Gegevens (voor XML-formulierdocumenten)

Op het tabblad Gegevens van het venster Eigenschappen voor een XML-formulierdocument vindt u enkele instellingen voor XML-formulieren.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Open het contextmenu van een geselecteerd besturingselement op een XML-formulierdocument en kies het tabblad Besturingselement - Gegevens

Open de werkbalk Besturingselementen van een XML-formulierdocument en klik op het pictogram Besturingselement en vervolgens op het tabblad Gegevens


De mogelijke instellingen van het tabblad Gegevens van een besturingselement zijn afhankelijk van het respectievelijke besturingselement. U ziet alleen de opties die voor het huidige besturingselement en de huidige context beschikbaar zijn. De volgende velden zijn beschikbaar:

XML-gegevensmodel

Selecteer een model in de lijst van alle modellen in het huidige document.

Binding

Selecteer of typ de naam van een binding. Wanneer u de naam van een bestaande binding selecteert, wordt de binding aan het formulierbesturingselement gekoppeld. Voert u een nieuwe naam in, dan wordt er een nieuwe binding gemaakt en wordt deze aan het formulierbesturingselement gekoppeld.

Bindexpressie

Ga naar het DOM-knooppunt waaraan het besturingselementmodel gekoppeld moet worden. Klik op de knop ... om een dialoogvenster op te roepen waarin u de XPath-expressie kunt invoeren.

Vereist

Geeft aan dat het item in het XForm opgenomen moet zijn.

Relevant

Hiermee geeft u aan dat het item relevant is.

Alleen-lezen

Hiermee geeft u aan dat het item alleen-lezen is.

Randvoorwaarde

Hiermee geeft u aan dat het item een randvoorwaarde is.

Berekening

Hiermee geeft u aan dat het item berekend is.

Gegevenstype

Selecteer een gegevenstype aan de hand waarvan het besturingselement gevalideerd moet worden.

x

Selecteer een gebruikergedefinieerd gegevenstype en klik op de knop om het te verwijderen.

+

Klik op de knop om een dialoogvenster te openen waarin u de naam van een nieuw gebruikergedefinieerd gegevenstype kunt invoeren. Het nieuwe type erft alle facetten van het momenteel geselecteerde gegevenstype.

Notitiepictogram

De volgende lijst bevat alle facetten die voor gegevenstypen gebruikt kunnen worden. Sommige facetten kunnen alleen voor bepaalde gegevenstypen gebruikt worden.


Spaties

Geeft aan hoe spaties moeten worden behandeld als een string van het huidige data-type wordt verwerkt. Mogelijke waarden worden behouden, vervangen en Ingekort. De semantiek volgt de definitie in http://www.w3.org/TR/xmlschema-2/#rf-whiteSpace.

Patroon

Specificeert het patroon van een reguliere expressie. Tekenreeksen die aan de hand van het gegevenstype gevalideerd zijn, moeten met dit patroon overeenkomen om geldig te zijn. De XSD-gegevenstypesyntaxis voor reguliere expressies wijkt af van de reguliere-expressiesyntaxis die elders in LibreOffice, gebruikt wordt zoals in het dialoogvenster Zoeken en vervangen.

Cijfers (totaal)

Specificeert het maximumaantal cijfers dat waarden van het decimale gegevenstype kan hebben.

Cijfers (achter de komma)

Specificeert het maximumaantal cijfers in de breuk dat waarden van het decimale gegevenstype kan hebben.

Max. (inclusief)

Specificeert een inclusieve bovengrens voor waarden.

Max. (exclusief)

Specificeert een exclusieve bovengrens voor waarden.

Min. (inclusief)

Specificeert een inclusieve benedengrens voor waarden.

Min. (exclusief)

Specificeert een exclusieve benedengrens voor waarden.

Lengte

Specificeert het aantal tekens voor een tekenreeks.

Lengte (ten minste)

Specificeert het minimumaantal tekens voor een tekenreeks.

Lengte (ten hoogste)

Specificeert het maximumaantal tekens voor een tekenreeks.