Afdrukopties
Specificeert de opties voor de afdrukinstellingen.
Afdrukgegevens reduceren
U kunt de hoeveelheid gegevens verminderen die naar de printer moet worden verzonden. Wanneer u de afdrukgegevens vermindert, wordt de afdruksnelheid verhoogd omdat de afdrukbestanden kleiner zijn. Printers met een kleiner geheugen kunnen hierdoor gemakkelijker afdrukken. Het nadeel is een verminderde afdrukkwaliteit.
Instellingen voor
Specificeert of de afdrukinstellingen op directe afdrukken op de printer of op afdrukken naar een bestand worden toegepast.
Transparantie reduceren
Als u dit veld markeert, worden de transparante objecten afgedrukt als normale, niet-transparante objecten, afhankelijk van uw selectie van de volgende twee keuzerondjes.
Transparantie kan niet direct naar een printer worden uitgevoerd. De gebieden van het document waarin transparantie zichtbaar moet zijn, moeten dus altijd als bitmap worden berekend en naar de printer worden verzonden. Afhankelijk van de grootte van de bitmaps en de afdrukresolutie kan een grote hoeveelheid gegevens daarom het resultaat zijn.
Automatisch
Geeft aan dat de transparantie alleen wordt afgedrukt als het transparante gebied minder dan een kwart van de gehele pagina beslaat.
Geen transparantie
Met deze optie wordt de transparantie nooit afgedrukt.
Bitmaps reduceren
Specificeert dat bitmaps met gereduceerde kwaliteit worden afgedrukt. De resolutie kan alleen worden verlaagd en niet verhoogd.
Goede/Normale afdrukkwaliteit
Hoge afdrukkwaliteit komt overeen met een resolutie van 300dpi. Normale afdrukkwaliteit komt overeen met een resolutie van 200 dpi.
Resolutie
Geeft de maximale afdrukkwaliteit in dpi. De resolutie kan alleen worden verlaagd en niet verhoogd.
Inclusief transparante objecten
Als dit veld wordt gemarkeerd, geldt de vermindering van de afdrukkwaliteit voor bitmaps ook voor de transparante gebieden van objecten.
Kleurovergang verminderen
Als dit veld gemarkeerd is, worden kleurverlopen met verminderde kwaliteit afgedrukt.
Strepen in kleurovergangen
Geeft u het maximum aantal kleurovergang-strepen voor het afdrukken.
Tussenkleur
Geeft aan dat kleurovergangen alleen worden afgedrukt in een enkele tussenliggende kleur.
Kleuren naar grijswaarden converteren
Geeft aan dat alle kleuren alleen in grijstinten worden afgedrukt.
Printerwaarschuwingen
Definieert welke waarschuwingen verschijnen voordat het afdrukken begint.
Papierformaat
Vink dit vakje af als er een bepaalde papiergrootte vereist is voor het afdrukken van het huidige document. Als de gebruikte papiergrootte in het document niet beschikbaar is op de huidige printer, ontvangt u een foutbericht.
Afdrukstand
Markeer dit keuzevakje als u een bepaalde papierrichting voor het afdrukken van het huidige document wilt gebruiken. Als de opmaak die door het huidige document gebruikt wordt, niet beschikbaar is voor de printer, zal er een foutmelding verschijnen.
Transparantie
Selecteer dit keuzevakje als u altijd wilt worden gewaarschuwd als er transparante objecten in het document zijn opgenomen. Als u een dergelijk document afdrukt, verschijnt er een dialoogvenster waarin u kunt selecteren of de transparantie moet worden afgedrukt bij deze afdrukopdracht.