Etiketten

Specificeer de etikettekst en opmaak hier.

Label

Voer of voeg de tekst in die u op alle etiketten wilt laten verschijnen.

Label tekst

Voer de tekst in die u wilt weergeven op het etiket. U kunt ook een databaseveld invoegen.

Adres

Maakt een etiket met uw retouradres. Tekst die in het tekstvak Label staat wordt overschreven.

Database

Selecteer hier de database die u wilt gebruiken als de gegevensbron voor uw etiket.

Tabel

Selecteer de databasetabel die de velden bevat die u wilt gebruiken in uw etiket.

Databaseveld

Selecteer het gewenste veld en klik op de pijlknop links van het vak om het geselecteerde veld in het tekstvak Label in te voegen.

De naam van het databaseveld verschijnt tussen haakjes in tekstvak Label. U kunt handmatig spaties invoegen om de databasevelden te scheiden. Druk op Enter om een databaseveld op een nieuwe regel in te voegen.

Notatie

U kunt kiezen uit een voorgedefinieerd papierformaat voor uw etiket of een papierformaat specificeren op het tabblad Grootte.

Continu

Drukt etiketten af op kettingpapier.

Vel

Drukt etiketten af op losse vellen.

Merk

Selecteer het papiermerk dat u wilt gebruiken. Elk merk heeft zijn eigen formaten.

Type

Selecteer het formaat dat u wilt gebruiken. De beschikbare formaten zijn afhankelijk van het merk dat u hebt geselecteerd in de lijst Merk. Als u een eigengemaakt etiketformaat wilt gebruiken, kiest u [Gebruiker] op het tabblad Formaat om dat formaat te gebruiken.

Info

Het papiertype en de afmetingen van het etiket worden aan de onderzijde van het gebied Grootte weergegeven.