Algemeen

Via de tab Algemeen kunt u de algemene eigenschappen van een formuliersbesturingselement definiëren. Deze eigenschappen zijn verschillend, afhankelijk van het type besturingselement. De volgende eigenschappen zijn niet allemaal voor elk besturingselement beschikbaar.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Open het contextmenu van het geselecteerde formulierelement en kies Besturingselement - Algemeen (tabblad)

Open de werkbalk Besturingselementen of Formulierontwerp en klik op het pictogram Besturingselement. Klik vervolgens op het tabblad Algemeen


Notitiepictogram

Als u het huidige formulierdocument naar HTML-opmaak exporteert, worden de standaard controlewaarden geëxporteerd, niet de huidige controlewaarden. Standaardwaarden worden, afhankelijk van het controletype, door de Standaardwaarde (bijvoorbeeld in tekstvelden), Standaardstatus (voor selectievakjes en optievelden) en Standaardselectie (voor keuzelijsten) van de eigenschappen bepaald.


Aantal decimalen

Voor numerieke velden en valutavelden kan het aantal cijfers worden bepaald dat rechts van het decimaalteken wordt weergegeven.

Aantal regels

Voor keuzelijsten met invoervak met de eigenschap Vervolgkeuzelijst kunt u aangeven hoeveel regels in de vervolgkeuzelijst moeten worden weergegeven. Voor velden van besturingselementen waarvoor de optie Vervolgkeuzelijst niet is ingesteld, wordt de weergave van de regels aangegeven op basis van de grootte van het veld van het besturingselement en de tekengrootte.

Achtergrondkleur

Een achtergrondkleur is voor de meeste velden van besturingselementen beschikbaar. Als u op Achtergrondkleur klikt, wordt een lijst geopend waar u uit de verschillende kleuren kunt kiezen. De optie "Standaard" adopteert de instellingen van het systeem. Indien de gewenste kleur niet wordt vermeld, klik op de knop ... om een kleur te definiëren in het dialoogvenster Kleur.

Actie

Gebruik de navigatie-acties om uw eigen knoppen voor databasenavigatie te ontwerpen.

In de volgende tabel worden de handelingen beschreven die u aan een knop kunt toewijzen.

Actie

Beschrijving

Geen

Er wordt geen handeling uitgevoerd.

Formulier indienen

Verzendt de gegevens die in andere velden in het besturingselement van het huidige formulier zijn ingevoerd, naar het adres dat is opgegeven in Formuliereigenschappen onder URL.

Typ de URL in het tekstvak "URL" van het formulier wanneer u naar een PDF-bestand exporteert.

Formulier herstellen

Stelt de instellingen in andere velden in het besturingselement terug naar de vooraf gedefinieerde standaardwaarden (Standaardstatus, Standaardselectie, Standaardwaarde).

Document/webpagina openen

Opent de URL die is gespecificeerd onder URL. U kunt Frame gebruiken om een doelframe te specificeren.

Eerste record

Naar de eerste record in het huidige formulier gaan.

Vorige record

Naar de vorige record in het huidige formulier gaan.

Volgende record

Naar de volgende record in het huidige formulier gaan.

Laatste record

Naar de laatste record in het huidige formulier gaan.

Record opslaan

Slaat de huidige record zo nodig op.

Gegevensinvoer ongedaan maken

Maakt de wijzigingen in de huidige record ongedaan.

Nieuwe record

Naar de invoerrij in het huidige formulier gaan.

Record verwijderen

Verwijdert de huidige record.

Formulier vernieuwen

Laadt de laatst opgeslagen versie van het huidige formulier.


Af te drukken

Geeft aan of het veld van het besturingselement moet verschijnen op een afdruk van het document.

Afbeeldingen

Een afbeeldingsknop heeft de eigenschap Afbeelding. Met de eigenschap Afbeelding worden het pad en de bestandsnaam aangegeven van de afbeelding die u op de knop wilt weergeven. Als u het afbeeldingsbestand met de knop ... selecteert, worden het pad en bestandsnaam automatisch opgenomen in het tekstvak.

