Lagen

Lagen zijn beschikbaar in LibreOffice Draw, niet in LibreOffice Impress. Met behulp van lagen kunt u verwante elementen op een pagina samenvoegen. U kunt lagen beschouwen als afzonderlijke werkruimten die u kunt verbergen, zodat ze niet weergegeven of afgedrukt worden, of vergrendelen.

De stapelvolgorde van objecten op uw pagina wordt niet door lagen bepaald, met uitzondering van de laag Besturingselementen die altijd vóór andere lagen staat.

De stapelvolgorde van objecten op uw pagina wordt bepaald door de volgorde waarin u ze toevoegt. U kunt de stapelvolgorde wijzigen via Wijzigen - Schikken.

De gebieden op een laag die geen objecten bevatten, zijn transparant.

Er zijn drie standaardlagen in LibreOffice Draw:

U kunt de standaardlagen niet verwijderen of een andere naam geven. U kunt uw eigen lagen toevoegen via Invoegen - Laag.

De laag Lay-out is de standaardwerkruimte. De laag Lay-out bepaalt de positie van de titel, tekst en tijdelijke objectaanduidingen op uw pagina.

De laag Besturingselementen kan worden gebruikt voor knoppen waaraan een handeling is toegewezen maar die niet moeten worden afgedrukt. Stel de eigenschappen van de laag in op niet afdrukbaar. Objecten op de laag Besturingselementen staan altijd vóór objecten op andere lagen.

De laag Maatlijnen is de laag waarop u bijvoorbeeld maatlijnen tekent. U kunt deze lijnen gemakkelijk in- en uitschakelen door de laag beurtelings zichtbaar en onzichtbaar te maken.

Tippictogram

U kunt een laag vergrendelen om de inhoud te beveiligen of een laag en de inhoud ervan verbergen voor weergave of afdrukken. Wanneer u een nieuwe laag aan een pagina toevoegt, wordt de laag toegevoegd aan alle pagina's in uw document. Wanneer u een object aan een laag toevoegt, wordt dit object echter alleen aan de huidige pagina toegevoegd. Als u het object op alle pagina's wilt weergeven, voegt u het object toe aan het diamodel (Beeld - Diamodel).