LibreOffice 24.8 Help
De werkbalk Tabelbevat functies die u kunt gebruiken wanneer u met tabellen werkt. Deze werkbalk verschijnt wanneer u de cursor in een cel van een tabel plaatst.
Klik op dit pictogram om de werkbalk Lijnstijl te openen. U kunt nu de randlijnstijl wijzigen.
Klik op het pictogram Kleur randlijn om de werkbalk Randlijn te openen waarmee u de randkleur van een object kunt veranderen.
Klik op het pictogram Randen om de werkbalk Randen te openen waarop u de rand van een bladgebied of een object kunt wijzigen.
Selecteer het type vulling dat u op het geselecteerde tekenobject wilt toepassen.
Combineert de inhoud van de geselecteerde cellen in een enkele cel, waarbij de opmaak van de eerste cel in de selectie behouden blijft.
Opent een werkbalk die functies bevat voor het optimaliseren van de rijen en kolommen in een tabel.
Centreert de inhoud van de cel tussen de bovenzijde en de onderzijde van de cel.
Voegt een of meer rijen in de tabel in, onder de selectie. U kunt meerdere rijen invoegen via het dialoogvenster (kies Extra - Invoegen - Rijen), of door meerdere rijen te selecteren voordat u op het pictogram klikt. De tweede methode voegt rijen van dezelfde hoogte in als de oorspronkelijk geselecteerde rijen.
Voegt een of meer kolommen in de tabel in, na de selectie. U kunt verschillende kolommen tegelijk invoegen via het dialoogvenster (kies Tabel - Invoegen - Kolommen), of door verschillende kolommen te selecteren voordat u op het pictogram klikt. Als de laatste methode wordt gebruikt, zullen de ingevoegde kolommen dezelfde relatieve breedte hebben als de geselecteerde.
Verwijdert de geselecteerde rij(en) uit de tabel.
Verwijdert de geselecteerde kolom(men) uit de tabel.
Opent Tabelontwerp. Dubbelklik op een voorbeeld om de tabel op te maken.
Tabelontwerp
Specificeert de eigenschappen van de geselecteerde tabel, bijvoorbeeld: lettertypes, lettertype-effecten, randen en achtergrond.