Verbergen

Verbergt geselecteerde rijen, kolommen of afzonderlijke bladen.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Kies Opmaak - Rijen - Verbergen.

Kies Opmaak - Kolommen - Verbergen.

Kies Blad - Blad verbergen.


Selecteer de rijen en kolommen die u wilt verbergen, en kies daarna Opmaak - Rijen - Verbergen of Opmaak - Kolommen - Verbergen.

U kunt een blad verbergen door het tabblad te selecteren en daarna Opmaak - Blad verbergen te kiezen. Verborgen bladen worden niet afgedrukt tenzij zij vóórkomen in een afdrukbereik.

Notitiepictogram

Een onderbreking in de rij- of kolomkop geeft aan of de rij of kolom verborgen is.


Zo geeft u verborgen rijen, kolommen of bladen weer:

  1. Selecteer het bereik dat de verborgen objecten bevat. U kunt ook het vakje in de hoek boven rij 1 en naast kolom A gebruiken. Voor bladen is deze stap niet nodig.

  2. Kies Opmaak - Rijen/Kolommen - Weergeven of Opmaak - Blad - Blad weergeven.

Help ons, alstublieft!