Woordenlijst met internettermen

Als u niet vertrouwd bent met internet, zult u onbekende termen tegenkomen, zoals browser, bladwijzer, e-mail, homepage, zoekmachine en vele andere termen. In deze woordenlijst vindt u een aantal van de belangrijkste termen die u kunt tegenkomen op het internet, intranet, in e-mail en nieuws om uw eerste stappen wat te vergemakkelijken.

CMIS

De CMIS-standaard (Content Management Interoperability Services) definieert een domeinmodel en webservices en RESTful AtomPub verbindingen die de interoperabiliteit van Enterprise Content Management (ECM) systemen mogelijk maakt. CMIS maakt gebruikt van webdiensten en web 2.0 interfaces om informatie te delen over internetprotocollen in leveranciersneutrale formaten, tussen documentsystemen, uitgevers en repositories, binnen één bedrijf en tussen bedrijven.

EPUB

EPUB is standaard voor elektronische boekbestanden met de extensie .epub die kan worden gedownload en gelezen op apparaten zoals smartphones, tablets, computers of e-readers.

EPUB is een technische standaard die nu wordt gepubliceerd door dePublicatiegroep van W3C. EPUB is een populair formaat omdat het open is en gebaseerd is op HTML.

Een EPUB-publicatie wordt als één bestand geleverd en is een niet-versleuteld gecomprimeerd archief met een website. Het bevat HTML-bestanden, afbeeldingen, CSS-stijlbladen en andere items zoals metadata, multimedia en interactiviteit.

FTP

FTP staat voor File Transfer Protocol en is het standaardoverdrachtsprotocol voor bestanden op het internet. Een FTP-server is een programma op een computer die met het internet is verbonden en waarop de bestanden worden opgeslagen die met behulp van FTP verstuurd moeten worden. Terwijl FTP verantwoordelijk is voor het verzenden en downloaden van internetbestanden, verzorgt HTTP (Hypertext Transfer Protocol) de verbindingsinstellingen en gegevensoverdracht tussen WWW-servers en clients.

Frames

Frames zijn met name handig voor het ontwerpen van de lay-out van HTML-pagina's. LibreOffice gebruikt zwevende kaders waarin u objecten kunt plaatsen zoals afbeeldingen, filmbestanden en geluiden. In het contextmenu van een frame worden de opties weergegeven voor het herstellen en bewerken van de frame-inhoud. Sommige opdrachten in contextmenu's worden ook weergegeven in Bewerken - Object als het frame is geselecteerd.

HTML

HTML (HyperText Markup Language) is een documentcodetaal die wordt gebruikt als bestandsindeling voor WWW-documenten. De taal is ontleend aan SGML en integreert tekst, afbeeldingen, video's en geluid.

Als u HTML-opdrachten direct wilt invoeren (wanneer u bijvoorbeeld oefeningen uit een van de vele beschikbare HTML-boeken maakt), dient u er rekening mee te houden dat HTML-pagina's pure tekstbestanden zijn. Sla uw document op met het documenttype Tekst en geef het de bestandsnaamextensie .HTM. Zorg dat de extensie geen umlaut of andere speciale tekens uit de uitgebreide tekenset bevat. Als u dit bestand later opnieuw wilt openen in LibreOffice om de HTML-code te bewerken, moet u het bestand laden met het bestandstype Tekst en niet met het bestandstype Webpagina's.

Op het internet kunt u referentiemateriaal vinden met een inleiding tot de HTML-taal.

HTTP

HTTP (Hypertext Transfer Protocol) is een verzendrecord van WWW-documenten tussen WWW-servers (hosts) en browsers (clients).

Hyperlink

Hyperlinks zijn kruisverwijzingen, geaccentueerd in tekst van verscheidene kleuren, en worden geactiveerd door een muisklik. Met behulp van hyperlinks kunnen lezers naar specifieke informatie binnen een document springen en naar verwante informatie in andere documenten.

In LibreOffice kunt u hyperlinks aan tekst, evenals afbeeldingen en tekstframes toewijzen (zie het pictogram voor het hyperlink-dialoogvenster op de Standaardbalk).

ImageMap

Een ImageMap is een verwijzingsgevoelige afbeelding of tekstframe. U kunt op een gedefinieerd gebied van de afbeelding of het tekstframe klikken om naar een doel (URL) te springen dat aan dat gebied is gekoppeld. De verwijzingsgebieden, samen met de gekoppelde URL's en bijbehorende tekst die worden weergegeven wanneer de muisaanwijzer op deze gebieden wordt geplaatst, worden gedefinieerd in de ImageMap-editor.

Er zijn twee verschillende typen ImageMaps. Een ImageMap aan de clientzijde wordt geanalyseerd op de clientcomputer, waarop de afbeelding vanaf het internet geladen is, terwijl de ImageMap aan de serverzijde wordt geanalyseerd op de computer die de HTML-pagina op het internet aanbiedt. Tijdens de serveranalyse worden bij het klikken op een ImageMap de relatieve coördinaten van de cursor binnen de afbeelding naar de server verzonden, waarop vervolgens door een toegewezen programma op de server gereageerd wordt. Tijdens de clientanalyse wordt bij het klikken op een gedefinieerde hotspot van de ImageMap de URL geactiveerd, alsof het een normale tekstkoppeling is. De URL verschijnt onder de muisaanwijzer wanneer deze over de ImageMap bewogen wordt.

Aangezien ImageMaps op verschillende manieren kunnen worden gebruikt, kunnen ze in verschillende indelingen worden opgeslagen.

Indelingen voor ImageMaps

ImageMaps kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: de ImageMaps die worden geanalyseerd op de server (uw internetprovider) en de ImageMaps die worden geanalyseerd op de webbrowser op de computer van de lezer.

