Algemeen

Definieer de eigenschappen voor het geselecteerde besturingselement of dialoogvenster. De beschikbare eigenschappen zijn afhankelijk van het type besturingselement dat geselecteerd is. De volgende eigenschappen zijn daarom niet voor elk type besturingselement beschikbaar.

Aantal decimalen

Specificeer het aantal decimalen dat voor een numeriek of valutaveld weergegeven moet worden.

Aantal regels

Voer het aantal regels in dat voor een lijstbesturingselement weergegeven moet worden. Voor keuzelijsten met invoervak is deze instelling alleen actief als de optie Vervolgkeuzelijst ingeschakeld is.

Achtergrondkleur

Specificeer de achtergrondkleur voor het huidige besturingselement.

Afbeeldingen

Specificeer de bron van de grafische afbeeldingen voor een knop of afbeeldingselement. Klik op '...' om een bestand te selecteren.

Afdrukken

Selecteer 'Ja' om het huidige besturingselement in de afdruk van een document op te nemen.

Alleen-lezen

Selecteer 'Ja' om te voorkomen dat de gebruiker de waarde van het huidige besturingselement wijzigt. Het besturingselement wordt ingeschakeld en kan de focus krijgen maar kan niet gewijzigd worden.

Automatisch invullen

Selecteer 'Ja' om de AutoFill-functie voor het geselecteerde besturingselement in te schakelen.

Basisniveau afgebeeld

Specificeert of het basisniveau van de boomstructuur weergegeven wordt.

Als Root weergegeven is ingesteld op FALSE, is het knooppunt van een model niet langer een geldig knooppunt voor de boombesturing en kan deze niet worden gebruikt met een methode van XTreeControl.

De standaardwaarde is WAAR.

Bewerkbaar

Specificeert of de knooppunten van het boomstructuurelement bewerkbaar zijn.

De standaardwaarde is ONWAAR.

Bewerkingsmasker

Specificeer het invoermasker voor een patroonveld. Dit is een tekencode die de invoeropmaak voor het besturingselement definieert.

U moet voor elk invoerteken van het bewerkingsmasker een maskeringsteken opgeven om de invoer te beperken tot de waarden in de volgende tabel:

Teken

Betekenis

L

Een tekstconstante. Dit teken kan niet door de gebruiker gewijzigd worden.

a

De tekens a-z kunnen hier worden ingevoerd. Als er een hoofdletter wordt ingevoerd, wordt deze automatisch naar een kleine letter geconverteerd.

A

De tekens A-Z kunnen hier worden ingevoerd. Als er een kleine letter wordt ingevoerd, wordt die automatisch naar een hoofdletter geconverteerd.

c

De tekens a-z en 0-9 kunnen hier worden ingevoerd. Als er een hoofdletter wordt ingevoerd, wordt die automatisch geconverteerd naar een kleine letter.

C

De tekens a-z en 0-9 kunnen hier worden ingevoerd. Als er een kleine letter wordt ingevoerd, wordt die automatisch geconverteerd naar een hoofdletter.

N

Alleen de tekens 0-9 kunnen worden ingevoerd.

x

Alle afdrukbare tekens kunnen worden ingevoerd.

X

Alle afdrukbare tekens kunnen worden ingevoerd. Als er een kleine letter wordt gebruikt, wordt die automatisch naar een hoofdletter geconverteerd.


Breedte

Specificeer de breedte van het huidige besturingselement of dialoogvenster.

Datum

Specificeer de standaarddatum die moet worden getoond in het besturingselement Datum.

Datumopmaak

Specificeer de gewenste opmaak voor een datumveld. Een datumveld interpreteert de gebruikersinvoer afhankelijk van deze opmaakinstelling.

Draaiknop

Selecteer 'Ja' om draaiknoppen aan een numeriek, valuta-, datum- of tijdveld toe te voegen zodat de invoerwaarde met behulp van pijlknoppen verhoogd en verlaagd kan worden.

Drievoudige status

Selecteer 'Ja' voor een keuzevakje met drie statussen (geselecteerd, niet-geselecteerd en gedimd) in plaats van twee (geselecteerd en niet-geselecteerd).

Formaatcontrole

Selecteer 'Ja' om alleen de invoer van geldige tekens in een numeriek, valuta-, datum- of tijdveld toe te staan.

Geactiveerd

Selecteer 'Ja' om het besturingselement in te schakelen. Als het besturingselement uitgeschakeld is, wordt het gedimd in het dialoogvenster weergegeven.

Grote verandering

Specificeer het aantal eenheden waarmee gescrold moet worden wanneer een gebruiker in het gedeelte tussen de schuifregelaar en de pijlen op een schuifbalk klikt.

Handmatig regeleinde

Selecteer 'Ja' om handmatige regeleinden binnen meerregelige besturingselementen toe te staan.

Handvatten tonen

Specificeert of de handvatten van de knooppunten al of niet afgebeeld worden.

De handvatten zijn stippellijnen die de hiërarchie van het boomstructuurelement visualiseren.

De standaardwaarde is WAAR.

