Menu Gegevens

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Tekst naar kolommen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Tekst naar kolommen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Tekst naar kolommen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Tekst naar kolommen

Tekst naar kolommen

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Bereik definiëren.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Bereik definiëren.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Bereik definiëren.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Bereik definiëren

Bereik definiëren

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Bereik selecteren.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Bereik selecteren.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Bereik selecteren.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Bereik selecteren

Bereik selecteren

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Sorteren.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Sorteren.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Sorteren.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Sorteren

Sorteren

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Dubbelingen....

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Oplopend sorteren

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Oplopend sorteren.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Oplopend sorteren.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Oplopend sorteren

Oplopend sorteren

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Aflopend sorteren

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Aflopend sorteren.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Aflopend sorteren.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Aflopend sorteren

Aflopend sorteren

Kies tabbladGegevens - Sorteren - Sorteercriteria.

Op Standaard werkbalk, klik

Pictogram Oplopend sorteren

Oplopend sorteren

Pictogram Aflopend sorteren

Aflopend sorteren

Kies tabbladGegevens - Sorteren - Opties.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Meer filters.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - AutoFilter.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - AutoFilter.

In het menu Gegevens van het tabbladGegevens, kies AutoFilter.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Autofilter

AutoFilter

Vanaf het toetsenbord:

+Shift+L

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Meer Filters - Speciaal filter....

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Meer filters - Geavanceerd filter.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Geavanceerd filter.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Geavanceerd filter

Geavanceerd filter

Kies knop Gegevens - Meer filters - Standaardfilter - Opties.

Kies knop Gegevens - Meer filters - Speciaal filter - Opties.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Meer Filters - Filter terugzetten.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Filter terugzetten.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Meer filters - AutoFilter verbergen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - AutoFilter verbergen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies AutoFilter verbergen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram AutoFilter verbergen

AutoFilter verbergen

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Subtotalen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Subtotalen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Subtotalen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Subtotalen

Subtotalen

Op de Menubalk:

Kies tabbladGegevens - Subtotalen - Groepering 1, 2, 3.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies het tabblad Subtotalen - 1e, 2e of 3e groep.

Op de Menubalk:

Kies tabblad Gegevens - Subtotalen - Opties.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Subtotalen - Opties (tabblad).

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Validatie.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Valideren.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Valideren.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Gegevens valideren

Gegevens valideren

Op de Menubalk:

Kies tabblad Gegevens - Validatie - Criteria.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Valideren - Criteria (tabblad).

Op de Menubalk:

Kies tabbladGegevens - Validatie - Invoerhulp.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Valideren - Invoerhulp.

Op de Menubalk:

Kies tabbladGegevens - Validatie - Foutmelding.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Valideren - Foutmelding.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Meerdere bewerkingen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Meerdere bewerkingen.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Consolideren.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Consolideren.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Consolideren.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Consolideren

Consolideren

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Groeperen en overzicht maken.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Groeperen en overzicht maken - Details weergeven.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Details weergeven.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Details weergeven.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Details weergeven

Details weergeven

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Groeperen en overzicht maken - Details verbergen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Details verbergen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Details verbergen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Details verbergen

Details verbergen

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Groeperen en overzicht maken - Groeperen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Groeperen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Groeperen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Groeperen

Groeperen

Vanaf het toetsenbord:

F12

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Groeperen en overzicht maken - Groep opheffen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Groep opheffen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Groep opheffen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Groep opheffen

Groep opheffen

Vanaf het toetsenbord:

+F12

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Groeperen en overzicht maken - AutoOverzicht.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies AutoOverzicht.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram AutoOverzicht

AutoOverzicht

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Groeperen en overzicht maken - Overzicht verwijderen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Overzicht verwijderen.

Kies Gegevens - Groeperen en overzicht maken - Details weergeven (voor sommige draaitabellen).

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Draaitabel - Maak.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Draaitabel.

Kies Gegevens - Draaitabel - Invoegen of bewerken.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Invoegen - Draaitabel.

Kies Gegevens - Draaitabel.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Draaitabel invoegen of bewerken.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Draaitabel

Draaitabel

Kies Invoegen - Draaitabel, in het dialoogvenster Bron selecteren, kies de optie In LibreOffice aangemelde gegevensbron.

Kies Invoegen - Draaitabel. in het dialoogvenster Bron selecteren, kies de optie Huidige selectie.

Kies Invoegen - Draaitabel, in het dialoogvenster Bron selecteren kiest u de optie In LibreOffice aangemelde gegevensbron. Klik op OK om het dialoogvenster Gegevensbron selecteren op te roepen.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Draaitabel - Vernieuwen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Draaitabel vernieuwen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Vernieuwen.

In het contextmenu:

Kies Vernieuwen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Draaitabel vernieuwen

Draaitabel vernieuwen

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Draaitabel - Verwijderen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Draaitabel verwijderen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Verwijderen.

In het contextmenu:

Kies Verwijderen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Draaitabel verwijderen

Draaitabel verwijderen

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Bereik vernieuwen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Bereik vernieuwen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Bereik vernieuwen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Bereik vernieuwen

Bereik vernieuwen

Kies Gegevens - Groeperen en overzicht maken - Groeperen.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Berekenen - Werkblad opnieuw berekenen.

Vanaf het toetsenbord:

+Shift+F9

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Berekenen - Opnieuw berekenen.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Opnieuw berekenen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Opnieuw berekenen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Opnieuw berekenen

Opnieuw berekenen

Vanaf het toetsenbord:

F9

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Berekenen - Formule naar waarde.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Berekenen - Automatisch berekenen.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Berekenen

Op de Menubalk:

Kies Gegevens – Formulier...

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Formulier.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens – Stromen

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Stromen.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Stromen.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Stromen

Stromen

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - XML-bron.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - XML-bron.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram XML-bron

XML-bron

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken.

Vanuit de werkbalken:

Pictogram Statistieken

Statistieken

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - Steekproefneming

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Steekproefneming.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Steekproefneming.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - Beschrijvende statistieken

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Beschrijvende statistieken.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Beschrijvende statistieken.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - Variantie-analyse (ANOVA)

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Variantie-analyse (ANOVA).

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Variantie-analyse (ANOVA).

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - Correlatie

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Correlatie

In het menu Gegevens van het tabblad gegevens, kies Statistieken - Correlatie.

Op de Menubalk:

Kies Gegeven - Statistieken - Covariantie

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Covariantie.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Covariantie.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - Exponentiële afvlakking

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Exponentiële afvlakking.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Exponentiële afvlakking.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - Voortschrijdend gemiddelde

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Voortschrijdend gemiddelde.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Voortschrijdend gemiddelde.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - Regressie

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Regressie.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Regressie.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens- Statistieken - Gekoppelde t-toets

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Gekoppelde t-toets.

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Gekoppelde t-toets.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - F-toets

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - F-toets

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - F-toets.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - Z-toets

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Z-toets

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Z-toets.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - Chi-kwadraattoets

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Chi-kwadraattoets

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Chi-kwadraattoets.

Op de Menubalk:

Kies Gegevens - Statistieken - Fourieranalyse

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Kies Gegevens - Statistieken - Fourieranalyse

In het menu Gegevens van het tabblad Gegevens, kies Statistieken - Fourieranalyse.

Help ons, alstublieft!