LibreOffice 25.8 Help
Inspecteert objecten in LibreOffice documenten en toont ondersteunde UNO-services en de beschikbare methodes, eigenschappen en geïmplementeerde interfaces.
Met deze functionaliteit kan ook de structuur van het document worden verkent volgens het Document Object Model (DOM).
Kies
In het menu van het tabblad , kies .
                    
Ontwikkelhulpmiddelen
De Ontwikkelhulpmiddelen zijn zichtbaar in alle documenten van LibreOffice Writer, Calc, Impress en Draw. De weergave is permanent en blijft zichtbaar totdat deze wordt gedeselecteerd.
Wanneer Ontwikkelhulpmiddelen is ingeschakeld, wordt onderaan het scherm een vast te zetten venster weergegeven. Dit venster heeft twee gedeeltes:
Document Object Model boomstructuur: Geeft documentgedeelten weer volgens het Document Object Model (DOM). Gebruik deze sectie om het te inspecteren object te kiezen.
Paneel Objectinspectie: Toont de beschikbare services, methodes, eigenschappen en interfaces van het geselecteerde object.
Deze functie is beschikbaar sinds LibreOffice 7.2 voor Writer, Calc, Impress en Draw.
De linkerkant van het venster bevat een schakelknop Huidige selectie, een knop Vernieuwen en een boomstructuur waarin alle objecten in het document worden weergegeven.
Het gedrag van de boomstructuur is afhankelijk van de status van de schakelknop Huidige selectie:
Klik op Huidige selectie om de eigenschappen weer te geven van het object dat momenteel in het document is geselecteerd. Daarom heeft het klikken op een item in de boomstructuur geen effect.
Klik nogmaals op Huidige selectie om een item in de boomstructuur weer te geven en de inhoud van het paneel Object-inspectie bij te werken.
De types objecten die worden weergegeven door de Documentobjectmodel Boomweergave zijn afhankelijk van de LibreOffice-toepassing die wordt gebruikt:
| LibreOffice-toepassing | Ondersteunde objecten | 
|---|---|
| Writer | Alinea's | 
| Calc | Bladen | 
| Impress | Dia's | 
| Draw | Pagina's | 
De rechterkant van het venster is het paneel Object-inspectie dat informatie weergeeft over het object dat wordt geïnspecteerd.
Klassenaam: is de naam van de objectklasse.
Gebruik de klassenaam om meer informatie te zoeken in de API-documentatie. Het object op het hoogste niveau in een Writer-document is bijvoorbeeld een instantie van de klasse SwXTextDocument, die is gedocumenteerd op SwXTextDocument Class Reference.
U kunt het object verder inspecteren door gebruik te maken van de vier beschikbare tabbladen die de Interfaces, Services, Eigenschappen en Methodes weergeven.
De informatie over het object is op elk tabblad in kolommen geordend. De set kolommen die wordt weergegeven, is afhankelijk van het geselecteerde tabblad.
Bevat een enkele kolom met de lijst van interfaces die door het object zijn geïmplementeerd.
Bevat een enkele kolom met de lijst met services die door het object worden ondersteund.
Bevat vier kolommen die de eigenschappen van het object beschrijven:
Eigenschap: Toont de namen van de objecteigenschappen.
Waarde: geeft een tekstuele weergave van de huidige eigenschapswaarde weer.
Type: Toont het type eigenschap.
Info: relevante informatie over de eigenschap weergeven. Een alleen-lezen-eigenschap geeft bijvoorbeeld 'alleen-lezen' weer in deze kolom.
Het tabblad Eigenschappen bevat ook een tekstvak aan de onderkant om de volledige tekstuele weergave van de eigenschapswaarde weer te geven.
Bevat vier kolommen die de gecombineerde lijst van methodes beschrijven die door het huidige object kunnen worden aangeroepen:
Methode: Toont de namen van alle methodes van het object.
Retourtype: Geeft het retourtype van de objectmethodes weer. Methodes die geen waarde teruggeven, worden in deze kolom gemarkeerd als 'void'.
Parameters: Toont de lijst met parameters die vereist zijn voor de methode, evenals hun respectievelijke types.
Implementatieklasse: Toont de naam van de klasse waarin de methode is geïmplementeerd.