LibreOffice 25.8 Help
Bevat de commando's voor het opmaken van layout en de inhoud van uw document.
Stel de uitlijningsopties in voor de huidige tekstalinea in de bijbehorende container.
Selecteer eerst wat tekst of een object, en klik op dit pictogram. Klik dan op of sleep over andere tekst of klik op een object om dezelfde opmaak toe te wijzen.
Voegt nummering of opsommingstekens toe aan de huidige alinea of aan geselecteerde alinea's en laat u de opmaak van de nummering of opsommingstekens bewerken.
Het bundelen van kleur-, lettertype- en opmaakinstellingen is mogelijk onder het concept Thema.
Specificeer de opmaak en de indeling voor het huidige pagina-opmaakprofiel, inclusief paginamarges, kopteksten en voetteksten en de pagina-achtergrond.
Wanneer opmerkingen aanwezig zijn, wordt het dialoogvesnter Teken getoond. Wijzigingen aan het lettertype en de opmaak van het lettertype worden toegepast op alle opmerkingen.
Hier kunt u opmerkingen, die als uitspraakhulpmiddel dienen, naast Aziatische tekens plaatsen.
Opent een submenu om de eigenschappen van het geselecteerde tekstvak of de geselecteerde vorm te bewerken.
Opent een submenu om frames te koppelen of ontkoppelen en om de eigenschappen van een geselecteerd frame te bewerken.
Hiermee wijst u een naam toe aan het geselecteerde object, zodat het object snel kan worden gevonden in de Navigator.
Wijst een tekst en een alternatieve tekst toe aan het geselecteerde object. Deze teksten zijn beschikbaar als alternatieve tags in uw document voor gebruik door toegankelijkheidstools. Ze zijn ook beschikbaar als tags voor afbeeldingen wanneer u het document exporteert.
Specificeer de manier waarop u tekst rond een object wilt laten omlopen. U kunt ook de ruimte tussen de tekst en het object specificeren.
Opent een submenu waarin u een geselecteerde vorm of afbeelding kunt draaien of spiegelen. Tekstvakken kunnen alleen worden gedraaid.
Groepen houden geselecteerde objecten bij elkaar, zodat zij kunnen worden verplaatst of opgemaakt als één object.
Stel de uitlijningsopties in voor de huidige tekstalinea in de bijbehorende container.
Gebruik deze opdracht om uit een verscheidenheid van opmaakopties te kiezen en om eigenschappen aan de geselecteerde cellen toe te kennen.
Gebruik deze opdracht om uit een verscheidenheid van opmaakopties te kiezen en om eigenschappen aan de geselecteerde cellen toe te kennen.
Hier vindt u de submenu-items voor instelling van de kolombreedte en voor het verbergen/weergeven van kolommen.
Opent een dialoogvenster waarin u de verschijningsvorm van alle pagina's in uw document kunt instellen.
Gebruik Voorwaardelijke opmaak om op bereik gebaseerde voorwaarden te definiëren die bepalen welk celopmaakprofiel op elke cel in een bepaalde cel wordt toegepast bereik op basis van de inhoud.
Gebruik deze opdracht om AutoOpmaak toe te passen op een geselecteerd bladgebied, tabelgebied of om uw eigen AutoOpmaak te definiëren.
Past een opmaakprofiel toe op het spreadsheetdocument.De opmaakprofielen omvatten informatie over het lettertype, de rand en de achtergrondkleur.
Het bundelen van kleur-, lettertype- en opmaakinstellingen is mogelijk onder het concept Thema.
Exporteert onmiddellijk het diagram als afbeelding. Selecteer het bestandstype voor de afbeelding in het dialoogvenster Opslaan.
Opent een submenu om de eigenschappen van het geselecteerde tekstvak of de geselecteerde vorm te bewerken.
Hiermee wijst u een naam toe aan het geselecteerde object, zodat het object snel kan worden gevonden in de Navigator.
