Operator Mod

De operator MOD bepaald uit twee numerieke expressies de rest bij deling.

Een voorbeeld, het resultaat van 22 MOD 6 is 4 omdat er na deling van 22 door 6, er een rest is van 4.

Indien er bij MOD niet gehele getallen worden gebruikt dan wordt er eerst afgerond tot een geheel getal. Dus de uitkomst van MOD is altijd een geheel getal.

Voorbeeld, 16.4 MOD 5.9 wordt als volgt verwerkt:

  1. De waarde 16.4 wordt afgerond naar 16.

  2. De waarde 5.9 wordt afgerond naar 6.

  3. De uitkomst van 16 MOD 6 is 4, want dat is de rest bij delen van 16 door 6.

note

Houd er rekening mee dat de BASIC's MOD-operator van en de MOD-functie van Calc zich anders gedragen. In Calc kunnen beide operanden decimale waarden zijn en ze worden niet afgerond vóór deling, dus de resulterende rest kan een decimale waarde zijn.


Syntaxis:


Resultaat = Expressie1 MOD Expressie2

Geretourneerde waarde:

Integer

Parameters:

Resultaat: Een numerieke variabele met het resultaat van de operatie MOD.

Expressie1, Expressie2: Twee numerieke expressies waarbij u de rest wilt bepalen van deling van Expressie1 door Expressie2.

Voorbeeld:


Sub ExampleMod
    Dim a As Double, b as Double
    a = 10 : b = 4
    Print a Mod b ' Uitkomst 2
    a = 18 : b = 3.2
    Print a Mod b ' Uitkomst 0
    a = 16.4 : b = 5.9
    Print a Mod b ' Uitkomst 4
End Sub

Help ons, alstublieft!