Beheren

Stel de opties voor het geselecteerde opmaakprofiel in.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Kies Opmaak - Pagina - Beheren (tabblad)

Kies Beeld - Opmaakprofielen, open het contextmenu van een item en kies Wijzigen/Nieuw, tabblad Beheren.


Naam

Geeft de naam van het geselecteerde opmaakprofiel weer. Als u een aangepast opmaakprofiel maakt of wijzigt, voert u een naam voor het opmaakprofiel in. U kunt de naam van een vooraf gedefinieerd opmaakprofiel niet wijzigen.

Volgend opmaakprofiel

Selecteer een bestaand opmaakprofiel dat op het huidige opmaakprofiel in uw document moet volgen. Voor alinea-opmaakprofielen wordt het volgende opmaakprofiel toegepast op de alinea die wordt gemaakt wanneer u op Enter drukt. Bij pagina-opmaakprofielen gebeurt dit wanneer er een nieuwe pagina wordt gemaakt.

Gebaseerd op

Selecteer een bestaand opmaakprofiel waarop u het nieuwe opmaakprofiel wilt baseren of selecteer er geen, zodat u uw eigen opmaakprofiel kunt definiëren.

Categorie

Geeft de categorie voor het huidige opmaakprofiel weer. Als u een nieuw opmaakprofiel maakt of wijzigt , selecteert u 'Eigen opmaakprofielen' in de lijst.

Notitiepictogram

U kunt de categorie voor een vooraf gedefinieerd opmaakprofiel niet wijzigen.


Bevat

Beschrijft de relevante opmaak die in het huidige opmaakprofiel wordt gebruikt.

Sneltoets toewijzen

Opent het tabblad Extra - Aanpassen - Toetsenbord, waar u een sneltoets kunt toewijzen aan het huidige opmaakprofiel.