Tekstfuncties
In deze sectie staan beschrijvingen van de Tekst-functies.
WISSEN.CONTROL
Alle niet-afdrukbare tekens worden uit de tekenreeks verwijderd.
WISSEN.CONTROL("Tekst")
Tekst verwijst naar de tekst vanaf waar alle niet-afdrukbare tekens moeten worden verwijderd.
ARABISCH
Berekent de waarde van een Romeins cijfer. De waarde moet tussen 0 en 3999 liggen.
ARABISCH("Tekst")
Tekst is de tekst die voor het Romeinse cijfer staat.
=ARABISCH("MXIV") geeft 1014 terug
=ARABISCH("MMII") geeft 2002 terug
TEKST.SAMENVOEGEN
Combineert verschillende tekenreeksen tot één tekenreeks.
TEKST.SAMENVOEGEN("Tekst1"; ...; "Tekst30")
Tekst 1; Tekst 2; ... vertegenwoordigen maximaal 30 tekstpassages die moeten worden gecombineerd tot één tekenreeks.
=TEKST.SAMENVOEGEN("Goede ";"morgen ";"mevr. ";"Onbekend") geeft terug: Goede morgen mevr. Onbekend.
KLEINE.LETTERS
Converteert alle hoofdletters in een tekenreeks naar kleine letters.
KLEINE.LETTERS("Tekst")
Zoektekst verwijst naar de tekst die moet worden gevonden.
=KLEINE.LETTERS("Sun") geeft sun terug.
HOOFDLETTERS
Converteert de opgegeven tekenreeks in het tekstveld naar hoofdletters.
HOOFDLETTERS("Tekst")
Tekst verwijst naar de kleine letters die u wilt converteren naar hoofdletters.
=HOOFDLETTERS("GOEDE MORGEN") geeft GOEDE MORGEN terug.
BAHTTEXT
Converteert een getal naar Thaise tekst, inclusief de Thaise valutanamen.
BAHTTEXT(Getal)
Getal is een willekeurig getal. "Baht" wordt aan het integrale deel van het getal toegevoegd, en "Satang" wordt aan het decimale deel van het getal toegevoegd.
=BAHTTEKST(12.65) geeft een tekenreeks terug in Thaise tekens in de betekenis van "twaalf Baht en vijfenzestig Satang".
ROMEINS
Converteert een getal naar een Romeins cijfer. Het waardebereik moet tussen 0 en 3999 liggen, de modi kunnen gehele getallen van 0 tot 4 zijn.
ROMEINS(Getal; Modus)
Getal is het getal dat naar een Romeins cijfer geconverteerd moet worden.
Modus (optioneel) geeft aan in hoeverre er vereenvoudigd wordt. Hoe hoger de waarde, hoe meer het Romeinse cijfer vereenvoudigd wordt.
=ROMEINS(999) geeft CMXCIX terug
=ROMEINS(999;0) geeft CMXCIX terug
=ROMEINS(999;1) geeft LMVLIV terug
=ROMEINS(999;2) geeft XMIX terug
=ROMEINS(999;3) geeft VMIV terug
=ROMEINS(999;4) geeft IM terug
BEDRAG
Converteert een getal naar een bedrag in het valutaformaat, afgerond tot een gespecificeerd aantal plaatsen achter de komma. Voer in het veld Waarde het getal in dat moet worden geconverteerd naar valuta. Optioneel kunt u het aantal plaatsen achter de komma invoeren in het veld Decimalen. Als er geen waarde wordt gespecificeerd zullen alle getallen in valuataformaat worden weergegeven met twee plaatsen achter de komma.
U kunt de valutanotatie in uw systeeminstellingen opgeven.
DOLLAR(Waarde; Decimalen)
Waarde is een getal, een verwijzing naar een cel die een getal bevat of een formule die een getal teruggeeft.
Decimalen is het optionele aantal plaatsen achter de komma.
=EUR(255) geeft € 255,00 terug.
=EUR(367,456;2) geeft € 367,46 terug. Gebruik het scheidingsteken voor duizendtallen dat overeenkomt met de huidige taalinstellingen.
TEKEN
Converteert een getal naar een teken in overeenstemming met de huidige codetabel. Het getal kan een geheel getal van twee of drie cijfers zijn.
TEKEN(Getal)
Getal is een getal tussen 1 en 255 dat de codewaarde voor een teken vertegenwoordigd.
=TEKEN(100) geeft het teken d terug.
