Opties
Selecteer de opties voor het automatisch corrigeren van fouten terwijl u typt en klik vervolgens op OK.
In tekstdocumenten kunt u kiezen om correcties met AutoCorrectie toe te passen terwijl u typt [I] of alleen wanneer u bestaande tekst [N] verandert door Extra - AutoCorrectie - Toepassen te kiezen.
Als u kiest om bestaande tekst te veranderen met alle opties gedeselecteerd, zullen toch alle "Standaard" alinea-opmaakprofielen geconverteerd worden naar "Tekstblok" opmaakprofielen.
Vervangingstabel gebruiken
Indien u een lettercombinatie typt die overeenkomt met een sneltoets in de tabel Vervangen, dan wordt de lettercombinatiie vervangen door de vervangingstekst.
TWee hoofdletters aan WOordbegin corrigeren
Als u twee hoofdletters aan het begin van een 'WOord' typt, wordt de tweede hoofdletter automatisch door een kleine letter vervangen.
Elke zin met een hoofdletter beginnen.
Maakt van de eerste letter van elke zin een hoofdletter.
De eerste letter in een Calc-cel wordt nooit automatisch in een hoofdletter veranderd.
Automatisch *vet*, /cursief/, -doorhalen- en _onderstrepen_
Past automatisch vetgedrukte, cursieve, doorgestreepte of onderstreepte opmaak toe op tekst die wordt omsloten door respectievelijk sterretjes (*), deeltekens (/), koppeltekens (-) en onderstrepingstekens (_). Deze tekens verdwijnen nadat de opmaak is toegepast.
Deze functie werkt niet als de opmaaktekens * / _ met een Invoermethode-editorzijn ingevoerd.
URL herkennen
Maakt automatisch een hyperlink wanneer u een URL typt.
Streepjes vervangen
Vervangt een of twee streepjes met een lang streepje (zie de volgende tabel).
Tekst zal worden vervangen nadat u een witruimte erachter typt (spatie, tab of return). In de volgende tabel vertegenwoordigen de A en B tekst bestaande uit de letters A tot en met z of de cijfers 0 tot en met 9.
Tekst die u typt: |
Het verkregen resultaat: |
A - B (A, spatie, min, spatie, B) |
A – B (A, spatie, en-streep, spatie, B) |
A -- B (A, spatie, min, min, spatie, B) |
A – B (A, spatie, en-streep, spatie, B) |
A--B (A, min, min, B) |
A—B (A, em-streep, B) |
A-B (A, min, B) |
A-B (ongewijzigd) |
A -B (A, spatie, min, B) |
A-B (ongewijzigd) |
A --B (A, spatie, min, min, B) |
A – B (A, spatie, en-streep, spatie, B) |
Als de tekst het Hongaarse of Finse taalattribuut heeft dan worden twee afbreekstreepjes in de de reeks A--B vervangen door een en-streep in plaats van een em-streep.
Spaties en tabs aan begin en einde van de alinea verwijderen
Verwijdert spaties en tabs aan het begin van een alinea. Wanneer u deze optie wilt gebruiken, moet de optie Opmaakprofielen toepassen ook zijn geselecteerd.
Witruimtes en tabs aan begin en einde van regels verwijderen
Verwijdert spaties en tabs aan het begin van elke regel. Wanneer u deze optie wilt gebruiken, moet de optie Opmaakprofielen toepassen ook zijn geselecteerd.
Dubbele spaties negeren
Vervangt twee of meer opeenvolgende spaties door één spatie.
Nummering toepassen - teken
Maakt automatisch een genummerde lijst wanneer u op Enter drukt aan het einde van een regel die met een getal begint en door een punt, spatie en tekst wordt gevolgd. Als een regel met een afbreekstreepje (-), een plusteken (+) of een sterretje (*) begint en door een spatie en tekst wordt gevolgd, wordt er een lijst met opsommingstekens gemaakt wanneer u op Enter drukt.