Alleen-lezen

De eigenschap Alleen-lezen kan worden toegewezen aan alle besturingselementen waarvoor de gebruiker tekst kan invoeren. Als u de eigenschap Alleen-lezen toewijst aan afbeeldingsvelden waarvoor afbeeldingen worden overgenomen uit een database, kan de gebruiker geen nieuwe afbeeldingen in de database invoegen.

Anker

Definieert waar het besturingselement zal worden verankerd.

Automatisch invullen

Deze functie zorgt er voor dat een lijst met eerder ingevoerde items weergegeven wordt, zodra u een item begint te typen.

Bewerkingsmasker

Door in patroonvelden de tekencode op te geven kunt u bepalen wat de gebruiker kan invoeren in het patroonveld.

De lengte van het bewerkingsmasker bepaalt het aantal mogelijke invoerposities. Als de gebruiker tekens invoert die niet overeenkomen met het bewerkingsmasker, wordt de invoer na afloop gewist. U kunt de volgende tekens invoeren om het bewerkingsmasker te definiëren:

Teken

Betekenis

L

Een tekstconstante. Deze positie kan niet worden bewerkt. Het teken wordt weergegeven op de bijbehorende positie van het tekenmasker.

a

De tekens a-z en A-Z kunnen worden ingevoerd. Hoofdletters worden niet omgezet in kleine letters.

A

De tekens A-Z kunnen worden ingevoerd. Als er een kleine letter wordt ingevoerd, wordt die automatisch naar een hoofdletter geconverteerd.

c

De tekens a-z, A-Z en 0-9 kunnen worden ingevoerd. Hoofdletters worden niet omgezet in kleine letters.

C

De tekens A-Z en 0-9 kunnen worden ingevoerd. Als er een kleine letter wordt ingevoerd, wordt die automatisch naar een hoofdletter geconverteerd.

N

Alleen de tekens 0-9 kunnen worden ingevoerd.

x

Alle afdrukbare tekens kunnen worden ingevoerd.

X

Alle afdrukbare tekens kunnen worden ingevoerd. Als er een kleine letter wordt gebruikt, wordt die automatisch naar een hoofdletter geconverteerd.


Voor bijvoorbeeld het tekenmasker "__.__.2000", definieer het invoervenster "NNLNNLLLLL" zodat de gebruiker alleen maar vier cijfers in kan voeren bij het invullen van een datum.

Breedte

De kolombreedte instellen in de veld van het tabelobject in eenheden die zijn opgegeven in de opties van de module LibreOffice. Indien gewenst kunt u een waarde invoeren gevolgd door een geldige maateenheid, bijvoorbeeld 2 cm.

Breedte

>Definieert de breedte van het besturingselement.

Datum tot

Een datum vaststellen die niet kan worden overschreden door een andere datum die door de gebruiker wordt ingevoerd.

Datum van

Bepaalt de vroegste datum die een gebruiker kan invoeren.

Datumnotatie

Met datumvelden kunt u de indeling voor de datum bepalen.

Notitiepictogram

Alle notatievelden (datum, tijd, valuta, numeriek) worden automatisch opgemaakt in de geselecteerde indeling zodra u het veld verlaat, ongeacht de manier waarop u de gegevens in het veld hebt ingevoerd.


Draaiknop

Numerieke velden, valutavelden, datumvelden en tijdvelden kunnen worden opgenomen als een draaiknoppen in het formulier.

Drievoudige status

Geeft aan of voor een selectievakje ook NUL-waarden uit een gekoppelde database kunnen worden weergegeven, apart van de waarden WAAR en ONWAAR. Deze functie is alleen beschikbaar als in de database de volgende statuswaarden worden geaccepteerd: WAAR, ONWAAR en NUL.

Notitiepictogram

De eigenschap Drievoudige status wordt alleen voor databaseformulieren gedefinieerd, niet voor HTML-formulieren.


Filteren / Sorteren

Geeft aan of de filtering- en sorteringitems in een geselecteerde navigatiebalk worden getoond of verborgen Filtering- en sorteringitems zijn de volgende: Sorteren, Oplopend sorteren, Aflopend sorteren, AutoFilter, Standaard filter, Filter toepassen, Filter/Sortering verwijderen.

