LibreOffice 24.8 Help
Voorkomt dat de inhoud van de geselecteerde cellen wordt gewijzigd.
Wanneer de cursor zich in een alleen-lezen cel bevindt, verschijnt er een notitie op de Statusbalk.
Om de celbeveiliging op te heffen, selecteert u de cel(len), klikt u met de rechtermuisknop en kiest u vervolgens Celbeveiliging opheffen.
Beschermt de cellen in het huidige blad tegen wijzigingen.
Kies Extra - Blad beveiligen om het dialoogvenster Blad beveiligen te openen, waarin u vervolgens de bladbeveiliging opgeeft, met of zonder wachtwoord, en de elementen van het blad selecteert die u wilt beveiligen.
Om cellen tegen verdere bewerking te beschermen, moet het selectievakje Beveiligd zijn aangevinkt in Opmaak - Cellen - Celbeveiliging (tabblad) of in het contextmenu Cellen opmaken.
Schakel dit selectievakje in om de beveiliging van blad- en celinhoud te activeren.
Hiermee kunt u een wachtwoord invoeren om het blad te beveiligen tegen ongeoorloofde wijzigingen. Bevestig het wachtwoord dat in het eerste vak is ingevoerd.
Selecteer de elementen die u wilt beveiligen tegen gebruikersacties:
Beveiligde cellen selecteren: markeer dit selectievakje zodat u beveiligde cellen kunt selecteren. Als het selectievakje niet is gemarkeerd, kunt u geen beveiligde cellen selecteren en kan de cursor niet binnen een beveiligd bereik komen.
Niet-beveiligde cellen selecteren: markeer dit selectievakje zodat u niet-beveiligde cellen kunt selecteren. Als het selectievakje niet is gemarkeerd, kunt u geen niet-beveiligde cellen selecteren en kan de cursor niet binnen een niet-beveiligd bereik komen.
Kolommen invoegen: Sta het invoegen van kolommen toe, zelfs als het blad beveiligd is. Houd er rekening mee dat wanneer het invoegen van kolommen is ingeschakeld, u kolommen kunt invoegen, zelfs als het bereik waarin u de nieuwe kolommen wilt invoegen beveiligde cellen bevat die na het invoegen worden verschoven. Cellen van de nieuw ingevoegde kolommen nemen de eigenschap beveiligd over van het bereik waartoe deze behoort: wanneer de nieuwe cel zich binnen een beveiligd bereik bevindt, is de cel beveiligd , en wanneer deze zich in een niet-beveiligd bereik bevindt, is de cel niet-beveiligd .
Rijen invoegen: Sta het invoegen van rijen toe, zelfs als het blad beveiligd is. Houd er rekening mee dat wanneer het invoegen van rijen is ingeschakeld, u rijen kunt invoegen, zelfs als het bereik waarin u de nieuwe rijen wilt invoegen beveiligde cellen bevat die na het invoegen worden verschoven. Cellen van de nieuw ingevoegde rijen nemen de eigenschap beveiligd over van het bereik waartoe deze behoort: wanneer de nieuwe cel zich binnen een beveiligd bereik bevindt, is de cel beveiligd , en wanneer deze zich in een niet-beveiligd bereik bevindt, is de cel niet-beveiligd .
Kolommen verwijderen: het verwijderen van kolommen toestaan. Houd er rekening mee dat het verwijderen van kolommen alleen is toegestaan voor niet-beveiligde cellen.
Rijen verwijderen: het verwijderen van rijen is toegestaan. Houd er rekening mee dat het verwijderen van rijen alleen is toegestaan in niet-beveiligde cellen.
Niet-beveiligde cellen of celbereiken kunnen op een beveiligd blad worden ingesteld met behulp van de menu's Extra - Blad beveiligen en Opmaak - Cellen - Celbeveiliging:
Selecteer de cellen die niet beveiligd zijn
Selecteer Opmaak - Cellen - Celbeveiliging. Deactiveer het keuzevakje Beveiligd en klik op OK.
Activeer in het menu Extra - Blad beveiligen de beveiliging voor het blad. Met onmiddellijke ingang kan alleen het celbereik dat u in stap 1 hebt geselecteerd, worden bewerkt.
Om een niet beveiligd gebied later te wijzigen in een beveiligd gebied:
Selecteer het cellenbereik dat moet worden beveiligd.
Op het tabblad Beveiligd.
, activeer het keuzevakjeKies het menu
. Het voorheen bewerkbare bereik is nu beveiligd.Bladbeveiliging heeft ook invloed op het contextmenu van de bladtabs onder aan het scherm. De opdrachten Blad verwijderen en Bladnaam wijzigen kunnen niet worden geselecteerd.
Als een blad beveiligd is, kunt u geen celopmaakprofielen wijzigen of verwijderen.
Een beveiligd blad of celbereik kan niet meer worden gewijzigd totdat deze beveiliging is uitgeschakeld, met uitzondering van de instellingen voor kolommen en rijen in het dialoogvenster Bladbeveiliging opheffen geopend, waar u het wachtwoord moet invoeren.
. Om de beveiliging uit te schakelen, kiest u de opdracht . Als er geen wachtwoord is ingesteld, wordt de bladbeveiliging onmiddellijk uitgeschakeld. Als het blad met een wachtwoord is beveiligd, wordt het dialoogvensterEenmaal opgeslagen kunnen beveiligde werkbladen alleen opnieuw worden opgeslagen met behulp van de opdracht Bestand - Opslaan als.
Volledige beveiliging van uw werk kan worden bereikt door de opties Extra - Blad beveiligen en Extra - Werkbladstructuur beveiligen te combineren, inclusief wachtwoordbeveiliging. Om het openen van het document helemaal te verbieden, markeert u in het dialoogvenster Opslaan het vakje Opslaan met wachtwoord voordat u op de knop Opslaan klikt.