Wilt u automatische nummering annuleren wanneer u op Enter drukt aan het einde van een regel die met een nummeringsymbool begint, dan drukt u nogmaals op Enter.
De optie voor automatische nummering wordt alleen toegepast op alinea's die met het alinea-opmaakprofiel Standaard, Tekstblok of Tekstblok inspringen zijn opgemaakt.
Rand toepassen
Past automatisch een rand op de onderkant van de voorgaande alinea toe wanneer u drie of meer specifieke tekens typt en vervolgens op Enter drukt. Wanneer u één lijn wilt maken, typt u drie of meer afbreekstreepjes (-) of onderstrepingstekens ( _ ), en drukt u vervolgens op Enter. Wilt u een dubbele lijn maken, dan typt u drie of meer gelijktekens (=), sterretjes (*), tildes (~) of hash-tekens (#), en drukt u vervolgens op Enter.
Als u de gemaakte lijn wilt verwijderen, klikt u op de alinea boven de lijn, kiest u Opmaak - Alinea - Randen en verwijdert u de onderste rand.
De volgende tabel geeft een overzicht van de lijndiktes voor de verschillende tekens:
--- |
0,5 pt enkele onderstreping |
___ |
1,0 pt enkele onderstreping |
=== |
1,1 pt dubbele onderstreping |
*** |
4,5 pt dubbele onderstreping |
~~~ |
6,0 pt dubbele onderstreping |
### |
9,0 pt dubbele onderstreping |
Tabel maken
Maakt een tabel wanneer u op Enter drukt nadat u een reeks afbreekstreepjes (-) of tabs die door plustekens worden gescheiden, hebt ingevoerd, dat wil zeggen +------+---+. Plustekens geven kolomscheidingstekens aan, terwijl afbreekstreepjes en tabs de breedte van een kolom aanduiden.
+-----------------+---------------+------+
Opmaakprofielen toepassen
Vervangt het alinea-opmaakprofiel "Standaard" automatisch door de opmaakprofielen Kop 1 tot en met Kop 8. Wanneer u het alinea-opmaakprofiel Kop 1 wilt toepassen, typt u de tekst die u als een kop wilt gebruiken (zonder een punt), en drukt u vervolgens tweemaal op Enter. Wilt u een subkop toepassen, dan drukt u één of meer keer op de Tab-toets, typt u de tekst (zonder een punt) en drukt u vervolgens op Enter.
Lege alinea's verwijderen
Verwijdert lege alinea's uit het huidige document wanneer u Extra - AutoCorrectie - Toepassen kiest.
Eigen opmaakprofielen vervangen
Vervangt de eigen alinea-opmaakprofielen in het huidige document door het opmaakprofiel Standaard, Tekstblok of Tekstblok inspringen.
Opsommingstekens vervangen door
Converteert alinea's die met een afbreekstreepje (-), een plusteken (+) of een sterretje (*) beginnen en direct door een spatie of tab worden gevolgd naar lijsten met opsommingstekens. Deze optie werkt alleen bij alinea's die met het alinea-opmaakprofiel "Standaard", "Tekstblok" of "Tekstblok inspringen" zijn opgemaakt. Wanneer u de gebruikte stijl voor opsommingstekens wilt wijzigen, selecteert u deze opties en klikt u vervolgens op Bewerken.
Eenregelige alinea's samenvoegen vanaf ...
Combineert opeenvolgende alinea's van één regel tot één enkele alinea. Deze optie werkt alleen bij alinea's die met het alinea-opmaakprofiel "Standaard" zijn opgemaakt. Indien een alinea langer is dan de opgegeven lengte, wordt de alinea gecombineerd met de volgende alinea. Selecteer de optie, en klik dan op Bewerken om een andere lengte in te voeren.
Bewerken
Wijzigt de geselecteerde AutoCorrectie-optie.