Focus nemen bij klikken

Als u deze optie op ‘Ja’ instelt, krijgt de drukknop de focus wanneer u op de knop klikt.

Formaatcontrole

U kunt een opmaakcontrole uitvoeren met velden van een besturingselement die opgemaakte inhoud (datum, tijd, enzovoort) accepteren. Als de functie voor formaatcontrole wordt geactiveerd (Ja), worden alleen de toegestane tekens geaccepteerd. In een datumveld worden bijvoorbeeld alleen getallen of scheidingstekens voor datums geaccepteerd en worden alle alfabetische tekens die u typt, genegeerd.

Frame

U kunt ook specificeren dat het doelframe een URL weergeeft, die geopend wordt wanneer u op een knop klikt die aan de handeling Document/webpagina openen is toegewezen.

Als u op het veld klikt, kunt u een optie selecteren in de lijst om aan te geven in welk frame het volgende document moet worden geladen. De volgende opties zijn beschikbaar:

Item

Betekenis

_blank

Het volgende document wordt in een nieuw, leeg frame gemaakt.

_parent

Het volgende document wordt in een bovenliggend frame gemaakt. Als er geen bovenliggend frame bestaat, wordt het document in hetzelfde frame gemaakt.

_self

Het volgende document wordt in hetzelfde frame gemaakt.

_top

Het volgende document wordt gemaakt in een venster op het hoogste niveau (in het hoogste frame van de structuur). Als het huidige frame zich al op het hoogste niveau bevindt, wordt het document in het huidige frame gemaakt.


Notitiepictogram

De eigenschap Frame is relevant voor HTML-formulieren, maar niet voor databaseformulieren.


Grote verandering

Specificeer de waarde die opgeteld of afgetrokken moet worden wanneer de gebruiker naast de schuifregelaar op de schuifbalk klikt.

Help-URL

Een batchnaam in URL-stijl invoeren die verwijst naar een Help-document en kan worden opgeroepen met behulp van het veld van het besturingselement. De Help bij het besturingsveld kan worden geopend als de focus op het besturingsveld is geplaatst en de gebruiker op F1 drukt.

Help-tekst

Biedt de optie voor het invoeren van een Helptekst die als een tip voor het besturingselement wordt weergegeven. De tip toont de tekst in gebruikersmodus wanneer de muis over het besturingselement wordt bewogen.

Voor knoppen van het soort URL-type verschijnt de Help-tekst als uitgebreide tip in plaats van het URL-adres dat is ingevoerd onder URL.

Help-tekst

In elk veld van het besturingselement kunt u aanvullende informatie of beschrijvende tekst voor het veld van het besturingselement intoetsen. Deze eigenschap helpt de programmeur om aanvullende informatie op te slaan die kan worden gebruikt in de programmacode. Dit veld kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor variabelen of andere evaluatieparameters.

Herhalen

Hiermee kunt u opgeven of de handeling van een besturingselement zoals een draaiknop moet worden herhaald wanneer u op het besturingselement klikt en de muisknop ingedrukt houdt.

Hoogte

>Definieert de hoogte van het besturingselement.

Ingeschakeld

Als voor een besturingsveld de eigenschap Geactiveerd (Ja) is ingesteld, kan de formuliergebruiker het besturingsveld gebruiken. Als de eigenschap is uitgeschakeld, is het veld niet beschikbaar (Nee) en wordt dit grijs weergegeven.

Interval

Hiermee kunt u intervallen bepalen die, telkens wanneer de draaiknop geactiveerd wordt, opgeteld of afgetrokken worden.

Interval

U kunt de waarde-intervals vooraf in numerieke en valutadraaiknoppen instellen. Gebruik de pijltjesknoppen van de draaiknop om de waarde te verhogen of te verlagen.

Kleine verandering

Specificeer de waarde die opgeteld of afgetrokken moet worden wanneer de gebruiker op het pijlpictogram op de schuifbalk klikt.

Label

De eigenschap Label stelt de label van het veld van het besturingselement in dat in het formulier wordt weergegeven. Deze eigenschap bepaalt de zichtbare label of de kolomkop van het gegevensveld in de formulieren van tabelobjecten.

