LibreOffice 7.1 Help
Specificeert de instellingen voor ODBC-databases. Hieronder vallen uw gegevens voor gebruikerstoegang, uw stuurprogramma-instellingen en lettertypedefinities.
Vul hier de gebruikersnaam in waarmee u de database kunt oproepen.
Voorkomt dat een onbevoegde gebruiker de database kan oproepen. U hoeft het wachtwoord slechts eenmaal per sessie in te voeren.
Gebruik dit tekstveld om indien nodig extra stuurprogrammaopties in te stellen.
Selecteer de conversiecode die u wilt gebruiken om de database weer te geven in LibreOffice. Dit beïnvloedt de database niet. Kies "Systeem" om de standaard tekenset van uw systeem te gebruiken. Tekst- en dBASE-databases zijn beperkt tot tekensets met een vaste tekenlengte, waarbij alle tekens met hetzelfde aantal bytes zijn gecodeerd.
Hiermee wordt LibreOffice-ondersteuning voor automatisch vergrotende gegevensvelden in de huidige ODBC- of JDBC-gegevensbron ingeschakeld. Selecteer dit vakje als de database de functie voor automatische vergroting in de laag SDBCX niet ondersteunt. De automatische vergroting wordt over het algemeen voor het primaire sleutelveld geselecteerd.
Voer de SQL-opdrachtaanduiding in die de gegevensbron de opdracht geeft om een gespecificeerd gegevensveld voor een geheel getal automatisch te vergroten. Een typische SQL-instructie om een gegevensveld te maken, is bijvoorbeeld:
TABEL MAKEN "tabel1" ("id" INTEGER)
Wanneer u het gegevensveld ID in een MySQL-database automatisch wilt vergroten, wijzigt u de instructie naar:
TABEL MAKEN "tabel1" ("id" INTEGER AUTO_INCREMENT)
Met andere woorden: voer 'AUTO_INCREMENT' in het vakje Instructie automatisch vergroten in.
Voer een SQL-instructie in die de laatste automatisch vergrote waarde voor het gegevensveld van de primaire sleutel retourneert. Voorbeeld:
SELECT LAST_INSERT_D();
Staat alleen namen toe die tekens gebruiken die met de SQL92-naamconventies in de gegevensbron overeenkomen. Alle andere tekens worden afgewezen. Elke naam moet met een kleine of hoofdletter, of een onderstreping ( _ ) beginnen. De resterende tekens kunnen ASCII-letters, onderstrepingen en getallen zijn.
Gebruikt de huidige gegevensbron van de catalogus. Dit is handig wanneer de ODBC-gegevensbron een databaseserver is. Als de ODBC-gegevensbron een dBASE-stuurprogramma is, laat u dit vakje leeg.