Besturingselementen
De werkbalk Besturingselementen bevat hulpmiddelen die u nodig hebt om een interactief formulier te maken. U kunt de werkbalk gebruiken om besturingselementen toe te voegen aan een tekst-, werkblad-, presentatie- of HTML-document, bijvoorbeeld een knop die een macro uitvoert.
XML-formulierdocumenten (XForms) gebruiken dezelfde besturingselementen.
Wanneer u een formulier wilt maken, opent u een document en gebruikt u de werkbalk Besturingselementen om de formulierbesturingselementen toe te voegen en te definiëren. U kunt het formulier desgewenst ook aan een database koppelen, zodat u de besturingselementen kunt gebruiken om een database te manipuleren.
Wanneer u een formulier in een HTML-document maakt, kunt u het formulier gebruiken om gegevens over het internet te verzenden.
LibreOffice exporteert alleen de formuliereigenschappen die worden ondersteund door de HTML-versie waarnaar u exporteert. Kies LibreOffice - VoorkeurenExtra - Opties - Laden/Opslaan - HTML-compatibiliteit om de HTMLversie te specificeren.
Zo voegt u een besturingselement aan een document toe:
-
Klik op de werkbalk Besturingselementen op het pictogram dat u wilt toevoegen.
-
Sleep met de muis in het document om het besturingselement te maken.
Houdt de Shifttoets tijdens het slepen ingedrukt om een vierkant veld voor het besturingselement te tekenen.
Sleep een cel in het formulier als u een veld uit de lijst met velden van een tabel of query in het formulier wilt toevoegen. In een tekstdocument kunt u ook een kolomkop slepen om een veld aan een formulier toe te voegen. Houd de CommandCtrl+Shifttoets ingedrukt als u een kolomkop sleept om een label voor het veld op te nemen.
Een besturingselement wijzigen
-
Klik met de rechtermuisknop en kies Besturingselement. Er wordt een dialoogvenster geopend waarin u de eigenschappen van het besturingselement kunt definiëren.
-
Wanneer u een sneltoets voor een besturingselement wilt specificeren, voegt u een tilde (~) vóór het teken in het label van het besturingselement toe.
-
U kunt besturingselementen uit het ene document verslepen en ze in een ander neerzetten. U kunt besturingselementen ook tussen documenten kopiëren en plakken. Wanneer u een besturingselement uit een ander document invoegt, analyseert LibreOffice de gegevensbron, het inhoudstype en de inhoudseigenschappen, zodat het besturingselement bij de logische structuur van het doeldocument past. Een besturingselement dat bijvoorbeeld de inhoud van een adresboek weergeeft, geeft nog steeds dezelfde inhoud weer nadat u het naar een ander document hebt gekopieerd. U kunt deze eigenschappen bekijken op het tabblad Gegevens van het dialoogvenster Eigenschappen van het betreffende besturingselement.
Selecteren
Dit pictogram schakelt de muisaanwijzer naar de selectiemodus over, of deactiveert deze modus. De selectiemodus wordt gebruikt om de besturingselementen van het huidige formulier te selecteren.
Keuzevak
Maakt een keuzevakje. Met keuzevakjes kunt u een functie in een formulier in- of uitschakelen.
Tekstvak
Maakt een tekstvak. Tekstvakken zijn velden waarin de gebruiker tekst kan invoeren. Tekstvakken kunnen in een formulier voor weergave van gegevens of invoer van nieuwe gegevens gebruikt worden.
Opgemaakt veld
Maakt een opgemaakt veld. Een opgemaakt veld is een tekstvak waarin u kunt definiëren hoe de invoer en uitvoer worden opgemaakt, en welke beperkende waarden van toepassing zijn.
Een opgemaakt veld heeft speciale eigenschappen voor besturingselementen (kies Opmaak - Besturingselement).
Knop
Maakt een knop. Deze functie kan worden gebruikt om een opdracht voor een gedefinieerde gebeurtenis uit te voeren, zoals een muisklik.
U kunt tekst en afbeeldingen op deze knoppen toepassen.
Keuzerondje
Maakt een keuzerondje. Keuzerondjes laten de gebruiker één van meerdere keuzes kiezen. Keuzerondjes met dezelfde functionaliteit krijgen dezelfde naam (eigenschap Naam). Normaal gesproken krijgen zij een groepsvak.