When you create a new control, the description predefined in the Name property is used as the default for labeling the control. Het label bestaat uit de naam van het veld van het besturingselement en een geheel getal voor het nummeren van het besturingselement (bijvoorbeeld Knop1). Met de eigenschap Titel kunt u een andere beschrijving aan het besturingselement toewijzen zodat het label de functie van het besturingselement laat zien. Wijzig dit item om een betekenisvol label toe te wijzen aan het besturingselement welke zichtbaar is voor de gebruiker.

Open de keuzelijst met invoervak met behulp van de pijlknop om een meerregelige titel te maken. U kunt een regeleinde invoeren door te drukken op Shift++Enter.

Notitiepictogram

De eigenschap Titel wordt alleen gebruikt ter aanduiding van een formulierelement in de interface die zichtbaar is voor de gebruiker. Als u met macro's werkt, dient u erop te letten dat een besturingselement tijdens runtime altijd via de eigenschap Naam wordt geadresseerd.


Lettertype

Voor besturingsvelden met zichtbare tekst of titels selecteert u het weergavelettertype dat u wilt gebruiken. Als u het dialoogvenster Lettertype wilt openen, klikt u op de knop .... Het geselecteerde lettertype wordt gebruikt in besturingsveldnamen en voor de weergave van gegevens in tabelobjecten.

Lijstitems

Onthoud de tips die verwijzen naar de besturingselementen voor het toetsenbord.

De vooraf gedefinieerde standaard itemlijst wordt ingevoerd in het veld Standaardselectie.

Notitiepictogram

Onthoud dat de hier ingevoerde lijstitems slechts in het formulier worden opgenomen als op de tab Gegevens onder Type lijstinhoud, de optie "Waardenlijst" is geselecteerd.


Als u niet wilt dat de lijstitems worden weggeschreven naar de database of worden verstuurd naar de ontvanger van het webformulier, maar liever toegewezen waarden die niet zichtbaar zijn in het formulier, dan kunt u de lijstitems toewijzen aan andere waarden in een waardenlijst. De waardenlijst wordt bepaald op de tab Gegevens. Selecteer de optie "Waardenlijst" onder Type lijstinhoud. Voer vervolgens de waarden in onder Lijstinhoud die zullen worden toegewezen aan de overeenkomende zichtbare lijstitems van het formulier. Voor de juiste toewijzing is de volgorde in de waardenlijst van belang.

Notitiepictogram

Voor HTML-documenten komt een item, ingevoerd op de tab Algemeen overeen met de HTML-tag <OPTION>; een item van de waardenlijst, ingevoerd op de tab Gegevens onder Lijstinhoud komt overeen met de tag <OPTION VALUE=...>.


Max tekstlengte

Voor tekst en keuzelijsten met invoervakken kunt u het maximum aantal tekens definiëren dat de gebruiker kan invoeren. Als deze eigenschap voor velden van besturingselementen onzeker is, is de standaardinstelling nul.

Als het besturingselement is gekoppeld aan een database en de tekstlengte moet worden geaccepteerd op basis van de velddefinitie in de database, moet u de tekstlengte niet hier intoetsen. De instellingen worden alleen geaccepteerd uit de database als de eigenschap van het besturingselement niet is gedefinieerd (status "Niet gedefinieerd").

Max. scrollwaarde

Specificeer de maximumwaarde van een schuifbalk.

Max. waarde

Voor numerieke velden en valutavelden kunt u de maximumwaarden bepalen die de gebruiker kan invoeren.

Meervoudige selectie

Toestaan dat meerdere items in een keuzelijst kunnen worden geselecteerd.

Min. scrollwaarde

Specificeer de minimumwaarde van een schuifbalk.

Min. waarde

Voor numerieke velden en valutavelden kunt u een minimumwaarde bepalen om te voorkomen dat de gebruiker een lagere waarde invoert.

Naam

Elk veld van een besturingselement en alk formulier heeft een eigenschap Naam waardoor het kan worden geïdentificeerd. De naam zal verschijnen in de Formulier-Navigator en, door de naam te gebruiken, kan naar het veld van het besturingselement worden verwezen in een macro. De standaard instellingen hebben al een naam gespecificeerd die is samengesteld met behulp van de titel en getal van het veld.

