Speciale tips voor tabelobjecten

U kunt een tabelobject configureren om de gewenste records te tonen. Met andere woorden: u kunt veldnamen definiëren voor het weergeven of bewerken van gegevens zoals in een traditioneel databaseformulier.

De volgende velden zijn mogelijk in een tabelobject: velden voor tekst, datum, tijd en valuta's, numerieke velden, patroonvelden, keuzevakken en keuzelijsten met invoervakken. In geval van gecombineerde datum/tijdvelden, worden automatisch twee kolommen gemaakt.

Het aantal geselecteerde regels (indien aanwezig) wordt in ronde haakjes na het totaal aantal records weergegeven.

Als u kolommen in het tabelobject wilt invoegen, klikt u in de kolomkop en opent u het contextmenu. De volgende opdrachten zijn beschikbaar:

Kolom invoegen

Een submenu oproepen waarin een gegevensveld kan worden geselecteerd voor overname in het tabelobject.

Het tabelobject configureren met slepen en neerzetten: Open de gegevensbronverkenner en sleep de gewenste velden buiten de gegevensbronverkenner naar de kolomkoppen van het tabelobject. Er wordt een vooraf geconfigureerde kolom gemaakt.

Vervangen door

Een submenu openen waarin het gegevensveld kan worden geselecteerd ter vervanging van het geselecteerde gegevensveld in het tabelobject.

Kolom verwijderen

De geselecteerde kolom verwijderen.

Kolom

Het eigenschappendialoogvenster van de geselecteerde kolom openen.

Kolommen verbergen

De geselecteerde kolom verbergen. De eigenschappen blijven ongewijzigd.

Kolommen weergeven

Een submenu openen waarin de opnieuw weer te geven kolommen kunnen worden geselecteerd. Als u slechts één kolom wilt weergeven, klikt u op de gewenste kolomnaam. Alleen de eerste 16 verborgen kolommen worden weergegeven. Als er meer verborgen kolommen aanwezig zijn, kiest u de opdracht Meer om het dialoogvenster Kolommen weergeven te openen.

Meer

Het dialoogvenster Kolommen weergeven openen.

In het dialoogvenster Kolommen weergeven kunt u de kolommen selecteren die moeten worden weergegeven. Houd Shift ingedrukt of de toets om meerdere items te selecteren.

Alles

Klik op Alle als alle kolommen moeten worden weergegeven.

Beheer van Tabelbesturingselementen (alleen toetsenbord)

Als u alleen het toetsenbord gebruikt om door besturingselementen in uw document te navigeren, vindt u één verschil ten opzichte van de andere typen besturingselementen: de Tab-toets verplaatst de cursor niet naar het volgende besturingselement, maar gaat naar de volgende kolom in het tabelbesturingselement. Druk op +Tab om naar het volgende besturingselement te gaan of druk op Shift++Tab om naar het vorige besturingselement te gaan.

Zo activeert u de speciale bewerkingsmodus, alleen toetsenbord, voor Tabelbesturingselementen:

Het formulierdocument moet zijn geopend in de Ontwerpmodus.

  1. Druk op +F6 om het document te selecteren.

  2. Druk op Shift+F4 om het eerste besturingselement te selecteren. Als het Tabelbesturingselement niet het eerste besturingselement is, drukt u op de Tab-toets totdat het tabelobject is geselecteerd.

  3. Druk op Enter om de bewerkingsmodus te activeren. De grepen worden buiten de rand van het besturingselement weergegeven.

  4. In de bewerkingsmodus kunt u het contextmenu voor de bewerkingsmodus openen door op Shift+F10 te drukken.

  5. Als u kolommen wilt bewerken, druk op Shift+Spatiebalk om naar de bewerkingsmodus voor kolommen te gaan. Nu kunt u de volgorde voor kolommen rangschikken met de toetscombinatie +Pijl. De toets Delete verwijdert de huidige kolom.

  6. Druk op Esc om de bewerkingsmodus te verlaten.

Help ons, alstublieft!