="abc" & TEKEN(10) & "def" voegt een teken voor een nieuwe regel in de tekenreeks in.
TEKST
Converteert een getal overeenkomstig een opgegeven notatie naar tekst.
TEKST(Getal; Notatie)
Getal is de numerieke waarde die geconverteerd moet worden.
Notatie is de tekst die de opmaak definieert. Gebruik scheidingstekens voor decimalen en duizendtallen volgens de taal die in de celopmaak ingesteld is.
=TEKST(12,34567;"###,##") geeft de tekst 12,35 terug
=TEKST(12,34567;"000,00") geeft de tekst 012,35 terug
Zie ook Getalnotatiecodes: aangepaste notatiecodes die door de gebruiker gedefinieerd zijn.
BASIS
Converteert een positief geheel getal naar een gespecificeerde basis in een tekst uit het getalsysteem. De cijfers 0-9 en de letters A-Z worden gebruikt.
BASIS(Getal; Radix; Minimumlengte)
Getal is het positieve gehele getal dat moet worden geconverteerd.
Radix geeft de basis aan van het getalssysteem. Het mag elk positief geheel getal zijn tussen 2 en 36.
MinimumLengte (optioneel) bepaalt de minimumlengte van de tekenreeks die werd gemaakt. Als de tekst korter is dan de opgegeven minimumlengte, worden links van de tekenreeks nullen toegevoegd.
=BASIS(17;10;4) geeft 0017 terug in het decimale systeem.
=BASIS(17;2) geeft 10001 terug in het binaire systeem.
=BASIS(255;16;4) geeft 00FF terug in het hexadecimale systeem.
WAARDE
Converteert een tekenreeks naar een getal.
WAARDE("Tekst")
Tekst is de tekst die moet worden geconverteerd naar een getal.
=WAARDE("4321") geeft 4321 terug.
DECIMAAL
Converteert tekst met tekens van een getalsysteem naar een positief geheel getal in de opgegeven basisradix. De radix moet in het bereik 2 tot en met 36 liggen. Spaties en tabs worden genegeerd. Het veld Tekst is niet hoofdlettergevoelig.
Als de radix 16 is, wordt een voorloop x of X of 0x of 0X en een toegevoegde h of H genegeerd. Is de radix 2, dan wordt een toegevoegde b of B genegeerd. Andere tekens die niet tot het getalsysteem behoren, genereren een fout.
DECIMAAL("Tekst"; Radix)
Tekst is de tekst die moet worden geconverteerd. U moet het getal tussen aanhalingstekens plaatsen, bijvoorbeeld "A1" of "FACE" om onderscheid te maken tussen een hexadecimaal getal, zoals A1 en de verwijzing naar A1.
Radix geeft de basis aan van het getalssysteem. Het mag elk positief geheel getal zijn tussen 2 en 36.
=DECIMAAL("17";10) geeft 17 terug.
=DECIMAAL("FACE";16) geeft 64206 terug.
=DECIMAAL("0101";2) geeft 5 terug.
ASC
De functie ASC converteert volle-breedte ASCII- en Katakana-tekens naar halve breedte. Geeft een tekenreeks terug.
Zie https://wiki.documentfoundation.org/Calc/Features/JIS_and_ASC_functions voor een conversietabel.
ASC("Tekst")
Tekst is de tekst die de tekens bevat die moet worden geconverteerd.
Zie ook de functie JIS.
JIS
De functie JIS converteert halve-breedte ASCII- en Katakana-tekens naar volle breedte. Geeft een tekenreeks terug.
Zie https://wiki.documentfoundation.org/Calc/Features/JIS_and_ASC_functions voor een conversietabel.
JIS("Tekst")
Tekst is de tekst die de tekens bevat die moet worden geconverteerd.
Zie ook de functie ASC.
T
Deze functie geeft de doeltekst terug, of een blanco tekenreeks als het doel geen tekst is.
T(Waarde)
Als Waarde een tekst-tekenreeks is of verwijst naar een tekst-tekenreeks, geeft T die tekst-tekenreeks terug, anders wordt een blanco tekst-tekenreeks teruggegeven.
=T(12345) geeft een lege tekenreeks terug.
=T("12345") geeft de tekenreeks 12345 terug.
LEFTB
Geeft de eerste tekens van een DBCS-tekst terug.
LINKS("Tekst"; Aantal_Bytes)
Tekst is de tekst waarvan de initiële gedeeltelijke woorden moeten worden bepaald.