Handvatten van basisniveau tonen

Specificeert of de handvatten van de knooppunten ook op het basisniveau getoond worden.

De standaardwaarde is WAAR.

Help-URL

Specificeer de Help-URL die opgeroepen wordt wanneer u op F1 drukt terwijl een specifiek besturingselement geselecteerd is. Zo kunt u de notatie HID:1234 gebruiken om de Help-ID met het nummer 1234 op te roepen.

Stel de omgevingsvariabele HELP_DEBUG in op 1 om de Help-IDs te zien als uitgebreide helptips.

Help-tekst

Voer een Help-tekst in die als tip (Help-ballon) moet worden weergegeven wanneer de muis op het besturingselement staat.

Herhalen

Herhaalt triggergebeurtenissen wanneer u de muisknop ingedrukt houdt op een besturingselement zoals een draaiknop.

Hoogte

Specificeer de hoogte van het huidige besturingselement of dialoogvenster.

Interval

Specificeer de toename- en afname-interval voor draaiknoppen.

Kleine verandering

Specificeer het aantal eenheden waarmee gescrold moet worden wanneer een gebruiker op een pijl van een schuifbalk klikt.

Knoptype

Selecteer een knoptype. Knoptypen bepalen wat voor actie er gestart wordt.

Label

Toont het label van het huidige besturingselement. Het label wordt samen met het besturingselement weergegeven.

U kunt labels met meerdere regels maken door via Shift+Enter handmatige regeleinden in de label in te voegen.

Lijstitems

Specificeer de items voor een lijstbesturingselement. Op één regel staat één lijstitem. Druk op Shift+Enter om een nieuwe regel in te voegen.

Max. datum

Specificeer de bovengrens voor een datumveld.

Max. scrollwaarde

Specificeer de maximumwaarde van een schuifbalk.

Max. tekstlengte

Specificeer hoeveel tekens de gebruiker maximaal kan invoeren.

Max. tijd

Specificeer de maximale tijdswaarde voor een tijdveld.

Max. voortgangswaarde

Specificeer de maximumwaarde van een voortgangsbalk.

Max. waarde

Specificeer de maximumwaarde voor het huidige besturingselement.

Meerdere regels

Selecteer 'Ja' om de invoer van meerdere regels in het besturingselement toe te staan. Druk op Enter om een handmatig regeleinde in het besturingselement in te voegen.

Meervoudige selectie

Selecteer 'Ja' om de selectie van meerdere items in lijstbesturingselementen toe te staan.

Min. datum

Specificeer de benedengrens voor een datumveld.

Min. tijd

Specificeer de minimale tijdswaarde voor een tijdveld.

Min. voortgangswaarde

Specificeer de minimumwaarde van een voortgangsbalk.

Min. waarde

Specificeer de minimumwaarde voor het huidige besturingselement.

Naam

Voer een naam voor het huidige besturingselement in. Deze naam wordt gebruikt om het element te identificeren.

Op schaal brengen

Past de afbeelding aan de grootte van het besturingselement aan.

Pagina (stap)

Geef het nummer op van de dialoogvensterpagina waaraan het huidige besturingselement toegewezen is, of het paginanummer van het dialoogvenster dat u wilt bewerken. Als het dialoogvenster slechts één pagina heeft, stelt u de waarde Pagina (Stap) op 0 in.

Selecteer Pagina (Stap) = 0 om een besturingselement op elke dialoogvensterpagina zichtbaar te maken.

Wilt u in runtime tussen dialoogvensterpagina's schakelen, dan moet u een macro maken die de waarde van Pagina (Stap) wijzigt.

PositieX

Specificeer de afstand van het huidige besturingselement tot de linkerkant van het dialoogvenster.

PositieY

Specificeer de afstand van het huidige besturingselement tot de bovenkant van het dialoogvenster.

Rand

Specificeer het randtype voor het huidige besturingselement.

Richting

Specificeer de stand van een schuifbalk.

Rijhoogte

Specificeert de hoogte van elke rij van het boomstructuurelement, in pixels.

Als de gespecificeerde waarde kleiner dan of gelijk is aan nul, is de rijhoogte de maximale hoogte van alle rijen.

De standaardwaarde is 0.

Roept het bewerken tijdens de stopmodus op

Specificeert wat er gebeurt wanneer het bewerken wordt onderbroken door het selecteren van een andere knoop in de boomstructuur, een verandering in de gegevens van de boomstructuur, of op een andere manier.

Als deze eigenschap op WAAR ingesteld is, worden de veranderingen automatisch opgeslagen wanneer het bewerken onderbroken wordt. ONWAAR betekent dat het bewerken geannuleerd wordt en de wijzigingen verloren gaan.

De standaardwaarde is ONWAAR.

Scheidingsteken voor duizendtallen

Selecteer 'Ja' om scheidingstekens voor duizendtallen in numerieke en valutavelden weer te geven.

Schuifbalk

Voegt het opgegeven schuifbalktype aan een tekstvak toe.

Schuifbalk

Voegt het opgegeven schuifbalktype aan een tekstvak toe.