ImageMaps aan clientzijde

Het gebied van de afbeelding of frame waar de lezer kan klikken wordt aangegeven bij het verschijnen van de gekoppelde URL als de muis over het gebied wordt bewogen. De ImageMap is opgeslagen in een laag onder de afbeelding en bevat informatie over de gebieden waarnaar verwezen wordt. Het enige nadeel van Client Side ImageMaps is dat oudere webbrowsers ze niet kunnen lezen; een nadeel dat echter in de loop van de tijd vanzelf verdwijnt.

Bij het opslaan van de ImageMap selecteert u het bestandstype SIP - StarView ImageMap. Hiermee wordt de ImageMap rechtstreeks opgeslagen in een indeling die op elke actieve afbeelding of elk actief frame in het document kan worden toegepast. Als u de ImageMap echter alleen wilt gebruiken voor de huidige afbeelding of het huidige tekstframe, hoeft u deze niet in een speciale indeling op te slaan. Na het definiëren van de gebieden klikt u eenvoudig op Toepassen. Meer is niet nodig. ImageMaps aan de clientzijde die zijn opgeslagen in de HTML-indeling, worden direct in HTML-code op de pagina ingevoegd.

ImageMaps aan serverzijde

ImageMaps aan de serverzijde verschijnen voor de lezer als een afbeelding of frame op de pagina. Klik met de muis op de ImageMap, waarna de coördinaten van de relatieve positie naar de server worden verzonden. Met behulp van een extra programma wordt op de server bepaald wat de volgende stap is. Er zijn verschillende niet-compatibele methoden om deze verwerking te definiëren, de twee meest gebruikelijke zijn:

LibreOffice maakt voor beide methoden ImageMaps. Selecteer de indeling in de keuzelijst Bestandstype van het dialoogvenster Opslaan als in de ImageMap-editor. Er worden afzonderlijke Map-bestanden gemaakt die u moet uploaden naar de server. U moet uw provider of netwerkbeheerder vragen welk type ImageMap wordt ondersteund door de server en hoe u toegang krijgt tot het evaluatieprogramma.

Java

De programmeertaal Java is een platform onafhankelijke programmeertaal die speciaal geschikt is voor gebruik op het internet. Webpagina's en toepassingen die zijn geprogrammeerd zijn met Java klassebestanden kunnen op alle moderne besturingssystemen worden gebruikt. Programma's die de programmeertaal Java gebruiken worden gewoonlijk ontwikkeld in een Java-ontwikkelomgeving en dan gecompileerd tot een "bytecode".

Labels

HTMLpagina's bevatten bepaalde structurele en opmaakinstructies die tags worden genoemd. Tags zijn codewoorden die in de document beschrijvingstaal HTML tussen haakjes worden geplaatst. Vele tags bevatten tekst of hyperlink verwijzingen tussen de haakjes openen en sluiten. Titels worden bijvoorbeeld aangeduid door de tags <h1> aan het begin en </h1> aan het einde van de titel. Sommige tags verschijnen alleen, zonder sluitingstags, zoals <br> voor een regeleinde of <img ...> om een afbeelding te koppelen.

Proxy

Een proxy is een computer in het netwerk die optreedt als een soort klembord voor gegevensoverdracht. Telkens wanneer u internet bezoekt vanaf een bedrijfsnetwerk en een webpagina opvraagt die al is gelezen door een collega, kan de pagina sneller worden weergegeven dankzij de proxy, zolang die pagina nog in het geheugen is opgeslagen. Alles wat in dat geval gecontroleerd moet worden is of de pagina die is opgeslagen op de proxy, de laatste versie is. Als dit het geval is, hoeft de pagina niet te worden gedownload van het veel langzamere internet, maar kan de pagina direct vanaf de proxy worden geladen.

SGML

SGML staat voor "Standard Generalized Markup Language". SGML is gebaseerd op het idee dat documenten structurele en andere semantische elementen hebben die kunnen worden beschreven zonder verwijzingen naar hoe die elementen zouden moeten worden weergegeven. De werkelijke weergave van dergelijke documenten kan variëren, afhankelijk van het uitvoermedium en de opmaakvoorkeuren. In gestructureerde teksten definieert SGML niet alleen structuren (in de DTD = Document Type Definition), maar zorgt er ook voor dat zij consistent worden gebruikt.

HTML is een gespecialiseerde toepassing van SGML. Dit betekent dat de meeste webbrowsers alleen een beperkt bereik van SGML-standaarden ondersteunen en dat bijna alle SGML-geschikte systemen aantrekkelijke HTML-pagina's kunnen produceren.

URL

De URL (Uniform Resource Locator) geeft het adres weer van een document of een server op internet. De algemene structuur van een URL varieert afhankelijk van het type, en ziet er meestal als volgt uit Service://Hostnaam:Poort/Pad/Pagina#Markering, hoewel niet alle elementen altijd nodig zijn. Een URL kan een FTP-adres, een WWW (HTTP)-adres, een bestandsadres of een e-mailadres zijn.

WebDAV

Web-based Distributed Authoring and Versioning (WebDAV), is een IETF-standaard (Internet Engineering Task Force) van platformafhankelijke extensie voor HTTP waarmee gebruikers samen bestanden kunnen bewerken en beheren op externe webservers. WebDAV beschikt over XML-eigenschappen op metagegevens, vergrendeling - waardoor auteurs elkaar niet kunnen overschrijven - naamruimte manipulatie en extern bestandsbeheer. WebDAV wordt soms DAV genoemd.

Zoekmachines

Een zoekmachine is een service op internet, gebaseerd op een softwareprogramma, dat wordt gebruikt om een grote hoeveelheid informatie met behulp van sleutelwoorden te doorzoeken