Notitiepictogram

Als u met macro's werkt, moet u ervoor zorgen dat de namen van de besturingselementen uniek zijn.


De naam wordt ook gebruikt om verschillende besturingselementen te groeperen die functioneel bij elkaar horen, zoals keuzerondjes. Geef alle leden van de groep dezelfde naam om dit te doen: Besturingselementen met identieke namen vormen een groep. Gegroepeerde besturingselementen kunnen visueel worden weergegeven met een Groepsvak.

Navigatie

Hiermee geeft u op of de navigatie-items in een geselecteerd besturingselement van een navigatiebalk moeten worden weergegeven of verborgen. De navigatie-items zijn de volgende: Eerste record, Vorige record, Volgende record, Laatste record.

Navigatiebalk

Specificeert of de navigatiebalk op de onderrand van tabelobjecten moet worden weergegeven.

Omschakelen

Deze eigenschap geeft aan of een drukknop zich als een schakelknop gedraagt. Als u Omschakelen op ‘Ja’ instelt, kunt u omschakelen tussen de status ‘Wel geselecteerd’ en ‘Niet geselecteerd’ wanneer u op de knop klikt of op de spatiebalk drukt terwijl het besturingselement de focus heeft. Een knop met de status ‘Wel geselecteerd’ lijkt ingedrukt.

Opmaak

De indelingscode voor het besturingselement. Klik op de knop ... om de indelingscode te selecteren.

Opmaakprofiel

Hiermee kunt u opgeven of keuzevakjes en keuzerondjes met een 3D-look (standaard) of plat moeten worden weergegeven.

Pictogramgrootte

Hiermee geeft u op of de pictogrammen in een geselecteerde navigatiebalk klein of groot moeten zijn.

Plaatsing

Hiermee geeft u op of de plaatsingsitems in een geselecteerd besturingselement van een navigatiebalk moeten worden weergegeven of verborgen. De plaatsingsitems zijn de volgende: Recordtitel, Recordpositie, Titel aantal records, Aantal records.

PositieX

Definieert de positie X van het besturingselement, relatief ten opzichte van het anker.

PositieY

Definieert de positie Y van het besturingselement, relatief ten opzichte van het anker.

Rand

Met behulp van de besturingsvelden die zijn voorzien van een kader, kunt u de randweergave voor het formulier bepalen via de eigenschap Rand. U kunt kiezen uit de opties "Zonder frame", "3D-look" of "Vlak".

Randkleur

Hiermee kunt u de randkleur opgeven voor besturingselementen waarvoor de eigenschap Rand is ingesteld op ‘Plat’.

Reageren op een record

Hiermee geeft u op of de actie-items in een geselecteerd besturingselement van een navigatiebalk moeten worden weergegeven of verborgen. De actie-items zijn de volgende: Record opslaan, Ongedaan maken, Nieuwe record, Record verwijderen, Vernieuwen.

Recordmarkering

Aangeven of de eerste kolom wordt weergegeven met rijlabels waarin de huidige record wordt aangegeven met een pijl.

Richting

Hiermee kunt u de horizontale of verticale richting van een schuifbalk of draaiknop opgeven.

Rijhoogte

Voer in tabelobjecten een waarde voor de rijhoogte in. Indien gewenst kunt u een waarde invoeren gevolgd door een geldige maateenheid, bijvoorbeeld 2 cm.

Schaal

Hiermee kunt u het formaat van de afbeelding zodanig aanpassen dat deze op het besturingselement past.

Scheidingsteken voor duizendtallen

Bij numerieke en valutavelden kunt u bepalen of er scheidingstekens voor duizendtallen moeten worden gebruikt.

Schuifbalk

Het opgegeven schuifbalktype toevoegen aan een tekstvak.