Scrollwaarde

Geef de beginwaarde van een schuifbalk op. Hiermee wordt de positie van de schuifregelaar bepaald.

Scrollwaarde min.

Specificeer de minimumwaarde van een schuifbalk.

Selectie

Specificeert de volgorde van de geselecteerde items, waarbij '0' overeenkomt met het eerste item. Als u meerdere items wilt selecteren, moet 'Meervoudige selectie' ingeschakeld zijn.

Klik op de knop ... om het dialoogvenster Selectie te openen.

Klik op het item dat u wilt selecteren. Wilt u meerdere items selecteren, controleer dan of de optie Meervoudige selectie geselecteerd is.

Selectietype

Specificeert de selectiemodus die geactiveerd wordt voor dit boomstructuurelement.

Standaardknop

Selecteer 'Ja' om het huidige knopbesturingselement tot de standaardselectie te maken. Wanneer u in het dialoogvenster op Return drukt, wordt de standaardknop geactiveerd.

Status

Selecteer de selectiestatus van het huidige besturingselement.

Tabulator

Selecteer het focusgedrag van het huidige besturingselement wanneer de Tab-toets gebruikt wordt.

Standaard

Alleen invoerbesturingselementen ontvangen focus bij gebruik van de Tab-toets. Besturingselementen zonder invoer zoals besturing van hoofd- en kleine letters worden overgeslagen.

Nee

Bij gebruik van de Tab-toets wordt het besturingselement overgeslagen. Het krijgt geen focus.

Ja

Het besturingselement kan met de Tab-toets worden geselecteerd.


Tekenmasker

Specificeer de beginwaarden die in een patroonveld weergegeven moeten worden. De gebruiker kan dan gemakkelijker zien welke waarden in een patroonveld toegestaan zijn. Het tekenmasker wordt beperkt door de notatie die gespecificeerd wordt door het bewerkingsmasker.

Tekenset

Selecteer het lettertype dat gebruikt moet worden om de inhoud van het huidige besturingselement weer te geven.

Tijdopmaak

Selecteer de opmaak die voor tijdvelden gebruikt moet worden.

Titel

Geef de titel van het dialoogvenster op. Klik op de rand van het dialoogvenster om het te selecteren.

Titels worden alleen gebruikt om een dialoogvenster van een label te voorzien en kunnen slechts uit één regel bestaan. Als u met macro's werkt, kunnen besturingselementen alleen via hun eigenschap Naam aangeroepen worden.

Uitlijning

Specificeer de uitlijningsoptie voor het geselecteerde besturingselement.

Valutasymbool

Voer het valutasymbool in dat voor de valutavelden gebruikt moet worden.

Valutateken

Selecteer 'Ja' om het valutateken in valutavelden weer te geven wanneer er een getal ingevoerd is.

Vertraging

Specificeert de vertraging in milliseconden tussen triggergebeurtenissen voor schuifbalken, Een triggergebeurtenis doet zich voor wanneer u op een schuifbalkpijl of in het achtergrondgebied van een schuifbalk klikt. Triggergebeurtenissen treden herhaald op als u de muisknop ingedrukt houdt wanneer u op een schuifbalkpijl of in het achtergrondgebied van een schuifbalk klikt. U kunt desgewenst geldige tijdeenheden opnemen met het cijfer dat u invoert, zoals 2 s of 500 ms.

Vervolgkeuzelijst

Selecteer 'Ja' om de optie Vervolgkeuzelijst in te schakelen voor lijsten of keuzelijsten met invoervak. Een besturingsveld voor een vervolgkeuzelijst heeft een pijlknopje waarop u kunt klikken om een lijst van de bestaande formulieritems te openen.

Volgorde

Geef de volgorde op waarin de besturingselementen de focus krijgen wanneer de Tab-toets in het dialoogvenster ingedrukt wordt. Wanneer u een dialoogvenster opent, gaat de focus naar het besturingselement dat op de laagste plaats (0) staat. Wanneer u herhaaldelijk op de Tab-toets drukt, wordt de focus in de opgegeven volgorde door de andere besturingselementen verplaatst.

De besturingselementen krijgen aanvankelijk nummers in de volgorde waarin ze aan het dialoogvenster worden toegevoegd. U kunt de volgorde van besturingselementen veranderen. LibreOffice BASIC werkt de nummers automatisch bij om dubbele nummers te voorkomen. Aan besturingselementen die niet de focus kunnen krijgen, wordt ook een waarde toegewezen. Ze worden echter overgeslagen wanneer de Tab-toets gebruikt wordt.

Voortgangswaarde

Geef een voortgangswaarde op voor een voortgangsbalk.

Waarde

Specificeer de waarde voor het huidige besturingselement.

Wachtwoordtekens

Geef een teken op dat in plaats van de getypte tekens weergegeven moet worden. Dit kan voor het invoeren van wachtwoorden in tekstvelden gebruikt worden.

Zichtbare grootte

Geef de lengte op van de schuifregelaar voor een schuifbalk.

Help ons, alstublieft!