Afbeelding

Maakt de grootte, positie en andere eigenschappen van de geselecteerde afbeelding op.

U kunt bepaalde eigenschappen van de geselecteerde afbeelding ook met behulp van sneltoetsen bewerken.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Kies Opmaak - Afbeelding

Kies Invoegen - Afbeelding - Uit bestand - Eigenschappen

Op de werkbalk Afbeelding (wanneer er afbeeldingen geselecteerd zijn), klikt u op

Pictogram

Eigenschappen van afbeeldingen


Het dialoogvenster Afbeelding bevat de volgende tabpagina's:

Type

Specificeert de grootte en positie van het geselecteerde object of frame op een pagina.

Opties

Specificeert eigenschappen voor het geselecteerde object, afbeelding of frame.

Omloop

Specificeer de manier waarop u tekst rond een object wilt laten omlopen. U kunt ook de ruimte tussen de tekst en het object specificeren.

Hyperlink

Specificeer de eigenschappen van de hyperlink voor de geselecteerde afbeelding, frame of OLE-object.

Afbeelding

Specificeer de spiegeling- en koppelingopties voor de geselecteerde afbeelding.

Bijsnijden

Knipt de geselecteerde afbeelding bij of brengt deze op schaal. U kunt ook de oorspronkelijke grootte van de afbeelding herstellen.

Randen

Stelt de randopties in voor de geselecteerde objecten in Writer of Calc.

Achtergrond

Stel de achtergrondkleur of -afbeelding in.

Macro

Specificeert de macro die uitgevoerd moet worden wanneer u op een afbeelding, frame of OLE-object klikt.

Herstellen

Herstelt wijzigingen die in het huidige tabblad zijn aangebracht, naar de wijzigingen die van toepassing waren toen dit dialoogvenster werd geopend.