Scrollen muiswiel

Bepaalt of de waarde wijzigt als de gebruiker scrollt met het muiswiel. Nooit: Geen wijziging van de waarde. Indien de focus: (standaard) De waarde wijzigt als het besturingselement de focus heeft en naar het besturingselement wijst en aan het muiswiel wordt gedraaid. Altijd: De waarde wijzigt als de muisaanwijzer op het besturingselement staat en aan het muiswiel wordt gedraaid, of het besturingselement nu de focus heeft of niet.

Selectie verbergen

Hiermee geeft u op of tekst op een besturingselement geselecteerd moet blijven wanneer het besturingselement niet langer de focus heeft. Als u Selectie verbergen op ‘Nee’ instelt, blijft de geselecteerde tekst geselecteerd wanneer de focus niet langer op het besturingselement met de tekst rust.

Standaard scrollwaarde

Hiermee kunt u de standaardwaarde voor de schuifbalk instellen.

Standaarddatum

Hiermee kunt u de standaarddatum instellen.

Standaardknop

De eigenschap Standaardknop geeft aan dat de bijbehorende knop wordt uitgevoerd wanneer u op Enter drukt. Als u het dialoogvenster of formulier opent en geen willekeurige verdere actie uitvoert, wordt de knop met deze eigenschap de standaardknop.

Notitiepictogram

Deze eigenschap mag slechts aan één knop binnen het document worden toegekend.


Als u formulieren voor webpagina's gebruikt komt u deze eigenschap misschien tegen in zoekmaskers. Dit zijn bewerkingsmaskers die een tekstveld bevatten en een knop van het type Uitvoeren. De zoekterm wordt ingevoerd in het tekstveld en de zoekactie wordt gestart door op de knop te klikken. Als de knop echter is gedefinieerd als standaardknop wordt het zoeken gestart door eenvoudigweg op Enter te drukken na het invoeren van de zoekterm.

Standaardselectie

Het keuzelijstitem markeren als het standaarditem.

Voor knoppen van het hersteltype, definieert de invoer Standaardselectie van de keuzelijst of de herstelknop geactiveerd is door de gebruiker.

Voor een keuzelijst met een aantal waarden kunt u op de knop ... klikken om het dialoogvenster Standaardselectie te openen.

In het dialoogvenster Standaardselectie selecteert u de items die u als geselecteerd wilt markeren wanneer u het formulier met de keuzelijst opent.

Standaardstatus

Geeft aan of een optie of keuzevak standaard is geselecteerd.

Voor knoppen van het hersteltype kunt u de status van het besturingselement definiëren als de herstelknop door de gebruiker wordt geactiveerd.

De status van de groepering die met de standaardinstelling overeenkomt, wordt voor gegroepeerde optievelden gedefinieerd door de eigenschap Standaardwaarde.

Standaardtekst

Hiermee kunt u de standaardtekst opgeven voor een tekstvak of een keuzelijst met invoervak.

Standaardtijd

Hiermee kunt u de standaardtijd instellen.

Standaardwaarde

Stelt de standaardwaarde in voor het veld van het besturingselement. De standaardwaarde wordt bijvoorbeeld ingevoerd als een formulier wordt geopend.

Voor knoppen van het hersteltype wordt op basis van het item Standaardwaarde de status van het besturingselement gedefinieerd als de herstelknop door de gebruiker wordt geactiveerd.

Symboolkleur

Hiermee kunt u de kleur voor symbolen op besturingselementen opgeven, zoals de pijlen op een schuifbalk.

Tabstop

De eigenschap Tabstop bepaalt of een besturingsveld met de Tabtoets kan worden geselecteerd. De volgende opties zijn beschikbaar:

Nee

Bij gebruik van de Tabtoets krijgt het veld van het besturingselement geen focus.

Ja

Het besturingselement kan met de Tabtoets worden geselecteerd.


Tabvolgorde

Met de eigenschap Tabvolgorde wordt de volgorde bepaald op basis waarvan de focus op de besturingselementen wordt geplaatst wanneer u op de Tab-toets drukt. In een formulier met meerdere besturingselementen wordt de focus naar het volgende besturingselement verplaatst wanneer u op de Tabtoets drukt. U kunt de volgorde opgeven waarin de focus wordt gewijzigd met een index onder Tabvolgorde.

