Gebeurtenissen

Op de tabpagina Gebeurtenissen kunt u een macro toekennen aan bepaalde gebeurtenissen die voorkomen in een formulier.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Open het contextmenu van het geselecteerde formulierelement en kies Formulier - Gebeurtenissen (tabblad)

Open de werkbalk Besturingselementen of Formulierontwerp en klik op het pictogram Formulier. Klik vervolgens op het tabblad Gebeurtenissen


Als u een gebeurtenis aan een macro wilt koppelen, schrijft u eerst een macro die alle opdrachten bevat die moeten worden uitgevoerd als de gebeurtenis plaatsvindt. Wijs de macro vervolgens toe aan de respectievelijke gebeurtenis door op de knop ... naast de bijbehorende gebeurtenis te klikken. Het dialoogvenster Macro toewijzen wordt geopend, waarin u de macro kunt selecteren.

De volgende handelingen kunnen individueel worden geconfigureerd, d.w.z. u kunt uw eigen dialoogvensters gebruiken om een actie te beschrijven:

  1. Tonen van een foutboodschap,

  1. Bevestiging van een verwijdering (voor gegevensrecords),

  1. Invullen van parameters,

  1. Controleren van invoer bij opslaan van een gegevensrecord.

Dit betekent bijvoorbeeld, dat u een "Verwijdering bevestigen" verzoek zoals "Klant XYZ echt verwijderen?" bij het verwijderen van een gegevensrecord kunt laten verschijnen.

Notitiepictogram

De gebeurtenissen die worden weergegeven in het dialoogvenster Gebeurtenissen kunnen niet direct worden bewerkt. U kunt een gebeurtenis uit de lijst verwijderen door op de Del-toets te drukken.


Hieronder staan alle gebeurtenissen voor een formulier en beschrijvingen er van, die kunnen worden gekoppeld aan een macro:

Bij het herladen

De gebeurtenis Tijdens het opnieuw laden vindt plaats direct nadat het formulier is herladen. De gegevensinhoud is reeds ververst.

Bij het laden

De gebeurtenis Bij het laden vindt plaats direct nadat het formulier geladen is.

Bij het ontladen

De gebeurtenis Bij het ontladen vindt plaats direct nadat dit formulier wordt ontladen, dat wil zeggen: van zijn gegevensbron wordt gescheiden.

Fout opgetreden

De gebeurtenis Fout opgetreden vindt plaats als een fout voor komt bij het zoeken van toegang tot de gegevensbron. Dit heeft betrekking op formulieren, keuzelijsten en keuzelijsten met invoervak.

Na het bijwerken van de record

De gebeurtenis Na bijwerken van de record vindt plaats direct nadat het actuele record gewijzigd is.

Na wijzigen van record

De gebeurtenis Na wijzigen van record vindt plaats direct nadat de huidige recordaanwijzer is gewijzigd.

Parameters invullen

De gebeurtenis Parameters invullen vindt plaats als het formulier dat moet worden geladen parameters heeft die moeten worden ingevuld. De gegevensbron van het formulier kan bijvoorbeeld de volgende SQL-opdracht zijn:

SELECT * FROM adres WHERE name=:naam

:naam is een parameter die moet worden ingevuld bij het laden. De parameter wordt automatisch ingevuld uit het basisformulier zolang dit mogelijk is. Als de parameter niet kan worden ingevuld, wordt deze gebeurtenis opgeroepen en een gekoppelde macro kan de parameter invullen.

Verwijderen bevestigen

De gebeurtenis Verwijdering bevestigen vindt plaats zodra gegevens worden verwijderd uit het formulier. De gekoppelde macro kan bijvoorbeeld om bevestiging vragen in een dialoogvenster.

Vóór het bijwerken

De gebeurtenis Vóór het bijwerken treedt op voordat de inhoud van besturingselementen die door de gebruiker gewijzigd zijn, naar de gegevensbron wordt geschreven. De gekoppelde macro kan deze actie bijvoorbeeld voorkomen door 'ONWAAR' te retourneren.

Na het bijwerken

De gebeurtenis Na bijwerken vindt plaats nadat de inhoud van het besturingselement, die gewijzigd is door de gebruiker, naar de gegevensbron werd geschreven.

Voor het herstellen

De gebeurtenis Vóór het herstellen vindt plaats voordat een formulier wordt hersteld. De gekoppelde macro kan deze actie bijvoorbeeld voorkomen door 'ONWAAR' te retourneren.

Een formulier wordt teruggezet als aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. De gebruiker drukt op een (HTML) knop die is gedefinieerd als een knop Terugzetten

  2. Een nieuwe en lege record wordt gemaakt in een formulier dat is gekoppeld aan een gegevensbron. In de laatste record kan bijvoorbeeld de knop Volgende record worden ingedrukt.

Na het herstellen

De gebeurtenis Na het herstellen vindt plaats nadat een formulier is hersteld.

Vóór het bijwerken van de record

De gebeurtenis Vóór bijwerken van de record vindt plaats voordat het huidige record wordt gewijzigd. De gekoppelde macro kan bijvoorbeeld om bevestiging vragen in een dialoogvenster.

Vóór het herladen

De gebeurtenis Alvorens opnieuw te laden vindt plaats voordat het formulier wordt herladen. De gegevensinhoud is nog niet ververst.

Vóór het ontladen

De gebeurtenis Vóór het ontladen vindt plaats voordat dit formulier wordt afgesloten, dat wil zeggen, van zijn gegevensbron wordt gescheiden.

Vóór indiening

De gebeurtenis Vóór indiening vindt plaats voordat de formuliergegevens worden verzonden.

Vóór wijzigen van record

De gebeurtenis Vóór wijzigen van record vindt plaats vóórdat de huidige recordaanwijzer wordt veranderd. De gekoppelde macro kan bijvoorbeeld deze actie voorkomen door 'ONWAAR' weer te geven.