Aantal_bytes (optioneel) geeft het aantal tekens dat u LINKS wilt laten ophalen, op bytes gebaseerd. Als deze parameter niet gedefinieerd is, wordt er één teken als resultaat gegeven.
LINKSB("中国";1) geeft " " terug (1 byte is slechts een half DBCS teken en daarom wordt een spatie in de plaats teruggegeven).
LINKSB("中国";2) geeft "中" terug (2 bytes vormen een volledig DBCS teken).
LINKSB("中国";3) geeft "中 " terug (3 bytes is anderhalf DBCS teken en daarom is het laatste teken dat wordt teruggegeven een spatie).
LINKSB("中国";4) geeft "中国" terug (4 bytes zijn twee complete DBCS tekens).
LENGTE("kantoor";3)Geeft "kan" terug (3 niet-DBCS tekens van elk 1 byte).
LENGTE
Geeft de lengte van een tekenreeks inclusief de spaties.
LENGTE("Tekst")
Tekst is de tekst waarvan de lengte moet worden bepaald.
=LENGTE("Goedemiddag") geeft 11 terug.
=LENGTE(12345,67) geeft 8 terug.
UNI.CODE
Geeft de numerieke code voor het eerste Unicode-teken in een tekenreeks.
UNICODE("Tekst")
=UNI.CODE("©") geeft het Unicode-getal 169 terug voor het teken Copyright.
Zie ook de functie UNICHAR().
VIND.ALLES
Geeft de positie van een een tekenreeks binnen een andere tekenreeks. U kunt ook definiëren waar het zoeken moet beginnen. De zoekterm kan een getal of een reeks tekens zijn. De zoekopdracht is hoofdlettergevoelig.
VIND.ALLES("Zoektekst"; "Tekst"; Positie)
Zoektekst verwijst naar de tekst die moet worden gevonden.
Tekst is de tekst waar het zoeken wordt uitgevoerd.
Positie (optioneel) is de positie in de tekst waar het zoeken begint.
=VIND.ALLES(76;998877665544) geeft 6 terug.
VIND.SPEC
Geeft de positie van een tekstsegment binnen een tekenreeks. U kunt het begin van de zoekactie als een optie instellen. De zoektekst kan een getal zijn of een reeks tekens. De zoekopdracht is niet hoofdlettergevoelig. Als de tekst niet gevonden wordt, wordt de foutcode 519 (#WAARDE) gegenereerd.
VIND.SPEC("Zoektekst"; "Tekst"; Positie)
Zoektekst is de tekst waarnaar moet worden gezocht.
Tekst is de tekst waar het zoeken wordt uitgevoerd.
Positie (optioneel) is de positie in de tekst waar het zoeken moet beginnen.
=VIND.SPEC(54;998877665544) geeft 10 terug.
VAST
Geeft een getal als tekst terug met een gespecificeerd aantal decimale plaatsen en optionele scheidingstekens voor duizendtallen.
VAST(Getal; Decimalen; GeenDuizendtalscheidingsteken)
Getal is het getal dat opgemaakt moet worden.
Aantal decimalen verwijst naar het aantal plaatsen achter de komma dat weergegeven moet worden.
GeenDuizendtalscheidingsteken (optioneel) bepaalt of het duizendtalscheidingsteken wordt gebruikt. Als de parameter een getal is dat niet gelijk is aan 0 wordt het duizendtalscheidingsteken onderdrukt. Als de parameter gelijk is aan 0 of helemaal ontbreekt wordt het scheidingsteken voor duizendtallen van uw huidige lokale instellingen weergegeven.
=VAST(1234567,89;3) geeft 1.234.567,890 terug als een tekst tekenreeks.
=VAST(1234567,89;3;1) geeft 1234567,890 terug als een tekst-tekenreeks.
CODE
Geeft een numerieke code voor het eerste teken in een tekenreeks.
CODE("Tekst")
Tekst is de tekst waarvoor de code van het eerste teken moet worden vastgesteld.
=CODE("Hiëronymus") geeft 72 terug, =CODE("hiëroglyfisch") geeft 104 terug.
De hier gebruikte code verwijst niet naar ASCII, maar naar de codetabel die momenteel geladen is.
MIDB
Geeft een tekenreeks uit een DBCS-tekst terug. De parameters specificeren de startpositie en het aantal tekens.
