Gebeurtenissen

Op de tabpagina Gebeurtenissen kunt u gebeurtenissen die kunnen voorkomen in een besturingselement van een formulier aan een macro koppelen.

Wanneer de gebeurtnis zich voordoet, zal de gekoppelde macro worden opgeroepen. Om een macro aan een gebeurtenis toe te wijzen, klikt u op de knop .... Het dialoogvenster Gebeurtenis toewijzen opent.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Open het contextmenu van het geselecteerde formulierelement en kies Besturingselement - Gebeurtenissen (tabblad)

Open de werkbalk Besturingselementen of Formulierontwerp en klik op het pictogram Besturingselement. Klik vervolgens op het tabblad Gebeurtenissen


Afhankelijk van het besturingselement zijn verschillende gebeurtenissen beschikbaar. Daarom worden alleen de gebeurtenissen die zinvol zijn voor het besturingselement en de geselecteerde context vermeld op het tabblad Gebeurtenissen. De volgende gebeurtenissen zijn gedefinieerd:

Bij het oproepen

Deze gebeurtenis vindt plaats vóórdat een actie wordt geactiveerd door op het controleveld te klikken. Bijvoorbeeld, klikken op de knop "Uitvoeren" start de actie verzenden, de huidige verwerking van verzenden wordt echter alleen begonnen wanneer de gebeurtenis Bij het oproepen voorkomt. Met Voor het oproepen kunt u nog steeds het proces stoppen. Als de gekoppelde methode ONWAAR retourneert, zal Bij het oproepen niet worden uitgevoerd.

Actie uitvoeren

De gebeurtenis Bij het oproepen vindt plaats als een actie wordt begonnen. Als u bijvoorbeeld een knop 'Uitvoeren' in uw formulier hebt, stelt de verzending de actie voor die moet worden uitgevoerd.

Gewijzigd

De gebeurtenis Gewijzigd vindt plaats als het besturingselement de focus verliest en de inhoud van het besturingselement werd veranderd sinds het verlies van de focus.

Tekst gewijzigd

De gebeurtenis Tekst aangepast vindt plaats als u een tekst intoetst of wijzigt in een invoerveld.

Status gewijzigd

De gebeurtenis Status van item gewijzigd vindt plaats als de status van het besturingselement is veranderd.

Indien focus bereikt

De gebeurtenis Indien focus bereikt vindt plaats als een besturingselement de focus krijgt.

Bij focusverlies

De gebeurtenis Bij focusverlies vindt plaats als een besturingselement de focus verliest.

Met ingedrukte toets

De gebeurtenis Toets ingedrukt vindt plaats als de gebruiker een willekeurige toets indrukt terwijl het besturingselement de focus heeft. Deze gebeurtenis kan bijvoorbeeld worden gekoppeld aan een macro om invoer te controleren.

Toets losgelaten

De gebeurtenis Toets losgelaten vindt plaats als de gebruiker een willekeurige toets loslaat terwijl het besturingselement de focus heeft.

Muis binnen

De gebeurtenis Muis binnen vindt plaats als de muis binnen het besturingselement is.

Muisbeweging bij indrukken toets

De gebeurtenis Muisbeweging bij indrukken toets vindt plaats als de muis wordt gesleept terwijl een toets is ingedrukt. Een voorbeeld hiervan is als bij drag&drop (slepen met de muis) een aanvullende toets de modus (verplaatsen of kopiëren) bepaalt.

Muisbeweging

De gebeurtenis Muisbeweging vindt plaats als de muis verplaatst wordt over het besturingselement.

Muisknop ingedrukt

De gebeurtenis Muisknop ingedrukt vindt plaats als de muisknop wordt ingedrukt terwijl de muisaanwijzer zich op het besturingselement bevindt.

Notitiepictogram

Onthoud dat deze gebeurtenis ook wordt gebruikt voor het aanroepen van een contextmenu op het besturingselement.


Muisknop losgelaten

De gebeurtenis Muisknop losgelaten vindt plaats als de muisknop wordt losgelaten terwijl de muisaanwijzer zich op het besturingselement bevindt.

Muis buiten

De gebeurtenis Muis buiten vindt plaats als de muis buiten het besturingselement is.

Vóór het bijwerken

De gebeurtenis Vóór het bijwerken treedt op voordat de inhoud van besturingselementen die door de gebruiker gewijzigd zijn, naar de gegevensbron wordt geschreven. De gekoppelde macro kan deze actie bijvoorbeeld voorkomen door 'ONWAAR' te retourneren.

Na het bijwerken

De gebeurtenis Na bijwerken vindt plaats nadat de inhoud van het besturingselement, die gewijzigd is door de gebruiker, naar de gegevensbron werd geschreven.

Voor het herstellen

De gebeurtenis Vóór het herstellen vindt plaats voordat een formulier wordt hersteld. De gekoppelde macro kan deze actie bijvoorbeeld voorkomen door 'ONWAAR' te retourneren.

Een formulier wordt teruggezet als aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. De gebruiker drukt op een (HTML) knop die is gedefinieerd als een knop Terugzetten

  2. Een nieuwe en lege record wordt gemaakt in een formulier dat is gekoppeld aan een gegevensbron. In de laatste record kan bijvoorbeeld de knop Volgende record worden ingedrukt.

Na het herstellen

De gebeurtenis Na het herstellen vindt plaats nadat een formulier is hersteld.