LibreOffice 7.6 Help
Selecteer hier welke opties (standaardlettertype, taal, tekenset, einde) moeten worden geïmporteerd of geëxporteerd met het tekstdocument. Het dialoogvenster verschijnt zolang u een puur ASCII-bestand laadt of opslaat zonder een ander filter te hebben gedefinieerd. Het filter heeft de naam "Tekst gecodeerd".
Definieer de instellingen voor het importeren of exporteren van uw bestand in het Eigenschappen-gebied. U kunt definiëren welke tekenset, welke standaardlettertypen, welke taal en welk alinea-einde moet worden gebruikt. Bij het exporteren kan echter alleen de tekenset en het alinea-einde worden gedefinieerd.
Kies hier uit de verschillende tekensets, zoals Systeem of Unicode.
Alleen voor Unicode-tekensets is een bytevolgordemarkering (BOM) een reeks bytes die wordt gebruikt om Unicode-codering van een tekstbestand aan te geven. De aanwezigheid van de UTF-8 BOM is optioneel en kan problemen veroorzaken met sommige software, met name oudere software die niet ontworpen is om UTF-8 te verwerken.
Door een standaardlettertype in te stellen, geeft u aan dat de tekst in een gespecificeerd lettertype moet worden weergegeven. De standaardlettertypen kunnen alleen bij het importeren worden geselecteerd.
Definieer hier de taal van de tekst in geval deze niet reeds voorgedefinieerd is. Deze instelling is alleen beschikbaar bij importeren.
Gebruik deze velden om het soort einde voor een tekstregel te definiëren.
Deze optie produceert een "Carriage Return" en een "Linefeed". Dit veld wordt standaard geactiveerd.
Selecteer deze optie om een "Carriage Return" te produceren.
Selecteer deze optie om een "Linefeed" te produceren.