Dit menu-item activeert de Detective. Met de Detective kunt u de koppelingen tussen de huidige formulecellen en de cellen in het werkblad zichtbaar maken.
Om toegang te krijgen tot deze functie..
Op de Menubalk:
Kies Extra - Detective.
Vanuit de werkbalken:
Detective
Zodra u een spoor gedefinieerd hebt, kunt u er met de muiscursor naar wijzen. De vorm van de muiscursor verandert nu. Dubbelklik op het spoor met deze cursor om de cel waarnaar verwezen wordt aan het einde van het spoor te selecteren.
Activeert de opvulmodus in de Detective. De muisaanwijzer verandert in een speciaal symbool en u kunt op elke cel klikken om een spoor naar de voorgaande cel te zien. Om deze modus te verlaten, drukt u op Escape of klikt u op de opdracht Opvulmodus afsluiten in het contextmenu.
Gebruik deze opdracht om alle sporen in het blad opnieuw te tekenen. Bij het opnieuw tekenen van de sporen wordt ook rekening gehouden met gewijzigde formules.