Bestanden beheren

Alle functies en instructies voor het beheren van bestanden worden hier beschreven.

Instructie ChDir

Wijzigt de huidige map of schijf.

ChDrive Instructie

Wijzigt de huidige schijf.

Functie CurDir

Retourneert het huidige pad .

Functie Dir

Geeft de naam van een bestand, map of alle bestanden en mappen op stations of in mappen die aan het opgegeven zoekpad voldoen.

Functie FileAttr

Geeft de toegangsmodus of het MS-DOS bestandsattribuut terug van een bestand dat was geopend met de Open-instructie. Het MS-DOS bestandsattribuut is een toegangsnummer van het besturingssysteem. Daarom het is afhankelijk van het besturingssysteem (OSH = Operating System Handle).

Functie Filecopy

Kopieërt een bestand.

Functie FileDateTime

Geeft een tekenreeks terug die de datum en tijd aangeeft waarop een bestand is gemaakt of het laatst werd gewijzigd.

Functie FileExists

Bepaalt of een bestand of een map beschikbaar is op het gegevensmedium.

Functie FileLen

Geeft de grootte van een bestand in bytes terug.

Functie GetAttr

Geeft een bitpatroon waarmee het bestandstype of de naam van een volume of map vastgesteld kan worden.

Functie GetPathSeparator

Geeft het besturingssysteemafhankelijke scheidingsteken dat wordt gebruikt tussen de mappen in het bestandspad.

Instructie Kill

Verwijdert een bestand van een schijf.

Functie MkDir

Diagram instructie MkDir

Maakt een nieuwe directory aan op een gegevensmedium.

Instructie Name

Hernoemt een bestaand bestand of bestaande map.

Instructie RmDir

Verwijdert een bestaande map van een gegevensmedium.

Instructie SetAttr

Stelt de attribuutinformatie voor een gespecificeerd bestand in.

Help ons, alstublieft!