LibreOffice 25.8 Help
Definieert de algemene opties voor teken- of presentatie-documenten.
Geeft aan of het venster Selecteer een sjabloon wordt geactiveerd bij het openen van een nieuwe presentatie met Bestand - Nieuw - Presentatie.
>Specificeert of er meteen naar de tekstbewerkingsmodus omgeschakeld moet worden wanneer er op een tekstobject geklikt wordt.
In een presentatie of tekeningendocument kunt u de tekstbewerkingsmodus ook activeren via het pictogram Snel bewerken toestaan op de werkbalk Opties.
Geeft aan of een tekstvak moet worden geselecteerd door op de tekst te klikken.
In het gebied van het tekstvak dat niet met tekst is gevuld, kan een object achter het tekstvak worden geselecteerd.
In een presentatie of tekeningendocument kunt u deze modus ook activeren via het pictogram Alleen tekstgebied selecteren op de werkbalk Opties.
Als ingeschakeld, wordt een kopie gemakt als u een object verplaats terwijl u de toets Hetzelfde geldt voor het draaien en aanpassen van de afmetingen van het object. Het oorspronkelijke object behoudt zijn huidige positie en grootte. ingedrukt houdt.
Specificeert of de cache gebruikt moet worden voor de weergave van objecten op het diamodel. Hiermee wordt de weergave versneld. Hef de selectie van de optie Cache voor achtergrond gebruiken op als u inhoud die regelmatig verandert op het diamodel wilt weergeven.
Specificeert dat u een object wilt verplaatsen met de functie Draaien ingeschakeld. Als Objecten altijd verschuifbaar niet gemarkeerd is, kan de functie Draaien alleen gebruikt worden om een object te draaien.
Hiermee wordt de relatieve uitlijning van Bézierpunten en 2D-tekenobjecten ten opzichte van elkaar behouden wanneer u het object vervormt.
Bepaalt de Maateenheid voor presentaties en tekeningen.
Bepaalt de afstand tussen tabstops.
Bepaalt de tekenschaal op de statusbalk. Klik met rechts op de schaalfactor in de Statusbalk om een lijst met mogelijke waardes te openen.