LibreOffice 25.8 Help
De werkbalk Afbeelding wordt weergegeven wanneer u een afbeelding in een blad invoegt of selecteert.
Dit pictogram op een palet filters, die op de geselecteerde afbeelding gebruikt kan worden. Door het palet te verslepen kan een zwevende werkbalk worden gemaakt.
Toont weergave-attributen voor het geselecteerde afbeeldingsobject. Het ingesloten of gekoppelde afbeeldingsobject in het huidige bestand wordt niet gewijzigd, alleen de weergave van het object verandert.
Opent de werkbalk Kleur zodat u enkele eigenschappen van het geselecteerde object kunt bewerken.
In de keuzelijst met invoervak, Transparantie kunt u de transparantie in het grafische object verhogen of verlagen. Waardes van 0% (ondoorzichtig) naar +100% (transparant) zijn mogelijk.
Maakt het mogelijk om de weergave van een ingevoegde afbeelding bij te snijden. Alleen de weergave wordt bijgesneden, de ingevoegde afbeelding wordt niet gewijzigd. Een afbeelding moet zijn geselecteerd om te kunnen bijsnijden.
In Impress en Draw wordt geen dialoogvenster weergegeven als u op het pictogram klikt, maar zult u acht handvatten zien om bij te snijden. Open het contextmenu van een geselecteerde afbeelding en kies Afbeelding bijsnijden, als u het dialoogvenster wilt gebruiken om bij te snijden.
Sleep aan één van de acht handvatten om bij te snijden om de afbeelding bij te snijden.
Hiermee kunt u schakelen tussen verankeringsopties.
Plaatst het geselecteerde object boven in de stapelvolgorde, zodat het object zich vóór de andere objecten bevindt.
Plaatst het geselecteerde object achter in de stapelvolgorde, zodat het object zich achter de andere objecten bevindt.