De LibreOffice-software met parameters starten

Wanneer u de LibreOffice-software vanaf de opdrachtregel start, kunt u verschillende parameters toewijzen, waarmee u de prestaties kunt beïnvloeden. Het gebruik van opdrachtregelparameters is alleen aanbevolen voor ervaren gebruikers.

Notitiepictogram

Voor normale verwerking is het gebruik van opdrachtregelparameters niet nodig. Voor enkele parameters moet u een beter inzicht hebben in de technische achtergrond van LibreOffice-softwaretechnologie.


De LibreOffice-software vanaf de opdrachtregel starten

  1. Onder Windows Uitvoeren selecteren in het Startmenu van Windows of een shell openen onder Linux, *BSD, of Mac OS platforms.

  2. Typ onder Windows de volgende tekst in het veld Openen en klik op OK.

  3. Onder UNIX-achtige systemen de volgende regel tekst invoeren en daarna Return indrukken:

    Vervang {install} met het pad naar uw installatie van de LibreOffice-software (bijvoorbeeld C:\Program Files\Office in Windows of ~/office in UNIX)

Geldige parameters voor opdrachtregel

Gebruik zonder speciale argumenten

Als u geen argumenten gebruikt, wordt het startcentrum geopend.

{bestand}

Probeert het bestand (bestanden) te openen in de componenten die er geschikt voor zijn.

{file} macro:///[Library.Module.MacroName]

Opent het bestand en past macro's toe van het bestand.


Hulp en informatie krijgen

Parameter

Betekenis

--help / -h / -?

Toont de beschikbare parameters voor het console.

--helpwriter

Opent LibreOffice ingebouwde of online Help van Writer.

--helpcalc

Opent LibreOffice ingebouwde of online Help van Calc.

--helpdraw

Opent LibreOffice ingebouwde of online Help van Draw.

--helpimpress

Opent LibreOffice ingebouwde of online Help van Impress.

--helpbase

Opent LibreOffice ingebouwde of online Help van Base.

--helpbasic

Opent LibreOffice ingebouwde of online Help van Basic scripttaal.

--helpmath

Opent LibreOffice ingebouwde of online Help van Math.

--version

Toont LibreOffice versie en sluit af.

--nstemporarydirectory

(Alleen MacOS-sandbox) Geeft het pad van de tijdelijke directory weer voor de huidige gebruiker en sluit af. Heeft voorrang boven alle andere argumenten.


Algemene argumenten

Parameter

Betekenis

--quickstart[=no]

Activeert[Deactiveert] de Snelstarter-service. Het kan slechts één parameter nee hebben, die de Snelstarter-service deactiveert. Zonder parameters wordt deze service geactiveerd.

--nolockcheck

Schakelt controles uit voor exemplaren op afstand met behulp van de installatie.

--infilter={filter}

Forceert, indien mogelijk, een type invoerfilter. Bijvoorbeeld:
--infilter="Calc Office Open XML"
--infilter="Text (encoded):UTF8,LF,,,."

--pidfile={file}

Sla soffice.bin pid op in {file}.

--display {display}

Stelt de omgevingsvariabele DISPLAY op UNIX-achtige platforms in op de waarde {display}. Deze parameter wordt alleen ondersteund door het startscript voor LibreOffice-software op UNIX-achtige platforms.


Gebruikers/programma interface controle.

Parameter

Betekenis

--nologo

Schakelt het beginscherm uit dat verschijnt wanneer het programma gestart wordt.

--minimized

Start geminimaliseerd. Het beginscherm wordt niet weergegeven.

--nodefault

Start zonder iets weer te geven behalve het beginscherm.

--invisible

Begint in onzichtbare modus.

Noch het opstartlogo noch het intiële programmavenster wordt zichtbaar. LibreOffice-software kan echter beheerd worden en documenten en dialoogvensters kunnen geopend worden via de API.

Als deze parameter geactiveerd is, kan LibreOffice alleen afgesloten worden met de taakbeheerder of met de opdracht kill UNIX-achtige systemen).

Kan niet samen met -quickstart gebruikt worden.

Meer informatie vindt u in de LibreOffice-gids voor ontwikkelaars.

--headless

Begint in 'headless'-modus waarbij de toepassing zonder gebruikersinterface gebruikt kan worden.

Deze speciale modus kan gebruikt worden wanneer de toepassing beheerd wordt door externe clients via de API.

--norestore

Hiermee wordt het opnieuw starten en bestandsherstel na een systeem-crash uitgeschakeld.

--safe-mode

Start in een veilige modus, d.w.z. start tijdelijk met een nieuw gebruikersprofiel en helpt om een configuratie te herstellen.

--accept={UNO}

Meldt LibreOffice-software dat er een 'UNO Accept String' gebruikt zal worden bij de creatie van 'UNO Acceptor Threads'.

UNO-URL is string zoals uno:connection-type,params;protocol-name,params;ObjectName.

