LibreOffice 24.8 Help
Definieert het foutbericht dat wordt weergegeven wanneer ongeldige gegevens in een cel worden ingevoerd.
U kunt ook een macro starten met een foutmelding. Aan het eind van deze pagina wordt een voorbeeldmacro gegeven.
Toont de foutmelding die u in het gebied Inhoud invoert, wanneer er ongeldige gegevens in een cel worden ingevoerd. Indien ingeschakeld wordt het bericht weergegeven om ongeldige invoer te voorkomen.
Als u 'Stoppen' selecteert, wordt de ongeldige invoer in beide gevallen verwijderd, en wordt de vorige waarde opnieuw in de cel ingevoerd. Hetzelfde geldt als u de dialoogvensters Waarschuwing en Informatie sluit door op de knop Annuleren te klikken. Als u de dialoogvensters met de knop OK sluit, wordt de ongeldige invoer niet verwijderd.
Selecteer de handeling die moet worden uitgevoerd wanneer er ongeldige gegevens in een cel worden ingevoerd. De handeling 'Stoppen' verwerpt de ongeldige invoer en toont een dialoogvenster dat u moet sluiten door op OK te klikken. De handelingen 'Waarschuwing' en 'Informatie' tonen een dialoogvenster dat gesloten kan worden door op OK of Annuleren te klikken. De ongeldige invoer wordt alleen verworpen wanneer u op Annuleren klikt.
Opent het dialoogvenster Macro waarin u de macro kunt selecteren die uitgevoerd wordt wanneer er ongeldige gegevens in een cel worden ingevoerd. De macro wordt uitgevoerd nadat de foutmelding is weergegeven.
Voer de titel van de macro of foutmelding in die weergegeven moet worden wanneer er ongeldige gegevens in een cel worden ingevoerd.
Voer het bericht in dat weergegeven moet worden wanneer er ongeldige gegevens in een cel worden ingevoerd.
Hieronder vindt u een voorbeeldfunctie die kan worden aangeroepen wanneer er een fout optreedt. Merk op dat de macro twee parameters overneemt die worden doorgegeven door LibreOffice wanneer de functie wordt aangeroepen:
CelWaarde: De waarde die door de gebruiker is ingevoerd als een tekenreeks.
CelAdres: Het adres van de cel waar de waarde is ingevoerd, als tekenreeks voorafgegaan door de bladnaam (bijvoorbeeld: "Blad1.A1").
De functie moet een Booleaanse waarde teruggeven. Als het WAAR retourneert, blijft de ingevoerde waarde behouden. Als de functie ONWAAR retourneert, wordt de ingevoerde waarde gewist en wordt de vorige waarde hersteld.
Function ExampleValidity(CellValue as String, CellAddress as String) as Boolean
Dim msg as String
Dim iAnswer as Integer
Dim MB_FLAGS as Integer
msg = "Ongeldige waarde: " & "'" & CelWaarde & "'"
msg = msg & " in cel: " & "'" & CelAdres & "'"
msg = msg & Chr(10) & "Toch accepteren?"
MB_FLAGS = MB_YESNO + MB_ICONEXCLAMATION + MB_DEFBUTTON2
iAnswer = MsgBox (msg , MB_FLAGS, "Foutmelding")
ExampleValidity = (iAnswer = IDYES)
End Function