Notitiepictogram

De eigenschap Tabvolgorde is niet beschikbaar voor Onzichtbare besturingselementen. U kunt deze eigenschap desgewenst voor afbeeldingsknoppen en afbeeldingselementen instellen, zodat u deze besturingselementen met de Tabtoets kunt selecteren.


Bij het maken van een formulier wordt automatisch een index toegewezen aan de velden van de besturingselementen; elk toegevoegd veld van de besturingselementen wordt voorzien van een index, verhoogd met 1. Als u de index van een besturingselement wijzigt, worden de indices van de andere besturingselementen automatisch bijgewerkt. Aan de elementen waarop de focus niet kan worden geplaatst (Tabstop = Nee) wordt ook een waarde toegewezen. Deze besturingselementen worden tijdens het gebruik van de Tabtoets echter overgeslagen.

U kunt de indices van de verschillende besturingselementen op eenvoudige wijze definiëren in het dialoogvenster Tabvolgorde.

Tekenmasker

Met gemaskeerde velden kunt u een tekenmasker specificeren. Een tekenmasker bevat de beginwaarden van een formulier en is altijd zichtbaar na het downloaden van een formulier. Wanneer u een tekencode voor het bewerkingsmasker gebruikt, kunt u bepalen welke items de gebruiker in het gemaskeerde veld kan typen.

Notitiepictogram

De lengte van het tekenmasker moet altijd overeenkomen met de lengte van het bewerkingsmasker. Als dit niet het geval is, wordt het bewerkingsmasker afgebroken of opgevuld met lege ruimten tot de lengte van het bewerkingsmasker.


Tekstregels afsluiten met

Selecteer voor tekstvelden de regeleindecode die gebruikt moet worden wanneer er tekst in een databasekolom geschreven wordt.

Tijd tot

Bepaalt een tijd die niet overschreden kan worden door een andere waarde die door de gebruiker wordt geïntroduceerd.

Tijd vanaf

De minimumtijd bepalen die een gebruiker kan invoeren.

Tijdnotatie

U kunt de gewenste notatie voor de weergave van de tijd definiëren.

Titelveld

De bron voor de titel van het besturingselement opgeven. In plaats van de naam van het databaseveld wordt de tekst van het titelveld gebruikt. Bijvoorbeeld in de Filter-navigator, het dialoogvenster Zoeken en als kolomnaam in de tabelweergave.

Als u een teken van het label als opdrachtletter wilt definiëren zodat de gebruiker het besturingselement kan gebruiken door op het desbetreffende teken op het toetsenbord te drukken, voegt u een tilde (~) in vóór het teken in het label.

Alleen de tekst van een groepskader kan worden gebruikt als het titelveld bij het gebruik van optievelden. Deze tekst heeft betrekking op alle knoppen van dezelfde groep.

Als u op de knop ... naast het tekstveld klikt, verschijnt het dialoogvenster Titelveldselectie. Selecteer een titel in de lijst.

Schakel het selectievakje Geen toewijzing in om de koppeling tussen het besturingselement en het toegewezen titelveld te verwijderen.

Type tekst

Staat gebruikers toe regeleinden en opmaak te gebruiken in velden van besturingselementen zoals tekstvakken of labels. Druk op de Entertoets om handmatig een regeleinde in te voegen. Selecteer "Meerdere regels met opmaak" om opgemaakte tekst in te voeren.

Waarschuwingspictogram

Als u het teksttype "Meerdere regels met opmaak" selecteert, kunt u dit besturingselement niet aan een databaseveld binden.


Notitiepictogram

Dit besturingselement wordt aangeduid als ‘Meerdere regels’ voor een tekstkolom in een tabelobject.


URL

Voer het URL-adres voor een knop van het type Open document of webpagina in in het URL vak. Het adres wordt geopend wanneer u op de knop klikt.

Als u de muis boven de knop beweegt in de gebruikersmodus, verschijnt de URL als uitgebreide Help, ervan uitgaande dat er geen andere Helptekst is ingevoerd.