DEEL("Tekst"; Begin; Aantal_bytes)
Tekst is de tekst waaruit de tekens moeten worden weggenomen.
Begin is de positie van het eerste teken in de tekst dat moet worden weggenomen.
Aantal_bytes is het aantal tekens dat DEEL van de tekst zal terug geven, in bytes.
MIDB("中国";1;0) geeft "" terug (0 bytes vormen steeds een lege tekenreeks).
MIDB("中国";1;1) geeft " " (1 byte is slecht een half DBCS teken en daarom resulteert dit in een spatie teken).
MIDB("中国";1;2) geeft "中" terug (2 bytes vormen een volledig DBCS teken).
MIDB("中国";1;3) geeft "中 " terug (3 bytes zijn anderhalf DBCS teken; de laatste byte resulteert in een spatie teken).
MIDB("中国";1;4) geeft "中国" terug (4 bytes vormen twee volledige DBCS tekens).
MIDB("中国";2;1) geeft " " terug (byte positie is niet aan het begin van een teken in een DBCS tekenreeks; 1 spatie teken wordt teruggegeven).
MIDB("中国";2;2) geeft " " terug (byte positie 2 wijst naar de laatste helft van het eerste teken in de DBCS tekenreeks; de 2 gevraagde bytes bestaan daarom uit de laatste helft van het eerste teken en de eerste helft van het tweede teken in de tekenreeks; 2 spatie tekens wordt daarom teruggegeven).
MIDB("中国";2;3) geeft " 国" terug (byte positie 2 is niet aan het begin van een teken in een DBCS tekenreeks; spatie teken wordt teruggegeven voor byte positie 2).
MIDB("中国";3;1) geeft " " terug (byte positie 3 is niet aan het begin van een teken in een DBCS tekenreeks; maar 1 byte is slechts een half DBCS teken en een spatie teken wordt daarom in de plaats teruggegeven).
MIDB("中国";3;2) geeft "国" terug (byte positie 3 is aan het begin van een teken in een DBCS tekenreeks, maar 2 byte vormen een DBCS teken).
MIDB("kantoor";2;3) geeft "ant" terug (byte positie 2 is aan het begin van een teken in een niet-DBCS tekenreeks en 3 bytes van een niet-DBCS tekenreeks bevatten 3 tekens).
DEEL
Geeft een tekenreeks uit een tekst terug. De parameters specificeren de startpositie en het aantal tekens.
DEEL("Tekst"; Begin; Getal)
Tekst is de tekst waaruit de tekens moeten worden weggenomen.
Begin is de positie van het eerste teken in de tekst dat moet worden weggenomen.
Getal specificeert het aantal tekens in het gedeelte van de tekst.
=DEEL("kantoor";2;2) geeft an terug.
LENB
Geeft het aantal bytes dat, voor de tekens in een tekenreeks voor double-byte tekensetset (DBCS), wordt gebruikt.
LENB("Tekst")
Tekst is de tekst waarvan de lengte moet worden bepaald.
LENB("中") geeft 2 terug (1 DBCS-teken van 2 bytes).
LENB("中国") geeft 4 terug (2 DBCS-tekens van elk 2 bytes).
LENB("Kantoor")Geeft 6 terug (6 niet-DBCS tekens van elk 1 byte).
=LENGTE("Goedemiddag") geeft 11 terug.
=LENGTE(12345,67) geeft 8 terug.
LINKS
Geeft het eerste teken of tekens van een tekst terug.
LINKS("Tekst"; Getal)
Tekst is de tekst waarvan de initiële gedeeltelijke woorden moeten worden bepaald.
Aantal (optioneel) geeft het aantal tekens voor de begintekst. Als deze parameter niet gedefinieerd is, wordt er één teken als resultaat gegeven.
=LINKS("uitvoer";3) geeft “uit” terug.
RECHTS
Geeft het laatste teken of tekens terug van een tekst.
RECHTS("Tekst"; Getal)
Tekst is de tekst waarvan het rechter gedeelte moet worden bepaald.
Getal (optioneel) is het aantal tekens in het rechter gedeelte van de tekst.
=RECHTS("Sun";2) geeft un terug.
RIGHTB
Geeft het laatste teken of tekens van een tekst met dubbel-byte tekenreeksen (DBCS).
RECHTS("Tekst"; Aantal_bytes)
Tekst is de tekst waarvan het rechter gedeelte moet worden bepaald.
