Groepen houden geselecteerde objecten bij elkaar, zodat zij kunnen worden verplaatst of opgemaakt als één object.
Om toegang te krijgen tot deze functie..
Op de Menubalk:
Kies Opmaak - Groepsvormen.
In het contextmenu:
Kies Groeperen.
Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:
Kies Afbeelding (tabblad).
Vanuit de werkbalken:
Groeperen
Werken met groepen
Wanneer u de individuele objecten van een groep wilt bewerken, selecteert u de groep, klikt u met de rechtermuisknop en kiest u vervolgens Groepering betredenGroeperen - Groepering betreden
Wanneer u een groep bewerkt worden de objecten die geen deel uitmaken van die groep gedimd weergegeven.
Gebruik Tab en Shift+Tab om tussen de objecten in een groep heen en weer te gaan.
Wilt u een groep afsluiten, dan klikt u met de rechtermuisknop en kiest u vervolgens Groepering verlatenGroeperen - Groepering verlaten
Opent de geselecteerde groep, zodat u de individuele objecten kunt bewerken. Als de geselecteerde groep een geneste groep bevat, kunt u deze opdracht voor de subgroepen herhalen. Deze opdracht haalt de objecten niet permanent uit de groep.
Sluit de groep af, zodat u de individuele objecten in de groep niet meer kunt bewerken. Als u zich in een geneste groep bevindt, wordt alleen de geneste groep gesloten.