Afbeeldingsopmaakprofielen
Opmaakprofielen weergeven voor het opmaken van grafische elementen, inclusief tekstobjecten.
Kies .
Kies .
Kies .
Kies .
Kies .
Kies .
Kies .
Kies .
Command+TF11
Stel de opties voor het geselecteerde opmaakprofiel in.
Stel de opvulopties in voor het geselecteerde tekenobject of documentelement.
Stel de opmaakopties in voor de geselecteerde lijn of voor de lijn die u wilt tekenen. U kunt ook pijlpunten toevoegen aan de lijn of diagramsymbolen wijzigen.
Hier kunt u de instellingen voor de lengte, maateenheid en hulplijnen van de geselecteerde maatlijn wijzigen.
Hier stelt u de eigenschappen van verbindingen in.
Stelt de uitlijning van de alinea in de verhouding tot paginamarges in.
Stel de typografische opties in voor cellen of alinea's in Aziatische taalbestanden. Om Aziatische taalondersteuning in te schakelen, kiest u Taalinstellingen - Algemeen in het dialoogvenster Opties en selecteert u vervolgens het vak Aziatisch in het gebied Standaardtalen voor documenten. De Aziatische typografie-opties worden genegeerd in HTML-documenten.
Definieer de positie van de tab-stop voor de huidige alinea.
De markeringskleur van het tekstobject instellen.
Voegt een animatie-effect aan de tekst in het geselecteerde tekenobject toe.
Stelt de inspringing en de afstandsopties voor de alinea in.
Specificeer de teksteffecten die u wilt gebruiken.
Hier vindt u functies om lettertypes, lettertype-uiterlijk, tekengrootte, taal en kleur te bewerken.
Stel de transparantieopties in voor de opvulling die u op het geselecteerde object wilt toepassen.
Voeg een schaduw aan het geselecteerde tekenobject toe en definieer de eigenschappen van de schaduw.
