LibreOffice 25.2 Help
Raadpleeg ook de lijst met sneltoetsen voor LibreOffice Calc en LibreOffice in het algemeen.
In een tekstvak met een knop om het dialoogvenster te minimaliseren drukt u op F2 om naar de celselectiemodus te gaan. Selecteer een willekeurig aantal cellen en druk nogmaals op F2 om het dialoogvenster weer te geven.
In de celselectiemodus kunt u de algemene navigatietoetsen gebruiken om cellen te selecteren.
U kunt het toetsenbord gebruiken in Overzicht:
Druk op F6 of Shift+F6 tot het verticale of horizontale overzichtsvenster geselecteerd is.
Tab - spring door alle zichtbare knoppen van boven naar beneden of van links naar rechts.
Shift+Tab - schakel in tegenovergestelde richting door alle zichtbare knoppen.
Command+1 to Command+8Ctrl+1 tot Ctrl+8 - alle niveaus tot het opgegeven aantal tonen; alle hogere niveaus verbergen.
Gebruik + of - om de geselecteerde overzichtsgroep weer te geven of te verbergen.
Druk op Enter om de geselecteerde knop te activeren.
Gebruik de pijl omhoog, omlaag, links of rechts om door alle knoppen op het huidige niveau te schakelen.
Kies Beeld - Werkbalken - Tekening om de tekenwerkbalk te openen.
Druk op F6 tot de werkbalk Tekening geselecteerd is.
Als het selectiehulpmiddel actief is, drukt u op CommandCtrl+Enter. Hiermee selecteert u het eerste tekenobject of de eerste afbeelding op het werkblad.
Met CommandCtrl+F6 zet u de focus op het document.
U kunt nu de tab-toets gebruiken om het volgende tekenobject of de volgende afbeelding te selecteren en Shift+Tab om eerdere te selecteren.