Uitlijning/uitlijning afbeeldingen

De beschikbare uitlijningsopties zijn Links, Rechts en Gecentreerd. Deze opties zijn beschikbaar voor de volgende elementen:

  1. Titel van titelvelden

  2. Inhoud van tekstvelden

  3. Inhoud van tabelvelden in de kolommen van een tabelobject

  4. Afbeeldingen of tekst die in knoppen worden gebruikt

    Notitiepictogram

    De optie Uitlijning wordt voor knoppen Uitlijning afbeeldingen genoemd.


Valutasymbool

In het valutaveld kunt u het valutasymbool vooraf definiëren door het teken of de tekenreeks in te voeren in de eigenschap Valutasymbool.

Valutateken

Bepalen of het valutasymbool vóór of na het getal wordt weergegeven bij gebruik van valutavelden. De standaardinstelling is dat valutatekens niet vooraan staan.

Vertraging

Specificeert de vertraging in milliseconden tussen herhaalde gebeurtenissen. Een herhaalde gebeurtenis treedt op wanneer u op een van de recordnavigatieknoppen van een navigatiebalk of op een pijlknop of de achtergrond van een schuifbalk klikt en u de muisknop enige tijd ingedrukt houdt. U kunt een waarde, gevolgd door een geldige tijdeenheid, invoeren, bijvoorbeeld 2 s of 500 ms.

Vervolgkeuzelijst

Een veld van het besturingselement met de eigenschap Vervolgkeuzelijst bevat een extra pijlknop waarmee de lijst van de bestaande formulieritems met een muisklik kan worden geopend. Onder Aantal regelskunt u aangeven hoeveel regels (of rijen) moeten worden weergegeven in de uitgevouwen toestand. U kunt de eigenschap Vervolgkeuzelijst toewijzen aan keuzelijsten met invoervak.

Keuzelijsten met invoervak die als kolommen in een tabelobject zijn ingevoegd, hebben standaard een vervolgkeuzelijst.

Waarde

Voor een verborgen besturingselement kunt u onder Waarde de gegevens invoeren die door het verborgen besturingselement moeten worden overgenomen. Deze gegevens zullen ook worden overgedragen bij het verzenden van het formulier.

Wachtwoordtekens

Als de gebruiker een wachtwoord invoert, kunt u de tekens bepalen die in plaats van de door de gebruiker getypte tekens worden weergegeven. Voer onder Wachtwoordteken de ASCII-code van het gewenste teken in. U kunt de waarden van 0 tot 255 gebruiken.

Tippictogram

De tekens en hun ASCII-codes kunnen worden bekeken in het dialoogvenster Speciale tekens (Invoegen - Speciale tekens).


Woordafbreking

Geeft tekst op meer dan één regel weer. Hierdoor kunt u regeleinden in een tekstvak gebruiken, zodat u meer dan één regel tekst kunt invoeren. Druk op de Entertoets om handmatig een regeleinde in te voegen.

Zichtbaar

Definieert of een besturingselement zichtbaar zal zijn in de modus live. In de ontwerpmodus is het besturingselement altijd zichtbaar.

Merk op dat deze eigenschap is ingesteld op "Ja" (de standaard), dit niet noodzakelijkerwijze wil zeggen dat het besturingselement ook daadwerkelijk zichtbaar is op het scherm. Aanvullende beperkingen worden toegepast bij het berekenen van de effectieve zichtbaarheid van een besturingselement. Een besturingselement dat, bijvoorbeeld, geplaatst is in een verborgen sectie in Writer zal nooit zichtbaar zijn, tenzij tenminste de sectie zelf zichtbaar wordt.

Indien de eigenschap is ingesteld op "Nee", dan zal het besturingselement altijd verborgen zijn in de modus live.

Oudere versies van OpenOffice.org, tot aan 3.1, zullen deze eigenschap zwijgend negeren bij het lezen van documenten die er gebruik van maken.

Zichtbare grootte

Specificeert de grootte van de scrollduim in "waarde-eenheden". Een waarde van ('Max. scrollwaarde' min 'Min scrollwaarde') / 2 resulteert in een scrollduim die de helft van het achtergrondgebied in beslag neemt.

Als dit op 0 is ingesteld, is de breedte van de duim gelijk aan de hoogte.