Meer informatie vindt u in de LibreOffice-gids voor ontwikkelaars.

--unaccept={UNO-URL}

Sluit een acceptor die was gemaakt met --accept={UNO-URL}. Gebruik --unaccept=all om alle open acceptors te sluiten.

--language={lang}

Gebruikt gespecificeerde taal, als taal nog niet is geselecteerd voor de gebruikersinterface. De lang is een aanhangsel van de IETF-taal.


Parameters voor ontwikkelaars

Parameter

Betekenis

--terminate_after_init

Afsluiten nadat initialisatie voltooid is (geen documenten geladen)

--eventtesting

Afsluiten na het laden van documenten.


Parameters voor het maken van nieuwe documenten

Notitiepictogram

De parameters maken een leeg document van het gespecificeerde soort. Slechts één soort mag in één opdrachtregel worden gebruikt. Als de bestandsnaam wordt opgegeven na een argument, dan wordt geprobeerd het bestand te openen in het opgegeven onderdeel.


Parameter

Betekenis

--writer

Begint met een leeg Writer-document.

--calc

Begint met een leeg Calc-document.

--draw

Begint met een leeg Draw-document.

--impress

Begint met een leeg Impress-document.

--math

Begint met een leeg Math-document.

--global

Begint met een leeg Writer-hoofddocument.

--web

Begint met een leeg HTML-document.


Parameters voor het openen van bestanden

Notitiepictogram

De parameters bepalen hoe de volgende bestandsnamen worden behandeld. Een nieuwe behandeling begint na de parameter en eindigt bij de volgende parameter. De standaardbehandeling is om documenten te openen voor bewerking en nieuwe documenten uit documentsjablonen te maken.


Parameter

Betekenis

-n

Behandelt de volgende bestanden als sjablonen voor het maken van nieuwe documenten.

-o

Open de volgende bestanden voor bewerken, ongeacht of ze sjablonen zijn of niet.

--pt {Printername}

Drukt de bestanden af naar de printer {Printername} en sluit af. Het beginscherm wordt niet weergegeven.

Als de bestandsnaam spaties bevat, moet die tussen aanhalingstekens staan.

Indien meerdere keren gebruikt, is alleen de laatste {Printername} van kracht voor alle documenten van alle --pt bewerkingen.

Ook de, --printer-name parameter van --print-to-file schakelt over met {Printername}.

-p

Drukt de volgende bestanden af naar de standaardprinter, waarna die bestanden worden afgesloten. Het beginscherm verschijnt niet.

Als de bestandsnaam spaties bevat, moet die tussen aanhalingstekens staan.

--view

Opent de volgende bestanden in de leesmodus (alleen lezen).

--show

Opent en start de volgende presentatie documenten direct. Bestanden worden afgesloten na de weergave. Andere bestanden dan Impress-documenten worden geopend in de standaardmodus, ongeacht de vorige modus.

--convert-to OutputFileExtension[:OutputFilterName] [--outdir output_dir]

Batch converteren van bestanden. Als --outdir niet is opgegeven, wordt de huidige werkmap gebruikt als output_dir.

Als --convert-to meer dan één keer wordt gebruikt, is de laatste waarde van OutputFileExtension[:OutputFilterName] is effectief. Als --outdir meer dan één keer wordt gebruikt, is de laatste waarde effectief. Bijvoorbeeld:

--convert-to pdf *.doc
--convert-to pdf:writer_pdf_Export --outdir /home/user *.doc
--convert-to \"html:XHTML Writer File:UTF8\" *.doc
--convert-to \"txt:Text (encoded):UTF8\" *.doc

--print-to-file [--printer-name printer_name] [--outdir output_dir]

Batch afdrukken van bestanden naar bestand. Als --outdir niet is gespecificeerd, dan wordt de huidige werkmap gebruikt als output_dir.

Als --printer-name of --outdir meerdere keren gebruikt worden, is de laatste waarde van elk effectief. Ook, {Printername} van --pt schakelt over met --printer-name. For example:

--print-to-file *.doc
--print-to-file --printer-name nasty_lowres_printer --outdir /home/user *.doc

--cat

Zet de tekstinhoud van de volgende bestanden in het opdrachtvenster (alleen met --headless). Kan niet worden gebruikt met -convert to.

-env:VAR[=VALUE]

Stel een zelfstartende variabele in. Bijvoorbeeld: een niet standaard pad voor een gebruikersprofiel instellen.

-env:UserInstallation=file:///tmp/test


Schakelingen negeren

Parameter

Betekenis

-psn

Negeert (alleen MacOS)

-Embedding

Negeert (gerelateerd aan COM+; alleen Windows)

--nofirststartwizard

Doet niets, accepteert alleen achterwaartse compatibiliteit.

--protector {arg1} {arg2}

Alleen gebruikt in testen van onderdelen en moet twee parameters hebben.