Variabelen

Met behulp van variabele velden kunt u dynamische inhoud aan uw document toevoegen. U kunt een variabele gebruiken om de paginanummering opnieuw in te stellen.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Kies Invoegen - Velden - Overige - Variabelen tabblad


Waarschuwingspictogram

Gebruikergedefinieerde velden zijn alleen in het huidige document beschikbaar.


Type

Toont de beschikbare veldtypen. Klik op een veldtype, vervolgens op een veld in de lijst Selecteren en dan op Invoegen om een veld aan uw document toe te voegen. De volgende velden zijn beschikbaar:

Type

Beschrijving

Variabele instellen

Definieert een variabele en zijn waarde. U kunt de waarde van een variabele wijzigen door vóór het variabele veld te klikken en dan Bewerken - Veld te kiezen.

Variabele weergeven

Voegt de huidige waarde in van de variabele die u in de lijst Selectie aanklikt.

DDE-koppeling

Voegt een DDE-koppeling in het document in, die u zo vaak als u wilt via de toegewezen naam kunt bijwerken.

Formule invoegen

Voegt een vast getal of het resultaat van een formule in.

Invoerveld

Voegt een nieuwe waarde voor een variabele of een Gebruikersveld in.

De waarde van een variabele in een invoerveld is alleen geldig vanaf de plaats waar het veld wordt ingevoegd. U kunt een ander invoerveld met dezelfde naam, maar met een andere waarde, invoegen om de waarde van de variabele later in het document te wijzigen. De waarde van een Gebruikersveld wordt echter globaal gewijzigd.

De variabelen worden in het veld Selectie weergegeven. Wanneer u op de knop Invoegen klikt, verschijnt het dialoogvenster Invoerveld waarin u de nieuwe waarde of aanvullende tekst als opmerking kunt invoeren.

Nummerreeks

Voegt automatische nummering voor tabellen, afbeeldingen of tekstframes in.

Paginavariabele instellen

Voegt een referentiepunt in het document in, na dit punt begint de paginatelling opnieuw. Selecteer "aan" om het referentiepunt in te schakelen en "uit" om het uit te schakelen. U kunt ook een verschuiving invoeren zodat de paginatelling bij een ander nummer begint.

Paginavariabele weergeven

Toont het aantal pagina's vanaf het referentiepunt "Paginavariabele instellen" tot dit veld.

Gebruikersveld

Voegt een aangepaste globale variabele in. Met behulp van het Gebruikersveld kunt u een variabele voor een voorwaarde-instructie definiëren. Wanneer u een Gebruikersveld wijzigt, wordt de variabele overal in het document bijgewerkt.


Notitiepictogram

De volgende velden kunnen alleen ingevoegd worden als het overeenkomstige veldtype geselecteerd is in de lijst Type.


Opmaak

Klik op de notatie die u op het geselecteerde veld wilt toepassen, of klik op 'Andere notaties' om een aangepaste notatie te definiëren.

Klik voor gebruikergedefinieerde velden in de lijst Notatie op de notatie die u wilt toepassen of klik op "Andere notaties" om een eigen notatie te definiëren.

Naam

Typ de naam van het gebruikergedefinieerde veld dat u wilt maken. Klik op "Verwijzing instellen" in de lijst Type, typ een naam in dit vak en klik dan op Invoegen om een doel in te stellen. Klik op de doelnaam in de lijst Selectie om naar het nieuwe doel te verwijzen.

Waarde

Voer de inhoud in die u aan een gebruikergedefinieerd veld wilt toevoegen.

In de lijst Notatie definieert u of de waarde als tekst of een getal ingevoerd moet worden.

Selecteren

Geeft de beschikbare velden weer voor het veldtype dat in de lijst Type geselecteerd is. Als u een veld wilt invoegen, klikt u op het veld en vervolgens op Invoegen.

Tippictogram

Houd ingedrukt en dubbelklik op het veld om snel een veld uit de lijst in te voegen.


In een HTML-document zijn er twee extra velden beschikbaar voor het veldtype "Variabele instellen": HTML_ON en HTML_OFF. De tekst die u in het vak Waarde typt, wordt naar een HTML-tag openen (<Value>) of een HTML-tag sluiten (</Value>) geconverteerd wanneer het bestand als een HTML-document wordt opgeslagen, afhankelijk van de geselecteerde optie.

Tippictogram

Als u op items dubbelklikt terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt of de gewenste variabelen selecteert en op de spatiebalk drukt, worden ze onmiddellijk in uw document ingevoegd.


Formule

Deze optie is alleen beschikbaar als het veldtype "Formule invoegen" geselecteerd is.

Verwijzing

Typ de tekst die in het veld weergegeven moet worden. Als u een veld met een tijdelijke aanduiding invoegt, voer dan de tekst in die als Help-tip weergegeven moet worden wanneer u de muisaanwijzer op het veld zet.

Correctie

Voer de verschuivingswaarde in die u op een paginanummerveld wilt toepassen, bijvoorbeeld '+1'.

Onzichtbaar

Verbergt de veldinhoud in het document. Het veld wordt als een dunne grijze markering in het document ingevoegd. Deze optie is alleen beschikbaar voor de veldtypen "Variabele instellen" en "Gebruikersveld".

Hoofdstuknummering

Hiermee stelt u de opties voor nieuwe hoofdstuknummers in.

Niveau

Kies het kop- of hoofdstukniveau waarop de nummering in het document opnieuw moet beginnen.

Scheidingsteken

Typ het teken dat u als scheidingsteken tussen de kopregel- of hoofdstukniveaus wilt gebruiken.

Toepassen

Voegt het gebruikergedefinieerde veld aan de lijst Selectie toe.

Pictogram

Toepassen

Verwijderen

Verwijdert het gebruikergedefinieerde veld uit de selectielijst. U kunt alleen velden verwijderen die niet in het huidige document gebruikt worden. Wilt u een veld dat in het huidige document gebruikt wordt, uit de lijst verwijderen, verwijder dan eerst alle exemplaren van het veld in het document en verwijder het dan uit de lijst.

Pictogram

Verwijderen