Detective
Dit menu-item activeert de Detective. Met de Detective kunt u de koppelingen tussen de huidige formulecellen en de cellen in het werkblad zichtbaar maken.
Zodra u een spoor gedefinieerd hebt, kunt u er met de muiscursor naar wijzen. De vorm van de muiscursor verandert nu. Dubbelklik op het spoor met deze cursor om de cel waarnaar verwezen wordt aan het einde van het spoor te selecteren.
Deze functie toont de relatie tussen de actuele cel die een formule bevat en de cellen die in de formule gebruikt zijn.
Verwijdert één niveau van markeerpijlen dat ingevoegd is met het commando Spoor naar voorganger.
Tekent markeerpijlen naar de actieve cel vanaf formules die afhankelijk zijn van waarden in de actieve cel.
Verwijdert één niveau van markeerpijlen die gemaakt zijn met Spoor naar opvolger.
Verwijdert alle markeerpijlen uit het werkblad.
Deze functie tekent markeerpijlen naar alle cellen die een foutwaarde veroorzaken in een geselecteerde cel.
Deze opdracht markeert alle cellen in het blad, die waarden buiten de geldige regels bevatten.
Activeert de opvulmodus in de Detective. De muisaanwijzer verandert in een speciaal symbool en u kunt op elke cel klikken om een spoor naar de voorgaande cel te zien. Om deze modus te verlaten, drukt u op Escape of klikt u op de opdracht Opvulmodus afsluiten in het contextmenu.
Gebruik deze opdracht om alle sporen in het blad opnieuw te tekenen. Bij het opnieuw tekenen van de sporen wordt ook rekening gehouden met gewijzigde formules.
Gebruik deze opdracht om automatisch alle sporen in het blad te verversen wanneer u een formule wijzigt.