UNO Objecten, Functies en Services

Functies, objecten en diensten van Unified Network Objects (UNO).

LibreOffice Globale Objecten

StarDesktop-object

Het StarDesktop-object geeft de LibreOffice applicatie aan. Enkele routines en gebruikersinterface-objecten zoals 'current window' kunnen via StarDesktop gebruikt worden.

Functie GetDefaultContext

Geeft de standaardcontext van de 'process service factory', als die bestaat, en anders een nulwaarde.

Functie GetProcessServiceManager

Geeft de ProcessServiceManager (centrale Uno-ServiceManager) terug.

Specificatie GlobalScope

Om persoonlijke en gedeelde bibliotheek-containers (Applicatie Macro's of Mijn macro's) binnen een document te beheren, gebruik de specificatie GlobalScope.

Actieve document-objecten

De volgende objecten kunnen vanuit het actieve document worden gebruikt.

Object BasicLibraries

Object DialogLibraries

Object ThisComponent

In Basic macro's staat ThisComponent voor het huidige document. U kunt met dit object van de actieve component de methodes aanroepen en zo onder meer de eigenschappen lezen en wijzigen. De beschikbare eigenschappen en methoden via ThisComponent verschillen per type document.

Object ThisDatabaseDocument

ThisDatabaseDocument staat voor het actieve Base-document, dat als object kan worden benaderd.

ThisDatabaseDocument retourneert een object van het type com.sun.star.sdb.XOfficeDatabaseDocument.

UNO-methoden

Gebruik de volgende methoden voor het beheren en bevragen van UNO (Unified Network Objects).

Functie CreateUnoDialog

Creëert een BASIC Uno-object dat een Uno-dialoogbeheer vertegenwoordigt gedurende BASIC-runtime.

CreateUnoListener-functie

Maakt een Listener-exemplaar.

Functie CreateUnoService

Maakt met de ProcessServiceManager een Uno-service aan.

CreateUnoServiceWithArguments-functie

Creëert een UNO-service met de ProcessServiceManager, inclusief aanvullende optionele argumenten.

Functie CreateUnoStruct

Creëert een voorbeeld van een Uno-structuurtype.

Functie CreateUnoValue

Geeft een object dat voor een nauwkeurig getypeerde waarde staat die naar het Uno-typesysteem verwijst.

Functie EqualUnoObjects

Retourneert True als de twee opgegeven basisvariabelen dezelfde Uno-objectinstantie vertegenwoordigen.

Functie HasUnoInterfaces

Test of een BASIC Uno-object bepaalde Uno-interfaces ondersteunt.

Functie IsUnoStruct

Geeft Waar terug als het gegeven object een Uno-struct is.

Functie CreateObject

Maakt een UNO-object. Op Windows kan het ook OLE-objecten maken.

Met deze methode kunnen exemplaren gemaakt worden van het type dat als parameter doorgegeven wordt.

note

LibreOffice heeft een API (Application Programming Interface) waarmee de componenten van LibreOffice via meerdere programmeertalen gebruikt kunnen worden met daarbij ondersteuning van de LibreOffice SDK (Software Development Kit). Meer informatie over de LibreOffice API en de SDK: https://api.libreoffice.org


Help ons, alstublieft!