Aantal_bytes (optional) is het aantal tekens dat RECHTS moet ophalen, op bytes gebaseerd.
RECHTSB("中国";1) geeft " " terug (1 byte is slechts een half DBCS teken en daarom wordt een spatie in de plaats teruggegeven).
RECHTSB("中国";2) geeft "国" terug (2 bytes vormen een volledig DBCS teken).
RECHTSB("中国";3) geeft " 国" terug (3 bytes zijn een half DBCS teken en een heel DBCS teken; het eerste halve teken resulteert in een spatie).
RECHTSB("中国";4) geeft "中国" terug (4 bytes zijn twee complete DBCS tekens).
RECHTSB("kantoor";3)Geeft "too" terug (3 niet-DBCS tekens van elk 1 byte).
HERHALING
Herhaalt een tekenreeks met het opgegeven aantal kopieën.
HERHALING("Tekst"; Getal)
Tekst is de tekst die moet worden herhaald.
Getal is het aantal herhalingen.
Het resultaat kan maximaal 255 tekens zijn.
=HERHALING("Goede morgen";2) geeft Goede morgenGoede morgen terug.
GELIJK
Vergelijkt twee tekenreeksen en geeft WAAR als ze identiek zijn. Deze functie is hoofdlettergevoelig.
GELIJK("Tekst1"; "Tekst2")
Tekst1 verwijst naar de eerste tekst om te vergelijken.
Tekst2 is de tweede tekst om te vergelijken.
=GELIJK("microsystems";"Microsystems") geeft ONWAAR terug.
VERVANGEN
Vervangt een gedeelte van een tekenreeks door een andere tekenreeks. Deze functie kan gebruikt worden om zowel tekens als getallen te vervangen (die automatisch naar tekst geconverteerd worden). Het resultaat van de functie wordt altijd als tekst weergegeven. Als u verdere berekeningen wilt uitvoeren met een getal dat vervangen is door tekst, moet u het weer naar een getal converteren met behulp van de functie WAARDE.
Tekst met getallen moet tussen aanhalingstekens staan als u niet wilt dat deze als een getal geïnterpreteerd en automatisch naar tekst geconverteerd wordt.
VERVANGEN("Tekst"; Positie; Lengte; "NieuweTekst")
Tekst is de tekst waarvan een deel vervangen zal worden.
Positie verwijst naar de positie in de tekst waar de vervanging zal beginnen.
Lengte is het aantal tekens in Tekst die moeten worden vervangen.
NieuweTekst verwijst naar de tekst die Tekst vervangt.
=VERVANGEN("1234567";1;1;"444") geeft "444234567" terug. Eén teken op positie 1 wordt vervangen door de complete NieuweTekst.
SUBSTITUEREN
Vervangt oude tekst met nieuwe tekst in een tekenreeks.
SUBSTITUEREN("Tekst"; "Zoektekst"; "NieuweTekst"; AantalKeren)
Tekst is de tekst waarin tekstsegmenten moeten worden verwisseld.
Zoektekst is het tekstsegment dat moet worden vervangen (een aantal keren).
NieuweTekst is de tekst waardoor het tekstsegment wordt vervangen.
AantalKeren (optioneel) geeft aan welke gevonden instantie van de zoektekst moet worden vervangen. Als deze parameter word weggelaten wordt de zoektekst overal vervangen.
=SUBSTITUEREN("123123123";"3";"abc") geeft 12abc12abc12abc terug.
=SUBSTITUEREN("123123123";"3";"abc";2) geeft 12312abc123 terug.
BIJSNIJDEN
Verwijdert spaties uit een tekenreeks, zodat er slechts één spatie tussen woorden blijft staan.
BIJSNIJDEN("Tekst")
Tekst verwijst naar tekst waarin voorloopspaties verwijderd worden.
=TRIM(" hallo wereld ") geeft hallo wereld terug zonder voorafgaande of volgende spaties en met een enkele spatie tussen de woorden.
BEGINLETTERS
Wijzigt de eerste letter van elk woord in een tekenreeks in een hoofdletter.
BEGINLETTERS("Tekst")
Zoektekst verwijst naar de tekst die moet worden gevonden.
=BEGINLETTERS("open office") geeft Open Office terug.
UNITEKEN
Wijzigt een codegetal in een Unicode-teken of -letter.
UNICHAR(getal)
=UNITEKEN(169) geeft het Copyright karakter ©.
Zie ook de functie UNICODE().