LibreOffice 24.8 Help
Specificeert de opties voor de afdrukinstellingen.
U kunt de hoeveelheid gegevens verminderen die naar de printer moet worden verzonden. Wanneer u de afdrukgegevens vermindert, wordt de afdruksnelheid verhoogd omdat de afdrukbestanden kleiner zijn. Printers met een kleiner geheugen kunnen hierdoor gemakkelijker afdrukken. Het nadeel is een verminderde afdrukkwaliteit.
Specificeert of de afdrukinstellingen op directe afdrukken op de printer of op afdrukken naar een bestand worden toegepast.
Als u dit veld markeert, worden de transparante objecten afgedrukt als normale, niet-transparante objecten, afhankelijk van uw selectie van de volgende twee keuzerondjes.
Transparantie kan niet direct naar een printer worden uitgevoerd. De gebieden van het document waarin transparantie zichtbaar moet zijn, moeten dus altijd als bitmap worden berekend en naar de printer worden verzonden. Afhankelijk van de grootte van de bitmaps en de afdrukresolutie kan een grote hoeveelheid gegevens daarom het resultaat zijn.
Geeft aan dat de transparantie alleen wordt afgedrukt als het transparante gebied minder dan een kwart van de gehele pagina beslaat.
Met deze optie wordt de transparantie nooit afgedrukt.
Specificeert dat bitmaps met gereduceerde kwaliteit worden afgedrukt. De resolutie kan alleen worden verlaagd en niet verhoogd.
Hoge afdrukkwaliteit komt overeen met een resolutie van 300dpi. Normale afdrukkwaliteit komt overeen met een resolutie van 200 dpi.
Geeft de maximale afdrukkwaliteit in dpi. De resolutie kan alleen worden verlaagd en niet verhoogd.
Als dit veld wordt gemarkeerd, geldt de vermindering van de afdrukkwaliteit voor bitmaps ook voor de transparante gebieden van objecten.
Als dit veld gemarkeerd is, worden kleurverlopen met verminderde kwaliteit afgedrukt.
Geeft u het maximum aantal kleurovergang-strepen voor het afdrukken.
Geeft aan dat kleurovergangen alleen worden afgedrukt in een enkele tussenliggende kleur.
Geeft aan dat alle kleuren alleen in grijstinten worden afgedrukt.
Definieert welke waarschuwingen verschijnen voordat het afdrukken begint.
Vink dit vakje af als er een bepaalde papiergrootte vereist is voor het afdrukken van het huidige document. Als de gebruikte papiergrootte in het document niet beschikbaar is op de huidige printer, ontvangt u een foutbericht.
Markeer dit keuzevakje als u een bepaalde papierrichting voor het afdrukken van het huidige document wilt gebruiken. Als de opmaak die door het huidige document gebruikt wordt, niet beschikbaar is voor de printer, zal er een foutmelding verschijnen.
Selecteer dit keuzevakje als u altijd wilt worden gewaarschuwd als er transparante objecten in het document zijn opgenomen. Als u een dergelijk document afdrukt, verschijnt er een dialoogvenster waarin u kunt selecteren of de transparantie moet worden afgedrukt bij deze afdrukopdracht.