Hoofdstuknaam of -nummer invoegen in een kop- of voettekst

U moet eerst de opties voor hoofdstuknummering instellen voor het alinea-opmaakprofiel dat u gebruikt voor de hoofdstuknamen vóórdat u hoofdstukinformatie in een kop- of voettekst kunt invoegen.

Een alinea-opmaakprofiel voor hoofdstuknamen maken:

  1. Kies Extra - Hoofdstuknummering.

  2. Selecteer, in het vak Alinea-opmaakprofiel, het alinea-opmaakprofiel dat u wilt gebruiken voor hoofdstuktitels. Bijvoorbeeld 'Kop 1'.

  3. Selecteer het opmaakprofiel voor de nummering van de hoofdstuknamen in het vak Nummering, bijvoorbeeld, "1,2,3...".

  4. Typ "Hoofdstuk", gevolgd door een spatie, in het vak Ervoor.

  5. Voer in het vak Erna een spatie in.

  6. Klik op OK.

De hoofdstuknaam en het -nummer in een kop- of voettekst invoegen:

  1. Pas het alinea-opmaakprofiel, dat u heeft gedefiniëerd voor de hoofdstuknamen, toe op de hoofdstuktitels in uw document.

  2. Kies Invoegen - Koptekst en voettekst - Koptekst of Invoegen - Koptekst en voettekst - Voettekst en selecteer dan het pagina-opmaakprofiel voor het huidige pagina-opmaakprofiel in het submenu.

  3. Klik in de kop- of voettekst.

  4. Kies Invoegen - Velden - Meer velden en klik dan op het tabblad Functies.

  1. Klik op 'Hoofdstuk' in de lijst Type en 'Hoofdstuknummer en -naam' in de lijst Notatie.

  2. Klik op Invoegen en klik dan op Sluiten.

Nu zal iedere pagina van uw document automatisch de hoofdstuknaam van uw keuze weergeven in de koptekst.

Over kop- en voetteksten

Een pagina-opmaakprofiel maken op basis van de huidige pagina

Verschillende kop- en voetteksten definiëren

Kop- of voetteksten opmaken

Help ons, alstublieft!