Keuzelijst
Maakt een keuzelijst. Via een keuzelijst kunnen gebruikers een item in een lijst selecteren. Als het formulier aan een database is gekoppeld en de databaseverbinding is actief, verschijnt automatisch de Assistent Keuzelijst nadat de lijst in het document is ingevoegd. Deze Assistent helpt u de keuzelijst te maken.
Keuzelijst met invoervak
Maakt een keuzelijst met invoervak. Een keuzelijst met invoervak is een éénregelige keuzelijst die uitgevouwen kan worden en waaruit gebruikers een optie kunnen kiezen. U kunt de eigenschap "alleen-lezen" aan de keuzelijst met invoervak toewijzen, zodat gebruikers geen andere items dan die uit de lijst, kunnen invoeren. Als het formulier met een database is verbonden en de databaseverbinding is actief, verschijnt automatisch de Assistent Keuzelijst met invoervak nadat u de lijst in het document hebt ingevoegd.
Titelveld
Maakt een veld voor het weergeven van tekst. Deze labels zijn alleen voor het weergeven van vooraf gedefinieerde tekst. Er kan in deze velden niets worden ingevoerd.
Meer besturingselementen
Opent de werkbalk Meer besturingselementen.
Formulierontwerp
Opent de werkbalk Formulierontwerp.
Assistenten aan/uit
Schakelt de Assistenten voor automatische besturingselementen in en uit.
Met behulp van deze Assistenten kunt u de eigenschappen van keuzelijsten, tabelobjecten en andere besturingselementen invoeren.
Contextmenu-opdrachten
Draaiknop
Maakt een draaiknop.
Als u een draaiknop aan een Calc-werkblad toevoegt, kunt u het tabblad Gegevens gebruiken om een tweerichtingskoppeling tussen de draaiknop en een cel te maken. Het resultaat is dat wanneer u de inhoud van een cel wijzigt, de inhoud van de draaiknop wordt bijgewerkt. Als u daarentegen de waarde van de draaiknop wijzigt, wordt de inhoud van de cel bijgewerkt.
Schuifbalk
Maakt een schuifbalk.
U kunt de volgende eigenschappen voor een schuifbalk specificeren:
UI-naam |
Semantiek |
Min. scrollwaarde |
Hier kunt u de minimum hoogte of -breedte van een schuifbalk opgeven. |
Max. scrollwaarde |
Hier kunt u de maximum hoogte of -breedte van een schuifbalk opgeven. |
Standaard scrollwaarde |
Specificeert de standaardwaarde van een schuifbalk, die gebruikt wordt wanneer het formulier hersteld wordt. |
Richting |
Hier kunt u de richting van een schuifbalk, horizontaal of verticaal, opgeven. |
Kleine verandering |
Specificeert de minimum hoeveelheid waarmee u een schuifbalk kunt verplaatsen door, bijvoorbeeld, op een pijl te klikken. |
Grote verandering |
Hiermee bepaalt u hoever de schuifbalk bij een grote stap verschoven wordt, bijvoorbeeld wanneer u tussen de scrollduim en een schuifbalkpijl klikt. |
Vertraging |
Specificeert de vertraging in milliseconden tussen triggergebeurtenissen voor schuifbalken. Bijvoorbeeld de vertraging die optreedt wanneer u op een pijlknop op de schuifbalk klikt en de muisknop ingedrukt houdt. |
Symboolkleur |
Hiermee kunt u de kleur van de pijlen op de schuifbalk specificeren. |
Zichtbare grootte |
Specificeert de grootte van de scrollduim in 'waarde-eenheden'. Bijvoorbeeld: een waarde van ('Max. scrollwaarde' min 'Min scrollwaarde') / 2 resulteert in een scrollduim die de helft van de schuifbalk in beslag neemt. Stel de Zichtbare grootte op nul in om de breedte van de schuifbalk gelijk te maken aan de hoogte van de balk. |
In een Calc-werkblad kunt u het tabblad Gegevens gebruiken om een tweerichtingskoppeling tussen een schuifbalk en een cel te maken.
Afbeeldingsknop
Maakt een knop die als een afbeelding wordt weergegeven. Afgezien van de grafische weergave heeft een afbeeldingsknop dezelfde eigenschappen als een "normale" knop.
