Type
Specificeert de grootte en positie van het geselecteerde object of frame op een pagina.
Grootte
Breedte
Voer de gewenste breedte in voor het geselecteerde object.
Relatief
Berekent de breedte van het geselecteerde object als percentage van de breedte van het paginatekstgebied.
Relatieve breedteverhouding
Beslist wat 100% breedte betekent: ofwel tekstgebied (exclusief marges) of de hele pagina (inclusief marges).
Hoogte
Voer de gewenste hoogte in voor het geselecteerde object.
Relatief
Berekent de hoogte van het geselecteerde object als percentage van de hoogte van het paginatekstgebied.
Relatie tot de relatieve hoogte
Beslist wat 100% hoogte betekent: ofwel tekstgebied (exclusief marges) of de hele pagina (inclusief marges).
Verhoudingen behouden
Behoudt de hoogte- en breedteverhouding wanneer u de breedte of hoogte wijzigt.
Oorspronkelijke grootte
Zet de grootte-instellingen van het geselecteerde object op de oorspronkelijke waarden terug.
Deze optie is niet beschikbaar voor frames.
Automatisch
Past automatisch de breedte of hoogte van een frame aan de inhoud van het frame aan. U kunt desgewenst een minimumbreedte of -hoogte voor het frame specificeren.
De optie Automatisch is alleen beschikbaar wanneer u een frame selecteert.
Verankering
Specificeer de verankeringsopties voor het geselecteerde object of frame. De verankeringsopties zijn niet beschikbaar wanneer u het dialoogvenster via het venster Stijlen en opmaak opent.
Aan pagina
Verankert het geselecteerde aan de huidige pagina.
Aan alinea
Verankert het geselecteerde aan de huidige alinea.
Aan teken
Verankert het geselecteerde aan een teken.
Als teken
Verankert het geselecteerde als teken. De hoogte van de huidige regel wordt aan de hoogte van de selectie aangepast.
Positie
Specificeer de plaats van het geselecteerde object op de huidige pagina.
Horizontaal
Selecteer de optie voor horizontale uitlijning voor het object. Deze optie is niet beschikbaar als u "Als teken verankeren" kiest.
met
Bepaal hoeveel ruimte er moet zijn tussen de linkerrand van het geselecteerde object en het referentiepunt dat u in het vak Naar hebt geselecteerd. Deze optie is alleen beschikbaar als u "Vanaf links" selecteert in het vak Horizontaal.
naar
Selecteer het referentiepunt voor de geselecteerde horizontale uitlijningsoptie.
U kunt het resultaat van de geselecteerde uitlijnopties in het voorbeeldvak zien.
Op even pagina's spiegelen
Keert de huidige horizontale uitlijningsinstellingen op even pagina's om.
U kunt ook de spiegelingsopties voor Afbeeldingen gebruiken om de lay-out van objecten op even en oneven pagina's aan te passen.
Verticaal
Selecteer de optie voor verticale uitlijning voor het object.
Als u een object aan een frame met een vaste hoogte verankert, zijn alleen de uitlijningsopties Beneden en Gecentreerd beschikbaar.
met
Geef de hoeveelheid ruimte op die er moet zijn tussen de bovenrand van het geselecteerde object en het referentiepunt dat u in het vak Naar hebt geselecteerd. Deze optie is alleen beschikbaar als u 'Van boven' of 'Van beneden' (als teken) selecteert in het vak Verticaal.
naar
Selecteer het referentiepunt voor de geselecteerde verticale uitlijningsoptie.
Tekstverloop volgen
Houdt het geselecteerde object binnen de layout-grenzen van de tekst waaraan het object verankerd is. Selecteer deze optie niet als u het geselecteerde object op een willekeurige plaats in het document wilt kunnen zetten.
De optie Tekstverloop volgen is standaard geselecteerd wanneer u een document opent dat gemaakt is in een oudere versie van Writer dan OpenOffice.org 2.0. Deze optie is echter niet geselecteerd wanneer u een document maakt of wanneer u een document in Microsoft Word-indeling (*.doc) opent.
De groene rechthoek staat voor het geselecteerde object en de rode rechthoek voor het uitlijningsreferentiepunt. Als u het object als teken verankert, verandert de referentierechthoek in een rode lijn.