Wijst een tekst en een alternatieve tekst toe aan het geselecteerde object. Deze teksten zijn beschikbaar als alternatieve tags in uw document voor gebruik door toegankelijkheidstools. Ze zijn ook beschikbaar als tags voor afbeeldingen wanneer u het document exporteert.
Groepen houden geselecteerde objecten bij elkaar, zodat zij kunnen worden verplaatst of opgemaakt als één object.
Stel de uitlijningsopties in voor de huidige tekstalinea in de bijbehorende container.
Bevat opdrachten voor het toepassen, maken, bewerken, bijwerken, laden en beheren van opmaakprofielen in een tekstdocument.
Bevat opdrachten voor het toepassen, maken, bewerken, bijwerken, laden en beheren van opmaakprofielen in een werkbladdocument.
Bevat opdrachten voor het maken, bewerken, bijwerken en beheren van opmaakprofielen in een presentatiedocument.
Voegt nummering of opsommingstekens toe aan de huidige alinea of aan geselecteerde alinea's en laat u de opmaak van de nummering of opsommingstekens bewerken.
Het bundelen van kleur-, lettertype- en opmaakinstellingen is mogelijk onder het concept Thema.
Geeft opdrachten weer om een tabel binnen een tekstdocument in te voegen, te bewerken en te verwijderen.
Opent een submenu om de eigenschappen van het geselecteerde tekstvak of de geselecteerde vorm te bewerken.
Voeg een schaduw aan het geselecteerde tekenobject toe en definieer de eigenschappen van de schaduw.
Eenvoudig hulpmiddel om tekst langs een curve te plaatsen zonder enige buitensporige effecten.
Hier kunt u definiëren hoe het geselecteerde object zich gedraagt als u er tijdens de presentatie op klikt.
Hiermee wijst u een naam toe aan het geselecteerde object, zodat het object snel kan worden gevonden in de Navigator.
Wijst een tekst en een alternatieve tekst toe aan het geselecteerde object. Deze teksten zijn beschikbaar als alternatieve tags in uw document voor gebruik door toegankelijkheidstools. Ze zijn ook beschikbaar als tags voor afbeeldingen wanneer u het document exporteert.
Verdeelt drie of meer geselecteerde objecten gelijkmatig langs de horizontale as of de verticale as. U kunt de afstand tussen objecten ook gelijkmatig verdelen.
Groepen houden geselecteerde objecten bij elkaar, zodat zij kunnen worden verplaatst of opgemaakt als één object.
Stel de uitlijningsopties in voor de huidige tekstalinea in de bijbehorende container.
Voegt nummering of opsommingstekens toe aan de huidige alinea of aan geselecteerde alinea's en laat u de opmaak van de nummering of opsommingstekens bewerken.
Het bundelen van kleur-, lettertype- en opmaakinstellingen is mogelijk onder het concept Thema.
Voegt een nieuwe laag in of wijzigt een laag in het document. Lagen zijn alleen beschikbaar in Draw, niet in Impress.
Geeft opdrachten weer om een tabel binnen een tekstdocument in te voegen, te bewerken en te verwijderen.
Hiermee kunt u het geselecteerde object draaien, verplaatsen, of schuintrekken, of de grootte ervan wijzigen.
Specificeert de eigenschappen van 3D-object (en) in het huidige document of converteert een 2D-object naar 3D.
Voeg een schaduw aan het geselecteerde tekenobject toe en definieer de eigenschappen van de schaduw.
Eenvoudig hulpmiddel om tekst langs een curve te plaatsen zonder enige buitensporige effecten.
Hiermee wijst u een naam toe aan het geselecteerde object, zodat het object snel kan worden gevonden in de Navigator.
Wijst een tekst en een alternatieve tekst toe aan het geselecteerde object. Deze teksten zijn beschikbaar als alternatieve tags in uw document voor gebruik door toegankelijkheidstools. Ze zijn ook beschikbaar als tags voor afbeeldingen wanneer u het document exporteert.