VAST

Retourneert een getal als tekst met een opgegeven aantal decimalen en optionele scheidingstekens voor duizendtallen.

VAST(Getal; [Decimalen = 2 [;GeenDuizendtalScheidingsteken = ONWAAR]])

Getal wordt afgerond op Decimalen (na het decimaalteken) en het resultaat wordt opgemaakt als tekst, met behulp van taalinstellingen.

Decimalen (optioneel) verwijst naar het aantal decimalen dat moet worden weergegeven. Als Decimalen negatief is, wordt Getal afgerond op ABS(Decimalen) naar links vanaf de komma. Als Decimalen een breuk is, wordt deze afgekapt, waarbij feitelijk wordt genegeerd wat het dichtstbijzijnde gehele getal is.

GeenDuizendtalScheidingstekens (optioneel) bepaalt of het scheidingsteken voor duizendtallen wordt gebruikt. Als het WAAR of niet-nul is, worden groepsscheidingstekens weggelaten uit de resulterende tekenreeks. Als de parameter gelijk is aan 0 of helemaal ontbreekt, worden de scheidingstekens voor duizendtallen van uw huidige taalinstelling weergegeven.

=VAST(1234567,89;3) retourneert 1.234.567,890 als een tekstreeks.

=VAST(123456,789;;WAAR) geeft 123456,79 als een tekstreeks.

=VAST(12345,6789;-2) geeft 12.300 als een tekstreeks.

=VAST(12134567,89;-3;1) geeft 12135000 als een tekstreeks.

=VAST(12345,789;3/4) geeft 12.346 als een tekstreeks.

=VAST(12345,789;8/5) geeft 12.345,8 als een tekstreeks.