NEMEN

Retourneert een opgegeven aantal aaneengesloten rijen of kolommen vanaf het begin of einde van een matrix.

Voer de formule in als een matrixformule. Tip: voer de formule in met de toetsen Ctrl+Shift+Enter.

Syntaxis

=NEMEN(Matrix; Rijen [; Kolommen])

Matrix: de matrix of het bereik waaruit rijen of kolommen moeten worden gehaald.

Rijen: het aantal rijen dat moet worden ingenomen. Een negatieve waarde wordt vanaf het einde van de matrix opgehaald.

Kolommen: (optioneel) het aantal kolommen dat moet worden ingenomen. Een negatieve waarde wordt vanaf het einde van de matrix opgehaald.

Elk van de optionele argumenten kan worden weggelaten. Voor een optioneel argument moeten alle voorgaande scheidingstekens aanwezig zijn.

Voorbeelden

Beschouw de onderstaande matrix A1:E3:

	A	B	C	D	E
1	AAA	BBB	CCC	DDD	EEE
2	FFF			III	JJJ
3	KKK	LLL	MMM	NNN	OOO

De formule {=NEMEN(A1:E3;;1)} retourneert de matrix met 3 rijen (standaard) en 3 kolommen.

AAA	BBB	CCC
FFF
KKK	LLL	MMM

De formule {=NEMEN(A1:E3;2;4)} retourneert de matrix met 2 rijen (standaard) en 4 kolommen.

AAA	BBB	CCC	DDD
FFF			III

De formule {=NEMEN(A1:E3;-2;-2)} retourneert de onderstaande matrix met 2 rijen, te beginnen bij de laatste rij, en 2 kolommen, te beginnen bij de laatste kolom.

III	JJJ
NNN	OOO

Technische informatie

Deze functie is beschikbaar sinds LibreOffice 25.8.

Deze functie is GEEN onderdeel van de standaard Open Document Format for Office Applications (OpenDocument) Versie 1.3. Deel 4: Recalculated Formula (OpenFormula) indeling. De naamruimte is

COM.MICROSOFT.TAKE