Fontwork-dialoogvenster (vorige versie)
Bewerkt de Fontwork-effecten van het geselecteerde object dat is gemaakt met het vorige dialoogvenster Fontwork.
Dit FontWork-dialoogvenster is alleen beschikbaar voor Fontwork in oude Writer-tekstdocument die vóór OpenOffice.org 2.0 zijn gemaakt. U moet eerst Extra - Aanpassen oproepen om een menuopdracht of een pictogram toe te voegen om dit dialoogvenster te openen.
U kunt de vorm van de tekstbasislijn veranderen zodat die overeenkomt met halve-cirkels, bogen, cirkels en vrije-hand-lijnen.
Uitlijnpictogrammen
De bovenste rij bevat pictogrammen voor verschillende halve cirkelvormen. Hier kunt u kiezen uit bovenste halve cirkel, onderste halve cirkel, linker halve cirkel en rechter halve cirkel.
De tweede rij bevat pictogrammen voor tekstuitlijning in de vorm van een boog: bovenste boog, onderste boog, linker boog en rechter boog.
De laatste rij bevat de volgende uitlijningsopties: open cirkel, gesloten cirkel, gesloten cirkel II en open cirkel verticaal. Voor het beste resultaat moet het tekenelement meer dan twee regels tekst bevatten.
Verwijder basislijn opmaak.
Uit
Gebruikt de boven- of onderrand van het geselecteerde object als tekstbasislijn.
Draaien
Gebruikt de boven- of onderrand van het geselecteerde object als tekstbasislijn en bewaart de originele verticale uitlijning van de individuele tekens.
Rechtop
Kantelt de tekens in het tekstobject horizontaal.
Horizontaal kantelen
Kantelt de tekens in het tekstobject verticaal.
Verticaal kantelen
Draait de richting van het tekstverloop om en spiegelt de tekst horizontaal of verticaal. Wilt u deze opdracht gebruiken, dan moet u eerst een andere basislijn voor de tekst toepassen.
Looprichting
Lijnt de tekst uit op het linkereinde van de tekstbasislijn.
Links uitlijnen
Centreert de tekst op de tekstbasislijn.
Midden
Lijnt de tekst uit op het linkereinde van de tekstbasislijn.
Rechts uitlijnen
Past de grootte van de tekst aan de lengte van de tekstbasislijn aan.
AutoTekstgrootte
Voer de afstand in die u tussen de tekstbasislijn en de basis van de individuele tekens wilt openlaten.
Afstand
Voer de afstand in die u tussen de tekstbasislijn en het begin van de individuele tekens wilt openlaten.
Inspringing
Toont of verbergt de tekstbasislijn of de randen van het geselecteerde object.
Contour
Toont of verbergt de randen van de individuele tekens in de tekst.
Letteromranding
Verwijdert schaduweffecten die u op de tekst hebt toegepast.
Uit
Voegt een schaduw toe aan de tekst in het geselecteerde object. Klik op deze knop en voer dan de dimensies van de schaduw in de vakken Afstand X en Afstand Y in.
Verticaal
Voegt een schuine schaduw aan de tekst in het geselecteerde object toe. Klik op deze knop en voer dan de dimensies van de schaduw in de vakken Afstand X en Afstand Y in.
Kantelen
Horizontale afstand
Voer de horizontale afstand tussen de teksttekens en de rand van de schaduw in.
Afstand X
Verticale afstand
Voer de verticale afstand tussen de teksttekens en de rand van de schaduw in.
Afstand Y
Schaduwkleur
Selecteer een kleur voor de schaduw van de tekst.