TEKST.NA
Retourneert de tekst die na een opgegeven tekenreeks of scheidingsteken voorkomt.
TEKST.NA(Tekst [; Scheidingsteken [; Instantienummer [; Overeenkomstmodus [; Overeenkomsteinde [; Indien niet gevonden ]]]]])
Tekst: de originele tekst.
Scheidingsteken: (optioneel) het scheidingsteken. Er kunnen meerdere scheidingstekens worden opgegeven.
Instantienummer: (optioneel) het exemplaar van het scheidingsteken waarna tekst moet worden geëxtraheerd. De standaardwaarde is 1. Een negatief getal begint met zoeken vanaf het einde.
Overeenkomstmodus: (optioneel) stel in op 1 om een hoofdletterongevoelige match uit te voeren. De standaardwaarde is 0.
Overeenkomsteinde: (optioneel) stel in op 1 om het einde van de tekst als scheidingsteken te beschouwen. De standaardwaarde is 0.
Indien niet gevonden: (optioneel) de waarde die wordt geretourneerd als er geen match is gevonden. De standaardwaarde is #N/B.
Elk van de optionele argumenten kan worden weggelaten. Voor een optioneel argument moeten alle voorgaande scheidingstekens aanwezig zijn.
=TEKST.NA("Te zijn of niet te zijn";"of";1;0;0;"@@@") retourneert de string "niet te zijn" en neemt deze over na het scheidingsteken "of".
=TEKST.NA("Te zijn of niet te zijn";"vraag";1;0;0;"@@@") retourneert de tekst "@@@" omdat het scheidingsteken "vraag" niet in de brontekst voorkomt.
COM.MICROSOFT.TEXTAFTER