolen - Catalogus of klikt u op het pictogram Catalogus op de werkbalk Werktuigen. Klik op de knop Bewerken in het opgeroepen dialoogvenster en selecteer dan de symbolenset Speciaal. Voer een duidelijke naam in naast Symbool, bijvoorbeeld “deling”, en klik daarna op de dubbelepunt in de symbolenset. Klik op Toevoegen en dan op OK. Klik op OK om ook het dialoogvenster Symbolen te sluiten. U kunt nu het nieuwe symbool gebruiken, in dit geval de dubbelepunt, door de naam in te voeren in het venster Opdrachten, bijvoorbeeld a %deling b = c.
Bij het handmatig invoeren van informatie in het venster Opdrachten dient u er op te letten dat een aantal operatoren spaties tussen de elementen vereisen voor de juiste structuur. Dit is vooral van belang als u in uw operatoren waarden gebruikt in plaats van tijdelijke aanduidingen, bijvoorbeeld om een deling te maken 4 div 3 of a div b.