Randen
Stelt de randopties in voor de geselecteerde objecten in Writer of Calc.
U kunt de positie, grootte en opmaak van de rand opgeven in Writer of Calc. In LibreOffice Writer, kunt u randen toevoegen aan pagina's, frames, afbeeldingen, tabellen, alinea's, tekens en ingesloten objecten.
(alle opties alleen in Writer of Calc)
Kies Opmaak - Alinea, tabblad Randen.
Kies Opmaak - Afbeelding - Eigenschappen, tabblad Randen.
Kies tabbladOpmaak - Frame en object - Eigenschappen, tabblad Type.
Kies Opmaak - Pagina, tabblad Randen.
Kies tabpagina Opmaak - Teken, tabblad Randen.
Kies - open het contextmenu van een item en kies (tabblad).
Kies Opmaak - Pagina - Koptekst, knop Meer.
Kies Opmaak - Pagina - Voettekst, knop Meer.
Kies Opmaak - Cellen, tabblad Randen.
Als u de randen van een hele tabel wilt wijzigen, plaatst u de cursor in een tabelcel, klikt u met de rechtermuisknop en kiest u Tabel. Klik vervolgens op het tabblad Randen. Als u de randen van een tabelcel wilt wijzigen, selecteert u de cel, klikt u met de rechtermuisknop en kiest u Tabel. Klik vervolgens op het tabblad Randen.
Lijnschikking
Selecteer de vooraf gedefinieerde randstijl die u wilt toepassen.
U kunt ook de knop Randen op de werkbalk gebruiken om vooraf gedefinieerde randopmaak toe te passen.
Pictogram op de werkbalk Opmaak:
De optie Rand verwijderen in het gedeelte Aangrenzende cellen bepaalt of randen in de randen van het geselecteerde bereik moeten worden verwijderd. Laat deze optie uitgeschakeld als de buitenste randen ongewijzigd moeten blijven.
Lijn
Klik op het opmaakprofiel voor de rand die u wilt toepassen. Het opmaakprofiel wordt toegepast op de randen die in het voorbeeldvenster zijn geselecteerd.
Pictogram op de werkbalk Opmaak:
Selecteer de lijnkleur die u voor de geselecteerde randen wilt gebruiken.
Vulling
Geef de hoeveelheid ruimte aan die tussen de rand en de inhoud van de selectie moet worden opengelaten.
Links
Voer de afstand in die moet worden opengelaten tussen de linkerrand en de inhoud van de selectie.
Rechts
Voer de afstand in die moet worden opengelaten tussen de rechterrand en de inhoud van de selectie.
Boven
Voer de afstand in die moet worden opengelaten tussen de bovenrand en de inhoud van de selectie.
Beneden
Voer de afstand in die moet worden opengelaten tussen de onderrand en de inhoud van de selectie.
Synchroniseren
Past dezelfde instelling voor Afstand tot inhoud toe op alle vier de randen wanneer u een nieuwe afstand invoert.
Schaduwstijl
U kunt ook een schaduweffect op randen toepassen. Voor de beste resultaten kunt u dit effect het beste toepassen wanneer alle vier de randen zichtbaar zijn.
Afbeeldingen of objecten die aan een frame in het document zijn verankerd, kunnen niet groter zijn dan het formaat van het frame. Als u op de randen van een object een schaduw toepast waarmee een frame volledig wordt gevuld, wordt de grootte van het object verkleind zodat de schaduw kan worden weergegeven.
Positie
Klik op een schaduwstijl voor de geselecteerde randen.
Afstand
Voer de breedte van de schaduw in.
Kleur
Selecteer een kleur voor de schaduw.
Eigenschappen
Specificeert de eigenschappen voor de huidige alinea of de geselecteerde alinea's.
Met volgende alinea samenvoegen
Voegt de randstijl en de schaduwstijl van de huidige alinea met de volgende alinea samen. Deze stijlen worden alleen samengevoegd als de inspring-, rand- en schaduwstijlen van de volgende alinea hetzelfde zijn als die van de huidige alinea. Deze optie is ook beschikbaar voor alinea-opmaakprofielen.
Aangrenzende lijnstijlen samenvoegen
Hiermee worden twee verschillende randstijlen van aangrenzende cellen in een Writer-tabel samengevoegd tot één randstijl. Deze eigenschap is geldig voor een hele tabel in een Writer-document.
De regels kunnen worden gereduceerd tot de instructie dat het sterkere attribuut wint. Als één cel bijvoorbeeld een rode rand met 2-punts dikte heeft, en de aangrenzende cel een blauwe rand met 3-punts dikte, dan is de gemeenschappelijke rand tussen deze twee cellen blauw met 3-punts dikte.
Herstellen
Herstelt wijzigingen die in het huidige tabblad zijn aangebracht, naar de wijzigingen die van toepassing waren toen dit dialoogvenster werd geopend.
Toepassen
De gewijzigde of geselecteerde waarden toepassen zonder het dialoogvenster te sluiten.