Afbeeldingselement
Maakt een afbeeldingselement. Dit kan alleen worden gebruikt om afbeeldingen uit een database toe te voegen. In het document dubbelklikt u op dit besturingselement om het dialoogvenster Afbeelding invoegen te openen en de afbeelding in te voegen. Er is ook een contextmenu (niet in ontwerpmodus) met opdrachten voor het invoegen en verwijderen van de afbeelding.
Afbeeldingen uit een database kunnen in een formulier worden weergegeven en nieuwe afbeeldingen kunnen in de database worden ingevoegd, zolang het afbeeldingselement niet tegen schrijven is beveiligd. Het besturingselement moet naar een databaseveld van het afbeeldingstype verwijzen. Daarom moet u het gegevensveld in het venster met eigenschappen op het tabblad Gegevens invoeren.
Datumveld
Maakt een datumveld. Als het formulier aan een database is gekoppeld, kunnen de datumwaarden uit de database worden overgenomen.
Als u de eigenschap Vervolgkeuzelijst aan het datumveld toewijst, kan de gebruiker een kalender openen om een datum onder het datumveld te selecteren. Dit is ook van toepassing op een datumveld binnen een tabelobjectveld.
Datumvelden kunnen gemakkelijk door de gebruiker worden bewerkt met de pijltoetsen omhoog en omlaag. Afhankelijk van de cursorpositie kan de dag, maand of het jaar via de pijltjestoetsen worden verhoogd of verlaagd.
Specifieke opmerkingen op datumvelden.
Tijdveld
Maakt een tijdveld. Als het formulier aan een database is gekoppeld, kunnen de tijdswaarden voor het formulier uit de database worden overgenomen.
Tijdvelden kunnen gemakkelijk door de gebruiker worden bewerkt met de pijltoetsen omhoog en omlaag. Afhankelijk van de cursorpositie worden de uren, minuten of de seconden stap voor stap via de pijltjestoetsen verhoogd of verlaagd.
Bestandsselectie
Maakt een knop waarmee u bestanden kunt selecteren.
Numeriek veld
Maakt een numeriek veld. Als het formulier aan een database is gekoppeld, kunnen de numerieke waarden in het formulier uit de database worden overgenomen.
Valutaveld
Maakt een valutaveld. Als het formulier aan een database is gekoppeld, kan de inhoud van het valutaveld in het formulier uit de database worden overgenomen.
Patroonveld
Maakt een patroonveld. Patroonvelden bestaan uit een bewerkingsmasker en een tekenmasker. Het bewerkingsmasker bepaalt welke gegevens kunnen worden ingevoerd. Het tekenmasker bepaalt de inhoud van het patroonveld tijdens het laden van het formulier.
Patroonvelden worden niet in HTML-indeling geëxporteerd.
Groepsvak
Maakt een frame om verschillende besturingselementen visueel te groeperen. Met groepsvakken kunt u keuzerondjes in een frame groeperen.
Als u een groepsframe in het document invoegt, wordt de Assistent Groepselement gestart waarmee u gemakkelijk een groep van keuzerondjes kunt maken.
Opmerking: Wanneer u een groepsvak over reeds bestaande besturingselementen tekent en dan een besturingselement wilt selecteren, moet u eerst het contextmenu van de groep openen en kiezen Schikken - Naar achteren. Selecteer dan het besturingselement terwijl CommandCtrl wordt ingedrukt.
Groepsvakken worden alleen voor een visueel effect gebruikt. Een functionele groepering van keuzerondjes kan door de definitie van namen worden gemaakt: voer onder de naameigenschappen van alle keuzerondjes dezelfde naam in om ze te groeperen.
Tabelobject
Maakt een tabelobject om een databasetabel weer te geven. Als u een nieuw tabelobject maakt, verschijnt de Assistent Tabelelement.
Speciale informatie over tabelobjecten.
Navigatiebalk
Maakt een navigatiebalk.
Met de navigatiebalk kunt u door de records van een database of databaseformulier gaan. De besturingselementen op deze navigatiebalk werken hetzelfde als de besturingselementen op de standaard navigatiebalk in LibreOffice.
Automatische focus besturingselement
Als Automatische focus besturingselement wordt geactiveerd, wordt het eerste besturingselement geselecteerd wanneer u het document opent. Als de knop niet geactiveerd is, wordt de tekst na het openen geselecteerd. De Tabvolgorde die u hebt gespecificeerd, bepaalt wat het eerste besturingselement is.